“Zou jij de laatste correcties aan het nieuwe boek van m’n dochter Sara willen doen, vraagt mijn oude Zaanse vriend Ton Kee mij.“
Tijdens het correctiewerk begint ook iets heel anders: tussen Ton en mij ontstaat een correspondentie over de winkel van Tons vader. Die leidt tot een inkijkje in het leven van een middenstander uit de vorige eeuw, waar de bijbel en de kerk een centrale plaats innemen en de vrouwen duidelijk op de tweede plaats komen.
Door Martin Rep
Een absurd verhaal, waarin in bed de rollen tussen man en vrouw worden omgedraaid op meer dan één manier. Een al even absurd verhaal waarin een aardrijkskundeleraar die zich schuldig voelt over alles wat het milieu schade berokkent, de hele wereld gaat redden; hij heeft toevallig de voornaam Hero oftewel Held. Ik ben bezig met de laatste correcties aan Patiënt Hero, de nieuwe verhalenbundel van schrijfster Sara Kee.
Dat ik dat klusje doe, is de schuld van haar vader Ton Kee, een voormalige Zaandammer die net zoals ik nog met talloze onzichtbare draadjes met zijn geboortegrond is verbonden. Ton is een zoon van kruidenier Teun Kee, die in de vorige eeuw samen met zijn broer Jo een kruidenierszaak aan de Zuiddijk had: Van Mouwerik.
Gereformeerd
Oom Jo had eveneens een zoon die Ton heette. Naast die Ton Kee zat ik een jaar lang in klas 4A van de Christelijke hbs in Zaandam. De neef met dezelfde naam zat een klas lager. Twee leerlingen met identieke namen, daar werden ze gek van op die school, zodat de jongere Ton de opdracht kreeg zich voortaan Anton te noemen. Ook voor dit verhaal wordt dit te ingewikkeld; ik ga verder dan ook voorbij aan de oudere Ton Kee en zal het alleen nog maar hebben over jongere Ton Kee, die helemaal niet blij was met zijn opgedrongen naam Anton en zich na zijn eindexamen en voor de rest van zijn leven weer gewoon Ton is gaan noemen.
Ton en ik hebben dezelfde achtergrond – wij konden wat dat betreft ook wel neven zijn. We delen herinneringen aan het Zaandam van de tweede helft van de vorige eeuw en het sociale leven in de gereformeerde kerk, en we zijn beiden zoons van winkeliers. Maar in tegenstelling tot mij, groeide Ton niet op in de slagschaduw van de winkel. Het was oom Jo die bij de zaak woonde, vader Teun woonde zeven minuten fietsen verderop, aan de Tuinstraat.
Wonen boven of naast je winkel is een straf, zoals ik uit ervaring weet. Bij ons ging ook na sluitingstijd voortdurend de bel. De klanten wisten dat Rep je nooit met lege handen wegstuurde als ze om een pakje Zware van de Weduwe met vloei vroegen, of twee kwartjes en vijf dubbeltjes wilden wisselen voor een vaste gulden voor de automaat. Verkiezingsposters van de ARP ophangen was ondenkbaar: de rooie klanten in de Meidoornstraat zouden daar wel eens aanstoot aan kunnen nemen. Voor Teun Kee in de Tuinstraat was dat geen probleem.
Thuiswinkelen
Waarom wij geen klant waren bij kruidenier Van Mouwerik weet ik niet. Net als wij waren Teun en Jo gereformeerd, en in die tijd deed iedereen het liefst de boodschappen bij iemand van dezelfde kerk. De winkel aan de Zuiddijk 255, net naast het Hanenpad, was ook niet ver, al was onze kruidenier, Graauw, op de hoek Zuiddijk/Troelstralaan, net wat dichter bij de Meidoornstraat. Het kan zijn dat de gebroeders Kee niet rookten en dus geen financiële tegenprestatie konden leveren. Maar waarschijnlijker is dat de boodschappen net wat duurder uitvielen. Want Jo en Teun Kee bezorgden de boodschappen bij de klanten thuis en kwamen ook daar de bestellingen voor de volgende week noteren. Thuis winkelen in een tijd ver voor de introductie van internet.
