Is Zaandammer Henk Evenblij echt een verre nakomeling van koning Willem III? Het zou best kunnen.

In ieder geval schreef het ‘voetbalprofje’ er een boek over. Dat helaas barst van de slordigheden.

Door Martin Rep

HENK IS DE EERSTE EN ENIGE PROFVOETBALLER TER WERELD VAN KONINKLIJKE BLOEDE. Hij zegt het zelf, hij schrijft het in kapitalen op mijn Facebook-pagina en in zijn nieuwste boek, ‘Oranje Nazaat’. Dan moet het wel waar zijn, toch? Of slaat hij hier een beetje door? Henk Evenblij heeft immers een krantenleven lang gewerkt bij De Telegraaf, waar ze misschien niet de uitvinders maar beslist wel de grootverbruikers zijn van de chocoladeletters die uit de kast worden gehaald om de koppen op de voorpagina mee te zetten. En Zaandammer Evenblij, zo lees ik in zijn nieuwste boek, stond bij De Telegraaf bekend als de ‘keizer van de krantenkoppen’.

Ik ken Henk nog van de tijd dat ik bij dagblad De Zaanlander werkte. Hij was degene die mij opvolgde toen ik eind 1970 mijn ontslag indiende om mijn carrière elders voort te zetten. Henk hoopte niet alleen op een journalistieke, maar ook op een voetballoopbaan. Nadat hij jarenlang vergeefs had gewacht op een plek in het eerste van eredivisieclub Telstar, had hij getekend bij ZFC.

zfc1970 copy
ZFC, 1970-’71, Tweede Divisie. Staand vlnr: Bert Onclin, Fred Debets, Dick Helling, Sjaak Kleef, Eddy Maatman, Tjeerd Koopman, Jan Plekker, Rob Schouten (fysio)l knielend vlnr: Frans Groot, Hans Deen, Bas Veerhuis, Hans van Eijkeren, Hans Bakker, Henk Evenblij, Cees Heijnis, Ruud Muskee. Simon Kistemaker was de trainer.

Met ZFC ging het trouwens toen niet zo best. De club was afgezakt naar de tweede divisie, de kelder van het betaald voetbal, en zou een jaar later geruisloos terugkeren naar de amateurs. Maar het contract gaf Henk wel een bijzonder voorrecht, dat hij kennelijk bij redactiechef Wim Harwijne had bedongen: hij werd op bepaalde dagen vrijgesteld van avonddienst, wat je meestal pas verdiende als je een aantal jaren op de krant werkte.

Het zou meer dan veertig jaar duren voor ik Henk opnieuw zou ontmoeten. Aan zijn bestaan werd ik af en toe herinnerd als ik De Telegraaf in handen kreeg. Net als andere voormalige Zaanlander-collega’s zoals Ron Couwenhoven, Coo Dijkman en Hans Woudstra was hij deel gaan uitmaken van de sportredactie van ’s lands grootste krant. Met Oranje en vooral met Feyenoord reisde hij over de hele wereld — hij deed er in verschillende boeken verslag van. Boeken vol anekdotes over zijn gestrande voetballoopbaan (‘Het profje’), over zijn kroegavonturen en ontmoetingen met beroemde sportlieden, maar ook heel persoonlijke verhalen, zoals over de drie soorten kanker die hij kreeg en waarvan hij wonderwel herstelde. Ontspannende lectuur voor op het nachtkastje.

henk-evenblij

Met ‘Oranje Nazaat’ lijkt Henk echter een heel nieuw pad in te slaan. ‘Oud-voetballer, journalist en schrijver Henk Evenblij heeft een nieuwe episode aan zijn krankzinnige leven toegevoegd’, aldus de ronkende tekst achter op zijn boek. ‘Na een diepgravend onderzoek blijkt hij […] een nazaat van Koning Willem III te zijn.’ Aanleiding genoeg om het boek te kopen. Duur is het niet met zijn 17,95 euro, hoewel het na het ophalen bij de plaatselijke betere boekhandel toch een beetje tegenvalt: het telt net geen 100 bladzijden. Maar het gaat om de kwaliteit, moet je maar denken.

Henk Evenblij met carnavalskroon op het omslag van zijn boek ‘Oranje Nazaat’.
Henk Evenblij met carnavalskroon op het omslag van zijn boek ‘Oranje Nazaat’.

Een paar uur later blijf ik in verwarring achter. Henk laat je plaatsnemen in een rammelende achtbaan waar je duizelig uitstapt. Wat is dit voor boek? Het is een historisch boek (hoewel ik van het ‘diepgravend onderzoek niet zoveel gemerkt heb, maar daarover verderop meer), een familiegeschiedenis en een bekentenisboek ineen. Zo schrijft hij zonder schroom over zijn drankgebruik, maar hij barst in woede uit als hij daarvoor van zijn chef bij De Telegraaf een gele kaart krijgt. Het ontroert als Henk schrijft hoe hij bijna een einde aan zijn leven had gemaakt toen zijn moeder op 49-jarige leeftijd heel banaal op een fietspad verongelukte. Je voelt de eenzaamheid die hij voelde toen zijn vader miljonair werd maar vervolgens zijn gezin liet barsten. Of zijn trots als hij stapelverliefd wordt op zijn Hedy Rüben, ‘een Indische schoonheid waar alle pubers uit Wormerveer op joegen’.

