Het was een hartelijk weerzien met zwager en zijn vriendin in Zaandam, een avondje met Freek de Jonge is altijd een goed excuus om weer even terug te gaan naar de geboortegrond. We waren ruimschoots op tijd. De voorstelling zou pas om acht uur beginnen, dus voldoende gelegenheid voor een aperitief op de Dam en een mooie pasta in een Italiaans restaurant.
Gezellig keuvelend liepen we door de Westzijde. Zwager en ik wezen elkaar op historische en/of verdwenen plekjes. Waar het Zaanlands Lyceum stond. Waar de dochter van fietsenmaker Lou Rep zich op straat waagde en voor onrust zorgde tijdens de lessen. Waar de paskamermoord plaatsvond, waar ooit het moderne gebouw van De Typhoon stond dat in de jaren daarna zo grondig en vakkundig werd verpest door de erfopvolger.
“Er komt een hotel in”, zei ik tegen zwager. “Het lijkt wel weer mooi te worden.”
“Wat zeg je?”, schreeuwde zwager.
Een oorverdovend kabaal klonk door de Westzijde. Een leuk uitziend wagentje met de mysterieuze code ZNSTD erop, reed langzaam langs ons en maakte het gesprek onmogelijk. Met bezems aan de onderkant werd het wegdek grondig gereinigd.
“Dat het gebouw van De Typhoon weer mooi wordt!”, schreeuwde ik in zijn oor. Het karretje was nog steeds bezig.
“Met menskracht zou dat een stuk minder lawaaiig gaan”, zei ik, toen het tien meter verder was en we elkaar weer enigszins konden verstaan. “Geef een paar mannetjes van de reinigingsdienst een bezem, ze hebben werk, lichaamsbeweging, iedereen blij.”
Ik was me bewust dat ik voorbij ging aan honderd jaar sociale strijd en verworvenheden. Anderhalve kilometer naar het zuiden en zestig jaar in het verleden keek ik in de Meidoornstraat al ademloos toe als een vroege variant van dit karretje door de straat reed. Er zaten net zulke ronddraaiende bezems onder als deze ZNSTD-wagen had. Het volgde precies de stoepranden. Als er een auto langs het trottoir geparkeerd stond, reed het er netjes omheen. Ondertussen sproeide het water, zodat niemand last had van het opwaaiende straatstof. Het was een machtige machine, ontworpen door een geniaal brein, waar de jongens uit de Meidoornbuurt lang naar konden kijken.
Het borreltje op de Dam smaakte prima. Tijd voor de pasta aan de Rozengracht, waar we een tafeltje hadden gereserveerd. Binnen was het warm en er waren ons wat te veel gasten om de anderhalve meter veilig te kunnen handhaven. Gelukkig was er een terras. De wijn smaakte meer dan uitstekend. Jammer alleen dat inmiddels ook ZNSTD was gearriveerd. Het karretje begon de sporen van de markt uit te wissen.
Dat gebeurde meer dan zorgvuldig. Van voor naar achter van links naar rechts. De dweilpauze duurde eindeloos. Om de vijf minuten kwam het weer langs, er lagen nog wat snippers op de grond. De bestuurder van dit stuk vernuft stuurde het karretje vaardig en behendig over het terrein, de instructies van hogerhand nauwgezet volgend. Zwager raakte geïrriteerd.
Maar we stonden echter pas aan het begin van de klus. Een grote vrachtauto arriveerde om spullen op te halen van de marktkooplui, die zelf inmiddels thuis van hun welverdiende biertje zaten te genieten. Ze hadden bovendien in kratten een flinke hoeveelheid onverkocht fruit en groente achtergelaten. Wat deden de mannetjes van de vrachtwagen daarmee? Natuurlijk! Ze keerden de kratten om en flikkerden de hele zooi op straat.
Het was een geweldige uitdaging voor ZNSTD. De borstels konden de meloenen niet oppakken om ze naar binnen te zuigen. Ze moesten eerst worden kapotgereden. Dat was een gigantische klus, maar de bestuurder stelde er een eer in om ze allemaal kapot te walsen en op te slurpen, het duister inwendige van ZNSTD in.
Het duurde lang, heel lang. Onze gesprekken werden vaak en langdurig onderbroken. Gelukkig maar dat de pasta, de pizza’s, de carni en de vino uitstekend smaakten. Pas bij het dankgebed na afloop was de rust weer neergedaald over de Rozengracht. Het avondje ZNSTD kon eindelijk goed beginnen.
Op de foto van W. Wielinga boven zie je veegwerkzaamheden aan de Rozengracht, 2020.