Vijf jaar geleden overleed Johnny Hallyday, de buiten Frankrijk nauwelijks bekende wereldberoemde rockzanger. Ik wil eerherstel voor de ‘vergeten’ Franse rocker en een ereplaats voor hem in Chansons! van Matthijs van Nieuwkerk en Rob Kemps. Deel 2 van een korte serie: ik duik in mijn platenkast en bezoek het theater waar hij ooit zijn grote successen vierde.
Johnny Hallyday was niet voor niets van Parijs naar Amsterdam gereisd om een concert te geven in het Concertgebouw. Anne van ’t Veer, met wie ik wel eens stiekem een sigaretje rookte in de fietsenstalling van het Zaanlands Lyceum en die Johnny’s concert had bijgewoond, was niet de enige geweest die onder de indruk was van het onstuimige optreden van de ‘Franse Elvis Presley’. De Nederlandse ‘teenagers’ reageerden enthousiast toen de VPRO half april 1963, drie weken na het concert, de beelden op tv uitzond. Wat een energie, wat een dynamiek, maar ook: wat een songs.
Dat zijn liedjes vrijwel zonder uitzondering Franse covers waren van Amerikaanse hits, ontging vrijwel iedereen. Zijn smartlap L’idole des jeunes, waarin hij zijn eenzaamheid als tieneridool bezingt, klonk authentiek Frans; het origineel, Teenage Idol van Ricky Nelson, was hier nauwelijks bekend. Tender Years van George Jones stond in 1961 zeven weken op de eerste plaats in de Amerikaanse country-hitlijst, maar country nog was zo goed als onbekend in Nederland, en toen Johnny Hallyday er twee jaar later, kort na zijn concert in Amsterdam, een gevoelige ballade van maakte met de titel Tes tendres années, ging die regelrecht naar de eerste plaats van de Tijd voor Teenagers Top-10.
Het nummer maakte zo’n indruk dat het jonge Nederlandse zangeresje Willeke Alberti er in hetzelfde jaar een Nederlandse versie van maakte. Dat werd Spiegelbeeld, en die plaat belandde niet alleen ook op de eerste plaats, maar zou zich als een van de grootste hits ooit voorgoed in het Nederlandse collectieve geheugen nestelen.
Johnny had geen enkele last van The Beatles, die op dat moment al met She loves you overal ter wereld de hitlijsten bestormden. Hun volgende plaat, I want to hold your hand, zou hun eerste nummer 1 worden in Nederland, in februari 1964. Maar toen had Johnny Hallyday al zijn tweede nummer één in Nederland gescoord. Vier weken lang stond hij, met een originele Franse chanson, Pour moi la vie va commencer, op de eerste plaats. De song kwam van de soundtrack van de film D’où viens-tu, Johnny?, die Johnny maakte met Sylvie Vartan, het mooiste meisje van de klas, een succesvol zuchtmeisje, zijn eerste echtgenote en de moeder van zijn oudste twee kinderen. Het zou de laatste Nederlandse hit worden van Johnny Hallyday.
Was het een doelbewuste beslissing van de platenmaatschappij van de Franse rocker om zich voortaan uitsluitend te richten op landen waar Frans wordt gesproken? Het moet haast wel. The Beatles en in hun voetspoor The Rolling Stones en al die andere Britse bands bestormden de hitparades in de VS en Europa — inclusief Frankrijk. Maar wat werd een van de grootste hits ooit van Johnny Hallyday? Le pénitencier — een uitstekende vertolking van een Amerikaanse traditional, daar niet van, maar wie The house of the rising sun van The Animals één keer heeft gehoord, raakt toch niet onder de indruk van Johnny’s coverversie.
Zo koos Hallyday ervoor Anne van ’t Veer en zijn andere Nederlandse fans in de steek te laten. Na de ‘extended play’ (een vinyl schijfje met meestal vier liedjes) van Pour moi la vie va commencer heb ik nooit meer een plaat van Hallyday gekocht. Wie wil Quand je l’ai vue devant moi nog horen als je fan van The Beatles bent en je net het openingsnummer van hun eerste elpee, I saw her standing there, keihard hebt meegezongen? Maar al zijn platen heb ik wel netjes bewaard.
Met enige moeite vind ik in mijn platenverzameling de elpee Johnny à l’Olympia terug. Ik weet van zo goed als alle platen die ik in de jaren zestig en zeventig heb gekocht nog precies waar en wanneer ik die heb aangeschaft, maar hier twijfel ik. Het is een tweedehands plaat; ik zal hem dus wel hebben gevonden in de bakken van Concerto in de Utrechtsestraat in Amsterdam, besluit ik, al herinner ik me niets meer van de aankoop.
Het kan wel dertig jaar geleden zijn dat ik de elpee voor het laatst op de draaitafel heb gelegd, maar de plaat klinktmij nog altijd als muziek in de oren. Ik ken zo goed als alle teksten nog uit m’n hoofd. Geen krasje trouwens te horen, maar ik waakte destijds dan ook als een oud wijf over mijn platencollectie. Het is een ‘live’ elpee, maar ik vind van bijna alle nummers het geluid te goed om echt in een zaal te zijn opgenomen met de gebrekkige apparatuur van de sixties. Op de hoes staat ook geen concertfoto, maar een lullige afbeelding van Johnny op het strand met een gitaar voor zijn buik en de handen in de lucht, alsof hij bij een optreden van Rob Kemps aanwezig is. Bij de informatie achterop geen letter waar en wanneer het zogenaamde concert van Johnny heeft plaatsgevonden. Misschien zijn het gewoon studio-opnamen waar in de studio wat geluid van een applaudisserende en juichende zaal achter is geknutseld.