Bij ons dus geen Jo of Teun Kee over de vloer. Maar als ik bij mijn vriend Rob Berghege aan de Burgemeester Van der Stadtstraat was, kwam ik hen geregeld tegen. Ik zie Kee nog zitten in de voorkamer in zijn beige stofjas. Hij had de bestellingen afgeleverd, haalde zijn gele opschrijfboekje te voorschijn, likte aan zijn inktpotlood en begon de aanbiedingen voor de komende week op te sommen. Hij deed me denken aan kruidenier Grootgrut uit de Tom Poes-boekjes en ik verwachtte elk moment dat hij zijn voortreffelijke grutsprits zou gaan aanbevelen.
Psalmen en gezangen
Was het Teun Kee of Jo Kee die bij Berghege voor kwam rijden in de Morris Minor bestelauto? Ik vraag het aan zoon Ton. Hij weet het niet zeker:
“Ze kwamen allebei bij de klanten. Twee keer zelfs, de eerste keer om het boekje in te vullen en de tweede keer om de boodschappen te bezorgen. Mijn vader vond het boekje invullen het leukste deel van zijn werk, want dan kon ie met de klanten praten. Ome Jo was niet zo’n prater en meer de man van de winkel. Hij ordende de plekken waar alles moest staan en hield alles netjes. Mijn vader had daar weinig oog voor. Hij deed wel de boekhouding en dat was ook niet niks. Maar het liefst was hij onderweg en maakte hij met iedereen een praatje. Wie er bij Berghege kwam weet ik niet, daar heb ik mijn vader nooit iets over horen vertellen. Vermoedelijk was het dan ome Jo, want mijn vader vertelde over iedereen wel eens een anekdote.”
De bestelauto werd aangeschaft in 1957. Teun gebruikte hem ook om tussen de middag naar de Tuinstraat te rijden voor het warme eten en een tukje van vijf minuten. ’s Morgens en ‘s avonds ging hij naar en van de winkel op de fiets, onderwijl psalmen of gezangen fluitend. De buren hoorden hem al van verre aankomen.
Enkabe
Op tijd thuis voor het eten was hij nooit. Na het sluiten van de winkel moesten nog boodschappen worden bezorgd. Eindelijk thuis werd er haastig gegeten en moest hij vaak weer snel weg. Er waren altijd wel vergaderingen: van de kerkenraad, van de ARP, de politieke partij waar gereformeerden als vanzelfsprekend lid van waren, of van kruideniersorganisatie Enkabe.
Na de avondmaaltijd was het dan ook moeder en niet vader die voorlas uit de bijbel. Net als bij sigarenwinkelier Rep namen geloof en kerk een centrale plaats in het dagelijks leven in. Mijn vader was diverse malen geroepen om als ouderling plaats te nemen in de kerkenraad van de Zuiderkerk. Teun Kee, die handig was met kasboek en cijfers, was diaken bij de Stationsstraatkerk.
Zijn vrouw was daar niet altijd zo blij mee. Maar naar haar werd niet altijd geluisterd.
Volgende aflevering: Het einde van een bloeiende kruidenierswinkel.
ik zal er wat keren even snel pork gehaald hebben voor mijn moeders macaroni, wij woonden op zuiddijk 166 en deden daar onze boodschappen
kee was voor ons , de kruidenier waar je voor een paar centen , suiker ,bruine bonen e/a waren kon halen , want we houden een groot gezin , daar konden we voor een kwart ons terecht , omdat zij wisten dat wij niet over een groot budget beschikten , ondanks de armoede , werden wij vaak geholpen door de gebr kee , zo zijn we door de jaren 50 , heen gegaan , wat ons door de omstandigheden veel heeft opgeleverd , hoe je met weinig , veel kan doen , en ons bracht ,wat wij nu zijn , tevreden en gezond ,
Kee was lange tijd onze kruidenier en ik herinner me goed dat hij kwam om de bestelling op te nemen - in dat genoemde boekje + potlood - en dat hij dan later in de week kwam met zijn mandfiets om de boel af te leveren bij ons op de Parkstraat
Ik ben als kind heel vaak bij de gebroeders Kee in de winkel geweest. Mijn ouders hadden de manufacturen (later Damesmode) winkel zuiddijk 223. Mijn vader heeft de winkel van , van der Voort later nog gebruikt als etalage. Heel erg leuk om het allemaal terug te zien.
