Al een week lang geen krant gehad. Er zal de Krantencowboy toch niets zijn overkomen?
Door Martin Rep
Wat zou er toch aan de hand zijn met de Krantencowboy?
Nog nooit zo’n goede bezorger gehad. Helse zon, regen of sneeuw, Eunice of Franklin, de NRC ligt in de brievenbus.
Ik heb weleens medelijden met hem. De brievenbus zit erg laag in onze vooroorlogse voordeur — de mensen waren vroeger kleiner — zodat hij altijd diep moet bukken om de krant in de bus te krijgen.
Hij klaagt nooit. De krant ligt er altijd op tijd in, terwijl de Krantencowboy toch best een oude man is. Hij heeft een bromfiets met een karretje. Daar zitten de kranten in. Of het alleen de NRC is of dat hij ook andere kranten bezorgt, ik heb geen idee.
Meestal horen we hem al aankomen. Het gepruttel stopt bij ons tuinhekje, de man stapt van zijn brommer. Op het hoogtepunt van de hittegolf van afgelopen jaar, toen hij de krant net in de bus had gegooid, opende ik de deur. “Wilt u misschien een glaasje water?” Hij nam het dankbaar aan, “u bent de eerste die dit doet.” Een extra flesje meenemen hoefde niet, hij had er een in z’n karretje, maar toch bedankt.
De Krantencowboy. De Onbekende Stille. Nog nooit zo’n vreemd uitgedoste krantenbezorger gezien. Op zijn hoofd een leren hoed, voor zijn ogen een soort skibril.
Ik ben van het bedrukte papier. Ik woon in boeken, ik heb gedurende mijn leven bijdragen geleverd aan vele duizenden krantenpagina’s, ik heb voor geïllustreerde bladen gewerkt met glanzend en gelakt papier, ik heb zelfs een paar boeken geschreven. Mijn vrienden kijken me meewarig aan als ik zeg dat ik nog elke dag een verse krant met die heerlijke geur opensla. Je kunt de krant digitaal al om twaalf uur lezen, terwijl jij dan nog een paar uur op de bezorger moet wachten, zeggen ze.
Natuurlijk zoek ik de krant online op als de Krantencowboy vertraging heeft, of als hij verlaat is omdat hij om onnaspeurlijke redenen zijn route in omgekeerde richting rijdt. Dat gun ik hem graag als het hem inspireert tot een nog betere bezorging. Bezorgers zijn immers goud waard voor de krant. Dure reporters reizen de hele wereld over om overal de mooiste reportages te maken, in ploegendiensten werken redacteuren, grafici en drukkers keihard om een zo mooi mogelijke krant van de drukpersen te laten rollen — maar als de volgende ochtend de bezorger zich verslaapt of een lekke band heeft, is al dat harde en duurbetaalde werk voor niets geweest.
Bij De Zaanlander, mijn eerste krant, woonde boven het bijkantoor aan de Gedempte Gracht in Zaandam meneer Bos. Die ving gedurende de dag de bezorgklachten van de lezers op. Aan hem de taak om de bezorgers te bewegen die alsnog te brengen. Niet zelden staken ze telefonisch de middelvinger naar hem op, zodat meneer Bos, hijgend en wel, zijn omvangrijke lijf weer in zijn Dafje wurmde om naar Assendelft-Zuid of Jisp te rijden voor de nabezorging. Het vrat aan hem, hij kon er niet van slapen als mensen de krant opzegden omdat ze hem een paar keer niet hadden gekregen, ze stapten zó over naar De Typhoon.
Vijftien jaar later bezorgde mijn oudste dochter ’s morgens vroeg de Volkskrant, de krant waar ik overdag de kost verdiende. In de barre winter van 1986 werd besloten — destijds uniek in de geschiedenis van de Volkskrant — de voorpagina te openen met het extreem koude weer. Glibberend reed ik een paar uur later naar huis. Om halfzeven stond mijn dochter huilend naast mijn bed, ze was al drie keer van haar fiets gevallen met dat zware pak Volkskranten in de tas: de straten waren spekgladde vloeren geworden met een dikke laag ijs erop. Even later reed ik haar in de auto rond om de zelfgemaakte Volkskrant toch op tijd bij de abonnees te krijgen.
De problemen met de bezorging zijn zo groot geworden dat ik de NRC vanaf 26 april voortaan ’s morgens in de bus krijg in plaats van ’s middags. Voor middagkranten zijn geen bezorgers meer te krijgen. Daar ben ik niet zo blij mee, mijn bioritmiek is afgesteld op de krant om zestienhonderd uur. Maar wie wil er anno 2022 nog een krant bezorgen? Heel vroeg opstaan in de hoop dat je in een paar jaar een scooter bij elkaar spaart. Gelukkig hebben wij de Krantencowboy, die we tussen Kerst en Oud en Nieuw altijd met een ruime fooi bedanken voor zijn stipte werk. We hadden in het begin geen idee hoe onze krantenbezorger er zonder zijn beschermende kleding uitzag. Er belde een klein, vriendelijk mannetje aan met een kaal hoofd. Hij overhandigde mij, namens de NRC en hemzelf, een welgemeende nieuwjaarswens.
Ik keek hem wat verbaasd en ook wantrouwend aan. De man begreep het al, hij lachte. “De mensen herkennen me niet zonder m’n skibril”, zei hij.
Nooit faalde de Krantencowboy, altijd was de krant op tijd. Op zaterdag zelfs al tussen vier en vijf uur ’s morgens, we schrokken er wakker van als het pak papier in de gang belandde. Maar, zo zagen we later, dat was niet onze cowboy, maar een donkere jongen die de bezorging in het weekend van hem overnam.
Maar nu is opeens alles anders geworden. Al een week lang geen krant gekregen. Online vul ik op de website van de NRC dagelijks mijn bezorgklacht in. Moet de krant worden nabezorgd, vraagt het formulier. Maar dat wil ik onze cowboy niet aandoen.
Ongerust bel ik na een week met de krant. “Ik zie dat er een onderzoek is ingesteld”, zegt de dame aan de andere kant van de lijn.
Ik kan niets anders doen dan het resultaat van dat onderzoek afwachten. En bidden dat er in vredesnaam niets met onze geliefde Krantencowboy aan de hand is.
P.S.: Vandaag is de krant weer niet bezorgd.
Foto: Orkaan-brievenbus, februari 2021
Mooie hulde aan al die vroege bezorgers. Ik hoor 'm altijd aankomen, dan de klep van de brievenbus en dan weet ik dat de krant er is. Gerustgesteld.
Zeer herkenbaar ,ook ik hielp mijn zoon in de winter van '86 met de auto
,zijn wijk te lopen/ rijden Op zaterdag was het niet te doen op de fiets,vallen en dan de fiets niet meer omhoog krijgen.
Lof voor de Bezorger.