Deze week 76 geworden, ja, dank u wel, dat je nog maar lang mag getuigen. Vroeger, ja vroeger, toen waren verjaardagen nog leuk.

Door Martin Rep

Zo vroeg was ik nog nooit wakker geworden. Het was nog net geen zes uur, wees de wekker in de slaapkamer aan. Er was spanning, er was blijde verwachting, het was feest: vandaag was ik jarig!
Het is de vroegste verjaardag die ik me kan herinneren, vier jaar werd ik. Hingen er slingers in de woonkamer van ons huis aan de Vioolstraat 7 in Koog aan de Zaan? Ik heb geen idee, ik denk van niet. Het was 1950, de open wonden van de oorlog waren nog lang niet geheeld, de mensen hadden nog geen geld voor dat soort uitspattingen.

Waarschijnlijk kreeg ik kleurpotloden of kleurkrijtjes en een kleurboek van mijn vader en moeder, want ik weet nog dat er een mevrouw, misschien een tante, langskwam die dag, die mijn nieuwe boek met ‘prentjes’ prees. Ik had geen idee wat prentjes waren, ze bedoelde plaatjes, zeg dat dan.

Deze week ben ik 76 geworden. Opnieuw vroeg wakker, nog vóór zes uur. Dat is al jaren het geval. Komt door mijn jarenlange wisseldiensten bij de krant, waardoor mijn bioritmiek is verstoord. Denk ik. Of misschien wel doordat ik rond die klok geboren ben, ’s morgens om zes uur, in datzelfde huis aan de Vioolstraat. Maar zeker niet meer door de spanning en de heerlijke verwachting van de cadeautjes die op me wachten. Ik ben erachter gekomen dat cadeaus geven leuker is dan ze te ontvangen, ik heb er sinds een paar jaar een traditie van gemaakt de kinderen op mijn verjaardag te verrassen met een boek. (Dit jaar waren dat onder meer Zo wordt u gelukkig, een dichtbundel van Billy Collins, vertaald door Kees van Kooten, en Ze kwam uit Marioepol, van Natascha Wodin.)

Verjaardagen zijn bijna betekenisloos geworden, als ik terugdenk kan ik me er maar heel weinig herinneren van de 76 die ik heb meegemaakt.

Ja, natuurlijk die op de lagere school. Op de Ds. Lindeboomschool in Zaandam mocht de jarige job voor de klas komen staan om te worden toegezongen. Ik trakteerde (wijnballen of bakkesvollen, twee stuks voor vijf cent, gesponsord door Sigarenmagazijn Rep, de winkel van mijn vader, waar het snoepgoed tactisch naast de toonbank stond uitgestald, geflankeerd door de glanzende stapeltjes Golden Fiction-sigaretten en Willem II Senoritas sigaren). Daarna mocht ik met een vriendje alle klassen langs om de meesters en juffen te verblijden met iets lekkers uit de winkel (voor de juffen) of een sigaar (voor de meesters). In het rookwerk werd meestal meteen ter plekke de vlam gejaagd; het waren andere tijden, zullen we maar zeggen.

Op mijn tiende verjaardag poseer ik met mijn beste vriend Rob Berghege (links) en mijn neefje Herman Roode (rechts) bij ons huis in de Meidoornstraat. In mijn hand klem ik het psalmboekje, het mooiste geschenk dat ik die dag kreeg.

Natuurlijk waren er later vele leuke verjaardagen. Op mijn twaalfde verjaardag kreeg ik mijn eerste fototoestel, een Gevabox waar rolletjes ingingen waarop acht foto’s pasten. De kinderen die bij ons in bed kropen om pappa toe te zingen. Een huis vol visite. De ZigZagstoel, ontwerp Gerrit Rietveld, die ik kreeg toen ik vijftig werd. Twéé Abrahams in de voortuin. De verrassingsparty die mijn Dicky organiseerde voor mijn zestigste verjaardag. 64, de leeftijd waar Paul McCartney over zong, werd ik tijdens een uitstapje met vrienden naar Venetië; op het terras van Caffè Florian op het San Marco-plein speelde het orkestje Happy Birthday to you voor me en gaf ik het allerduurste rondje van mijn leven. Ik logeerde op mijn 72ste verjaardag in het Volkshotel, het hotel dat werd gerealiseerd in het voormalige Volkskrantgebouw in Amsterdam.

Met Zaanse vrienden bij Caffè Florian in Venetië; rechts Dicky, daarnaast, met zonnebril, de jarige job.

Maar 76 is gewoon een getal in een lange reeks, dat me weinig zegt. Op de sportschool liet ik me deze week helemaal doormeten. Mijn BMI kon beter, maar mijn metabolische leeftijd bleek zestig jaar te zijn, dus ik heb nog zestien jaar voor ik mezelf heb ingehaald.

Mijn vader werd 76 in 1980. Hij woonde toen al meer dan tien jaar in Castricum, nadat hij Sigarenmagazijn Rep van de hand had gedaan. Hij bracht zijn dagen door met vissen, aan het Noord-Hollands Kanaal of in de vijver voor zijn huis. Hij kweekte zangkanaries en was na zijn pensionering een fanatiek en verdienstelijk bridger geworden. Geregeld reed hij naar de Meidoornstraat in Zaandam om bij zijn opvolger in de zaak zijn voorraad Zware van de Weduwe van Nelle en Ritmeester Riant sigaren aan te vullen. Van mijn vader zijn gedurende zijn lange leven vele honderden foto’s genomen, maar op niet meer dan een handjevol staat hij zonder sigaar of sigaret in mond of hand. Veel aan beweging deed hij niet, de beste manier om oud te worden was volgens hem veel rust houden, een middagtukje doen en vooral doorgaan met ademhalen. Toch werd hij op die manier 86 jaar.

Ik zou het op een knappe prestatie van mezelf vinden als ik die leeftijd ook zou halen. Voorlopig maar doorgaan met ademhalen.

Mijn Dicky viert feest in het Volkshotel Amsterdam: ik ben 72 geworden