Het is treurig gesteld met de pisbakken in Zaanstad. Een paar jaar geleden verdween het laatste openbaar toilet van de Dam, en ondanks een motie waarin burgemeester en wethouders de opdracht kregen voor vervanging te zorgen, is er nog altijd geen resultaat zichtbaar.
In mijn jeugd waren er aanzienlijk meer gelegenheden om de nood te lenigen, maar dat was toch niet genoeg voor mij. Herinneringen aan een hoogst ongemakkelijke dag in 1959.
Door Martin Rep
Ik verkeerde in hoge nood. Als een gek fietste ik het Zuideinde in Koog aan de Zaan af, richting de Westzijde. Nergens een openbaar toilet te bekennen, die wist ik ook niet te vinden in dit deel van de Zaanstreek. Trouwens, ik moest niet piesen maar enorm nodig poepen.
Twaalf jaar oud was op deze donkere winterdag, begin 1959. Ik schold op mezelf. Waarom had ik niet het lef gehad aan de tandarts te vragen of ik daar even naar de wc mocht? Waarom hadden we eigenlijk een tandarts helemaal in Koog, liefst vijf kilometer van de Meidoornstraat in Zaandam, wel twintig minuten fietsen?
De tandarts-afspraak was gepland voor half vijf ’s middags. Vanaf school — ik bracht een tussenjaar door aan de christelijke Groen van Prinsterer-mulo, komend schooljaar zou ik naar het Zaanlands Lyceum gaan — was het maar vijf minuten fietsen. Ik had op school moeten gaan natuurlijk, maar ja, toen moest ik nog niet.
Openbare toiletten waren niet echt dik gezaaid in de Zaanstreek, maar ze waren er wel. Een van de nieuwste was gebouwd in 1952 bij de aanleg van de brug over de Hanenpadsloot. Ongeveer halverwege ons huis en mijn lagere school, de Ds. Lindeboomschool. Het was een keurig urinoir, met twee pisbakken. De tegels glommen en werden regelmatig schoongemaakt, toch stonk het er altijd. Meestal liep ik samen met mijn neefje Herman Roode naar school; de ene keer haalde ik hem op van huis, de andere keer kwam hij bij mij langs. Bij de ‘nieuwe brug’ liepen we soms naar beneden om te kijken of we door het traliehek van het urinoir met ver-piesen de overkant van de sloot konden raken. Mij lukte dat nooit, Herman won altijd.
Tijdens het harde fietsen door de Westzijde probeerde ik te denken waar ik in vredesnaam terecht zou kunnen. Onder de net voltooide Beatrixbrug bevond zich een urinoir, maar ik voelde er weinig voor om mijn fiets bij de brug neer te zetten, de trap naar beneden af te rennen om dan op mijn hurken in de pisbak plaats te nemen. Bezoekers zouden vreemd opkijken; het toilet werd redelijk druk bezocht. Nee, ik passeerde de brug op topsnelheid, de Peperstraat af, daarna de Kepplerstraat op. Nog één kilometer. Zou ik het redden? Anders in godsnaam toch maar het urinoir onder de Hanenpadslootbrug?
Zestig jaar later zit ik te denken of er destijds meer pisbakken waren in Zaandam. Was er niet een bij de aanlegplaats van het ‘pontje van Schaap’ aan de Prins Hendrikkade? Vaag staat me bij dat er een pisbak was in het mini-plantsoentje op de Burcht. Als ik ernaar vraag bij Piet Bakker, leeftijdgenoot en redacteur van De Orkaan, komt ook hij niet verder dan de mededeling dat hem daar ‘ergens wel iets van bij staat’. Hij verwijst me naar een foto uit het Gemeentearchief Zaanstad, gemaakt in de jaren nul van de vorige eeuw, waarop een metalen pisbak op de Hogendam is te zien.
