Eindelijk is ook in de regio Noord de zomervakantie uitgebroken. Tijd voor de zomerserie 2023 van Orkaan-medewerker Martin Rep, over zijn vakanties in de jaren vijftig en zestig.
Vandaag deel 1: met ChatGPT naar Den Helder.
Door Martin Rep
Zelfs ChatGPT komt er niet uit als ik hem/haar/het/hun vraag om een lijst van alle dorpen en gehuchten aan het Noord-Hollands Kanaal. Want daar ben ik met mijn vriendje Tom Stom langs gefietst, in 1959 tijdens onze gezamenlijke vakantie. Het kunstmatige brein, dat zogenaamd het voorbestaan van de mensheid bedreigt, bakt er niks van. Hun slaat plaatsen over waaraan ik een scherpe herinnering heb, zoals Burgervlotbrug en Sint-Maartensvlotbrug. Kleine onderbrekingen in de lange, negenenzestig kilometer lange fietstocht van de Abeelstraat in Zaandam naar de opa en oma van Tom, die in Den Helder woonden in een straat waarvan ik de naam vergeten ben.
We passeerden de vlotbruggen zonder er gebruik van te maken, wij waren op weg door de lange leegte die Noord-Holland heet, geen zijweg was voor ons weggelegd, misschien was er een café of ander soort uitspanning om de vermoeide reiziger gelegenheid te geven de benen te strekken. Maar ik had niet meer dan een rijksdaalder meegekregen van mijn vader om te versnoepen in Den Helder, dus met een ijsje van een kwartje was ik meteen al eentiende van mijn vakantiegeld kwijt geweest.
Burgervlotbrug
Mijn broers en mijn vader hadden me gewaarschuwd voor de eindeloze tocht door de kop van Noord-Holland. Voor mij was het één groot avontuur. Voor het eerst ging ik op reis met een vriendje, zonder ouderlijk toezicht. En ik verbaasde me over de plaatsnamen die ik onderweg tegenkwam.
Mijn Bos-atlas van de hbs ben ik allang kwijt, ik kan de reis wel reconstrueren via Google Maps, maar het lijkt me makkelijker de vraag aan ChatGPT te stellen: welke plaatsen liggen aan het Noord-Hollands Kanaal? Ik krijg een nietszeggend antwoord: ‘Langs het Noord-Hollands Kanaal liggen verschillende plaatsen, waaronder Alkmaar, Zaandam, Purmerend, en Amsterdam. Dit kanaal loopt door de provincie Noord-Holland en verbindt deze steden en dorpen.’
Ja, alsof ik dat niet wist! Pas als ik begin te zeuren om een lijst met alle, alle dorpen en gehuchten komt er een flinke lijst, waarin evenwel Burgervlotbrug en Sint-Maartensvlotbrug ontbreken. De AI put zich uit in verontschuldigingen als ik haar erop wijs. Om het een beetje goed te maken, vult het ongevraagd aan dat dit plaatsen zijn in de gemeente Schagen. ‘Bedankt voor het aanvullen van de lijst!’, zegt hij, en: ‘Mijn excuses, maar het vermelden van alle plaatsen en gehuchten langs het Noord-Hollands Kanaal tussen Alkmaar en Den Helder in één bericht zou te veel zijn vanwege de limiet van de berichtlengte. Bovendien zijn er veel kleine plaatsen en gehuchten langs het kanaal.’
Aan ChatGPT heb ik niks, ik moet het doen met mijn herinneringen.
Paddeltje
Tom was mijn vriend in de Meidoornbuurt. Hij zat eerst één klas boven mij op de Ds. Lindeboomschool, de christelijke lagere school op de grens van Kepplerstraat en H. Gerardstraat in Zaandam; later twee klassen omdat hij zo slim was dat hij een klas mocht overslaan. Hij had een passie voor wielrennen, we hielden wedstrijdjes tegen elkaar: start op de hoek met de Abeelstraat, finish het einde van de Meidoornstraat bij de dijksloot, net voorbij de groentewinkel van Theo de Heer en de melkinrichting van Klaas Onrust. Tom wist alles van de truien die in de Tour de France werden gedragen en was supporter van Wim van Est; ik was voor Woutje Wagtmans. Verslaggever Jan Cottaar haalde ze alle twee wel eens voor de microfoon tijdens zijn radioreportages, hun Brabants plat was volslagen onverstaanbaar.