Inmiddels weet ik ook hoe de muziektempel waar Johnny deze plaat al dan niet heeft opgenomen, er in het echt uit ziet.
Martin à l’Olympia
Vrijdag 1 maart 2013. Het is koud in Parijs, een kille wind staat in de straten en jaagt ons na elke wandeling een cafeetje in om ons te warmen aan koffie of spiritualiën. We moeten niet meer in de winter een uitstapje naar Parijs plannen, zeggen we tegen elkaar. Maar hoe hadden we dit kunnen weten? Dit reisje hebben we al meer dan een jaar geleden gepland, er had net zo goed het voorjaar in de lucht kunnen hangen.
We zijn met een stel vrienden van lang geleden. Zonder uitzondering inmiddels allen rond de pensioengerechtigde leeftijd of daarboven, maar vrienden sinds de jaren zestig, toen wij lid waren van de gereformeerde jeugdvereniging Ichthus, die elke week bijeenkwam in de Zuiderkerk in Zaandam. We zien elkaar geregeld en om de paar jaar maken we een stedentrip ergens in Europa.
Het is koud aan de Boulevard des Capucines als we de metro uitlopen. We hebben kaartjes voor een concert dat hier vanavond gaat plaatsvinden, we willen goed op tijd zijn en zoeken een restaurantje in de buurt van het theater waar we moeten zijn.
Olympia. Opeens staan we ervoor. Een beetje onopvallend staat het als een niet al te grote bioscoop tussen dehuizen in de straat. Alleen door de naam in de kenmerkende letters en de grote luifel boven de entree onderscheidt het zich van de andere panden in de omgeving.
Vanuit het café aan de overkant kan ik het theater op m’n gemak bekijken. Tientallen malen in Parijs geweest, maar nog nooit voor het Olympia gestaan, waar de grootste Franse zangers hebben opgetreden. Als je in Olympia stond, had je het gemaakt. Niet alleen Franse artiesten, ook The Beatles traden er in 1964 ruim twee weken lang op met twee, soms zelfs drie shows per dag, alvorens de oversteek naar Amerika te maken.
Deze kennismaking met het Olympia Theater is een bedevaart voor mij. Het uitstapje naar Parijs heb ik zorgvuldig gepland rond het optreden van een artieste hier naar wie ik erg nieuwsgierig ben: de sensuele zangeres Patricia Kaas, die ondanks haar kazige achternaam wel degelijk uit Frankrijk komt.
Volgens een enkele jaren geleden verschenen compilatie-dvd heeft Johnny Hallyday hier tussen 1961 en 2006 liefst 266 keer op het podium gestaan. Zijn discografie alleen al vermeldt live-opnamen uit 1961, 1962, 1964, 1965, 1967, 2000, en ik denk dat ik er nog wel een paar heb overgeslagen, want de lijst van platen en albums is lang en uitputtend. Een paar uur later sta ik voor het eerst in het theater. Het is wat… onderkomen? Vergane glorie? En tamelijk klein. De sfeer doet denken aan de jaren zeventig. De stoelen kunnen wel eens opnieuw bekleed worden en ik meen zelfs te bespeuren dat hier tot voor kort werd gerookt. Maar we hebben perfecte leunstoelen op het balkon, met een uitstekend uitzicht op het podium.
We worden deze avond verwend met maar liefst drie Franse top-artiesten. Allereerst natuurlijk La Kaas (1), die een show heeft opgebouwd rond Edith Piaf (2), maar in het voorprogramma zien we een ongelooflijk optreden van Olivier Laurent, die Jacques Brel (3) meer dan levensgroot opwekt uit de doden.
De Zaankanters — eigenlijk zijn het voormalige Zaankanters; alleen Piet Zwart, directeur van Zito Teer, is aan de boorden van de Zaan blijven wonen — genieten volop. En ik nog het meest van iedereen. Na deze bedevaart ben ik een stapje dichter bij Brel, Piaf en Hallyday gekomen dan ooit tevoren.
Vier jaar later zal Johnny overlijden, zonder dat ik hem ooit live heb gezien. Heeft hij mij, of heb ik hem nu in de steek gelaten?
Mooi verhaal en een mooie hommage aan de man die vele generaties in Frankrijk aan zich gebonden heeft. Echter, vooral in de beginjaren maakte hij Franse interpretaties van Engelstalige popsongs. Door de altijd goede musici waarmee hij zich omringde klonken de Franse songs als original en zeker niet als slechte kopie van Engelstalige hits. Later schreef hij meer zelf, nog altijd omringd met goede musici en daardoor een fenomeen. De betekenis van Johnny in Frankrijk is ongekend groot.
Helaas heb ik geen Spotify maar gelukkig nog wel tientallen elpees.
Voor de talloze Zaanse fans van Johnny Hallyday heb ik op Spotify een playlist gemaakt van zijn grote successen in de jaren zestig, 'Johnny Hallyday à Zaandam'.
Je vindt ' hier:
https://open.spotify.com/playlist/2pAwOjV048HzWZHkdxiSVC?si=bc2b5937707f490d