Maar wat is het jammer dat Henk ‘Oranje Nazaat’ niet even door Hedy heeft laten nalezen voordat hij het ongecorrigeerd naar de drukker stuurde. Nooit eerder heb ik een boek in handen gehad met zoveel stijlfouten, ontspoorde zinnen en onlogische constructies. Om in de stijl van Evenblij te blijven: hij kan wat mij betreft aan zijn zelf aangenomen koninklijke en keizerlijke titels nog die van ‘groothertog van de tantebetjezin’ toevoegen.

Het gegeven van het boek is aardig genoeg. Henk ontdekt dat de naam Evenblij voorkomt in het boek ‘Oranje Bastaarden’ van Hanno de Jongh. Zijn overgrootmoeder Johanna Hendrika Maria van Lee (1858-1950) wordt daarin genoemd als een onwettig kind van koning Willem III.

‘Ga even zitten, krijg er kippenvel van. Het voelde alsof ik zojuist tegen een betonnen muur aangelopen was. Mijn Oranjebloed deed de aderen zwellen. Bijna 73 en dan krijg je op je oude dag een nauwelijks te bevatten nieuws over je verborgen verleden.’

Samen met zijn broer Simon gaat Henk een en ander uitpluizen. Hij probeert erachter te komen of hij recht heeft op een adellijke titel. Nee, laat de Hoge Raad van Adel weten. Evenblij vindt dat jammer, maar ontspoort helaas volkomen als hij in een reactie uithaalt naar wat hij ‘de nieuwe adel van Nederland’ noemt:

‘Dat zijn de asielzoekers die hier een vorstelijk leven hebben. […] Alle ontheemden hoeven geen ene moer meer te doen en hebben een vorstelijk bestaan zonder zorgen.’ Na deze niet ter zake doende filippica heb je eigenlijk zin het boek terzijde te leggen.

Hoe serieus moet de claim op zijn koninklijke afstamming worden genomen? Van Willem III is bekend dat hij nogal een schuinsmarcheerder was. Amateur-speurder Hanno de Jongh, die er een levenstaak van heeft gemaakt om de uitspattingen van de Oranjes in kaart te brengen, zegt gegevens te hebben van 122 onwettige nakomelingen. Evenblij citeert hem graag en interviewt hem zelfs. Maar De Jongh draaft nogal door zonder veel bewijs. Zo beweert hij — geciteerd door Henk Evenblij, ik heb ‘Oranje Bastaarden’ niet zelf gelezen — dat koningin Wilhelmina onmogelijk een echte dochter van Willem III kan zijn, omdat de koning ten tijde van zijn huwelijk met zijn tweede vrouw, Emma van Waldeck-Pyrmont, aan syfilis zou hebben geleden en dus onvruchtbaar zou zijn geweest. Een bewering die afkomstig is uit kringen van complotdenkers en die, met feiten onderbouwd, als zeer onwaarschijnlijk is beoordeeld door Dik van der Meulen in diens biografie ‘Koning Willem III 1817-1890’. Een boek waar Willem bepaald niet als een misdienaar in naar voren komt.

Hoe het ook zij, De Jongh heeft achterhaald dat Willem III liefst twee meisjes zou hebben verwekt bij ene Hendrika Maria van Lee-van Lutterveld uit het Gelderse dorp Buurmalsen. De oudste van de twee, Johanna Hendrika Maria van Lee, was de overgrootmoeder van de latere Telstar- en ZFC-voetballer Henk Evenblij. Henk speelt met de gedachte om bewijzen voor zijn hoge afstamming te vinden door DNA te bemachtigen van de Russische tsarenfamilie — de Russische grootvorstin Anna Paulowna was de moeder van Willem III — of uit de kisten van de Oranjes die in de Grote Kerk van Delft hun laatste rustplaats hebben gevonden. Henk maakt er een cliffhanger van — hoe gaat hij dat proberen? — die hij helaas niet uitwerkt.

willm3 copy
Koning Willem III

Het aardige dat Henk een familiegeschiedenis vastknoopt aan de ontdekking over zijn afkomst. Zo maken we kennis met zijn egoïstische vader. Hij vertelt over ‘Paleis Schoorl’, het kapitale landhuis dat zijn vader met zijn nieuwe liefde betrok terwijl hij zijn ex, Henks moeder dus, liet stikken. Evenblij senior komt onder mysterieuze wijze om het leven; Henk suggereert banden met de maffia. Hij vertelt hartverscheurend over het bromfietsongeluk waarbij zijn moeder Til van Delft om het leven kwam, en hij publiceert haar laatste brief aan hem. Tante Nel en oom Dirk nemen de twee jongens Evenblij op in hun huis aan de Lagedijk in Zaandijk. Eindelijk komt er iets van luxe en warmte in hun leven. Toch raakt Henk door alle trauma’s aan de drank. Tot hij zijn grote liefde ontmoet en alles goed komt. En het gekke is, dat gun je Henk ook, als je het boek hebt uitgelezen. Want ondanks zijn grote bek en de vele slordigheden in het boek wordt hij je toch sympathiek.

Ik kwam Henk Evenblij pas weer tegen in de zomer van 2015, tijdens een borrel van voormalige collega’s in Zaandam. Hij had wat voor me meegenomen: zijn boek ‘Gekke Henkie’. Maar ik moest eerst het hoofdstuk voorlezen over Zaanlander-fotograaf Frits Rijkes. Hij stond stilletjes te genieten terwijl ik zo goed mogelijk mijn best deed bij de voordracht. Een rare bastaard, die Henk.

evenblij-woudstra copy
Telegraaf-collega’s Henk Evenblij (links) en Hans Woudstra bij een Zaanlander-reünie in 2015.