Ik vind meer foto’s van dergelijke vooroorlogse pisbakken in het archief: in Wormerveer (aan de Marktstraat), op de grens van Assendelft en Krommenie, naast molen de Koperslager in Zaandijk, en ook nog een naast de in 1941 gesloopte Hoopbrug in Zaandam.
Het laatste openbaar toilet in Zaandam, aldus Piet Bakker, stond op de Dam en werd geëxploiteerd door de firma J.C. Decaux, die in stad en land al die mooie reclameposters ophangt bij wachthokjes en op ander straatmeubilair. In 2019 werd die, aldus Bakker, ‘met stille trom verwijderd’. Dat was aanleiding voor een motie van de raadsfracties van GroenLinks, Denk, de SP en de Partij voor de Dieren, waarin het college van burgemeester en wethouders werd opgedragen om in het centrum van Zaandam te zorgen voor een ‘genderneutraal, rolstoeltoegankelijk en 24 uur beschikbaar toilet’.
Dat was wel nodig ook, want ZaanstadNieuws.nl had een jaar eerder gemeld dat Zaanstad landelijk gezien onderaan bungelde wat aantallen openbare toiletten per inwoner betreft. Of het gemeentebestuur iets met de motie heeft gedaan, weet ik niet; in ieder geval is de plek op de Dam nog steeds leeg.
Wel is er sinds ruim een jaar een openbaar toilet bij de Hempont. Maar voor bezoekers van het stadscentrum die in nood verkeren is dat meer dan een brug te ver.
Voor mij was op die dag in 1959 mijn veilige ouderlijk huis aan de Meidoornstraat tweehonderd meter te ver. Maar ook de pisbak onder de Hanenpadslootbrug was te ver. Huilend en diep, diep ongelukkig kwam ik thuis, waar ik zonder enig begrip een zeer koele ontvangst kreeg, ondanks de warme inhoud van mijn broek.
De Orkaan: “openbare toiletvoorzieningen op Kerkplein Krommenie en in de Zaanbocht Wormerveer” (Coalitieakkoord 2022- 2026)
En waar mogen de dames(meisjes)hun nood lossen??
In heel Krommenie staat er 1: op het kerkplein van de Nicolaaskerk, aan de Durgsloot.
Ach, met een gezonde blaas was de afstand vanaf Zuideinde in Koog aan de Zaan tot huis, geen probleem. En in noodgevallen altijd bomen genoeg onderweg. Maar ja, je moet als Martin Rep toch af en toe een verhaaltje verzinnen.
Zoals bij al mijn verhalen is daar geen woord van verzonnen. En als je mijn bijdrage goed had gelezen, had je gezien dat ik niet met een volle blaas had te kampen, maar met een ander, veel heftiger probleem.
Een betonnen pb stond op de Burcht evenals in het verlengde van het Skagerrak.
Even een sprongetje naar een andere pisbak, De Krul. Deze staan nog steeds op diverse plaatsen in Amsterdam, er is zelfs een plattegrondje online waar ze te vinden zijn als je (M) hoge-nood hebt. Gisteren tijdens een van mijn favoriete wandelingen was het zover. Ik liep achter de Oude Kerk op de Oudezijds Achterburgwal en was blij dat er een 'Krul' in de buurt was. Toen ik opgelucht mijn blaas stond te ledigen zag ik door de opengewerkte stalenwand een dame aan komen lopen met twee dametjes in de peuter leeftijd. Ik zag dat (waarschijnlijk)de moeder uitgebreid stond uit te leggen waar dit vreemde bouwwerkje voor diende. De gezichten van de kleine dreumesen begonnen een beetje te vertrekken. Helemaal toen ik uit de Krul stapte, ik heb nog nooit kleine meisjes zo vies naar me zien kijken, of ik besmet was met het ergste wat een mens kon overkomen. Toch blij dat ik van mijn overtollige vocht af was. 🤭
Onderweg nergens kunnen poepen op een donkere winterdag;
betere omschrijving van 'the blues' heb ik nog nooit aangetroffen.
in het verlengde van het skagerrak stond de pisbak