Tom vertelde mij verhalen over de grote marinestad Den Helder. Daar lagen oorlogsschepen! Mijn oren gloeiden ervan. Sinds ik ‘Paddeltje; De scheepsjongen van Michiel de Ruyter’ had gelezen, wilde ik niets liever worden dan zeeheld, hoewel mijn broers beweerden dat dat geen beroep was. Maar die oorlogsschepen wilde ik wel eens in het echt zien, ik kende de HMS De Ruyter en de HMS De Zeven Provinciën alleen van de scheepsplaatjes die je kreeg bij de pakjes Captain Grant die mijn vader verkocht in zijn sigarenwinkel. Dus ik zei gretig ‘ja’ toen Tom mij zei dat we bij zijn opa en oma in Den Helder mochten logeren. Op de fiets natuurlijk, want je bent wielrenners of niet.
Sint Maartensvlotburg
De enige briefkaart die ik van die vakantie van vierenzestig jaar geleden naar thuis heb geschreven ligt ergens in een doos op zolder. Ik had daar de route in grote lijnen op beschreven. Die doos is nu even buiten handbereik. Vandaar die zo teleurstellend verlopen opdracht aan ChatGPT. Een andere oplossing kan misschien toch Google Maps bieden, maar die stuurt me voor een fietstocht naar Den Helder langs de kust, via Castricum, Egmond en Bergen. Zo zijn we beslist niet gereden, ik heb dat Sint Maartensvlotburg nog altijd duidelijk op mijn netvlies staan. En we zijn door Alkmaar gereden, weet ik ook opeens weer.
Dat kan kloppen, zegt Google Maps: Wormerveer-Uitgeest-Heiloo-Alkmaar-Sint Maarten-Julianadorp-Den Helder. 76,3 kilometer, en je doet er 3 uur 57 minuten over.
Ik klik het kaartje weg. Ik heb toch liever mijn herinneringen. Ik denk dat we langs de watertoren via de Communicatieweg fietsten, langs romantisch in het weidelandschap verborgen bunkers, die we zo met het blote oog zagen terwijl de Russen ze niet konden vinden.
Michiel de Ruyter
We zwaaiden naar mensen die over tuinhekjes hingen langs onze route, letten goed op de verkeersborden: Fietsers Hier Oversteken. Misschien zijn we toch een keer onderweg afgestapt om voor een dubbeltje een ijsje van de Sierkan te kopen. Onderweg trokken we af en toe een sprintje, wie was het eerst bij die witte lijn bij die boom? En we kletsten over Louison Bobet, over Charlie Gaul, ‘de engel van het gebergte’. Ondertussen fantaseerde ik over de mijnenvegers en de torpedobootjagers die op ons lagen te wachten in de marinehaven van Den Helder en droomde ik van mijn toekomst als twintigste-eeuwse Michiel de Ruyter.
Het was onze eerste zomer samen, van Tom en mij. En onze laatste ook. Op het lyceum lag hij al twee klassen voor, en nadat ik een paar keer was blijven zitten, was hij voorgoed uit het zicht verdwenen. Oud is hij niet geworden, hij overleed toen hij drieënvijftig was. Als ik de naam Den Helder hoor, moet ik altijd nog even aan hem denken.
Door Martin Rep. Bron foto’s: zie bijschriften.
Ik fiets in gedachte een eindje met je mee Martin, want ik ken het traject nog uit mijn hoofd. Veel tijdgenoten overigens ook. Het was de route naar Schoorl, ons vakantieadres. Uiteraard op de fiets.