Mooie jeugdherinneringen, die ik allemaal kan delen. Mijn vader Jan Valk was een jeugdvriend van Jo Kee. Eind jaren 30 gingen ze samen op fietsvakantie. In fotoboeken bij mijn moeder zijn daarvan de nodige foto's bewaard. Ook buiten de vakantietijd fietsten de 2 vrienden in het rond, getuige de foto's die bewaard gebleven zijn. Ook bij ons thuis bezorgde de gebroeders Kee de boodschappen, dat heeft volgens mij tot in de jaren 70 geduurd. Ik denk tot het moment dat de winkel gesloten werd. Kan zelfs wel begin jaren 80 geweest zijn. Mijn vader werkte in de jaren 60 en 70 als administrateur bij een scheepswerf in de Achtersluispolder. Op maandagmorgen nam hij altijd het bestelboekje mee en aan het eind van de middag werden de boodschappen thuis bezorgd. Meestal gebeurde dat door Jo Kee, hij liep altijd zonder bellen door de schuur naar binnen en begroette ons steevast met 'De kruidenier'. Een enkele keer kwam Teun Kee, als Jo verhinderd was. Zondagmorgen na de kerk ging ons gezin meestal op koffievisite bij de vele geloofsgenoten of mensen kwamen bij ons thuis. Zo ben ik ook diverse keren in de woning achter de winkel geweest, als we bij Jo Kee en zijn vrouw Meta op bezoek gingen.
Mooi dat je al deze verhalen uit je Zaanse herinneringen opschrijft Martin. Ik herken er veel van. Zelf heb ik als kind en in mijn jeugdjaren op de Gerhardstraat en het Hof van Zaenden gewoond en kerkte wij in Noorderkerk, maar de beelden komen allemaal overeen.
De vivo hoek hanenpad zuiddijk werd in q981 gesloten in 1982vkwam daar een 't shirt drukker in en daarna een sportdrank Leverancier
Naast de broers Keer stond er nog een oudere heer met snor achter de toonbank. Overigens was de naam van grutter zeer verwarrend. Was het nu Mee of Van Mourik.
De naam van de winkel was Van Mouwerik. Jochem van Mouwerik, geboren in 1850, was de stichter en naamgever van de winkel. Zijn opvolger was niet een van zijn zoons, maar zijn schoonzoon Anton Kee, geboren in 1881 en opgeleid als zilversmid. Daar was echter geen werk in te vinden in het begin van de 20e eeuw en dus koos hij voor het kruideniersbestaan.
Mijn moeder, Magda Slegers, was daar ook zondagsschooljuf (of assisteerde daarbij). Ze vond het zo leuk, en dacht dat ze misschien ooit wel onderwijzeres zou willen worden. Het is er nooit van gekomen. Op haar 15de Van de huishoudschool gehaald om moeder bij te staan na de geboorte van haar jongste broertje.
Martin, achter de winkel van Kee, beneden dus, heb ik een aantal keren de zondagsschool bezocht.
Juf. Kuiper, kleuterjuf van de Kon.Julianas hoor, vertelde dan verhalen en las uit de bijbel voor.
Ik zat vroeger op de kleuter school van de meidoornstraat, bij juf Rep op school.
Ws Marianne, woonde bij jullie in.
Dat was 1962-1964.
Heb er nog een foto van, samen met mijn klasgenoten.