Het einde van het schoolseizoen activeert bij mij nog steeds een moment in mijn verleden als scholier dat ik als bijzonder blijf ervaren: ouders die in 1957 met succes in actie komen tegen het beleid – al zal het toen niet zo hebben geheten – van het hoofd ener lagere school te Krommenie.

Opstand in de tijd dat gezagsverhoudingen heilig en onaantastbaar waren.

Door Jaap de Jong

Mijn herinneringen aan School B aan de Wilhelminastraat te Krommenie zijn vooral bepaald door onderwijzend personeel dat een onverwoestbaar geloof had in de pedagogie van de harde hand. Als je daar thuis je beklag over deed, was de laconieke reactie van mijn moeder: dat zal je wel verdiend hebben. Een kleine juf die een tien verdiende voor het omdraaien van kinderoren zonder blijvende gehoorschade aan te richten en het zelfs presteerde om je aan je oren uit de bank te trekken. Een onderwijzer die zijn zegelring naar binnen draaide voordat hij een klap uitdeelde. Diezelfde onderwijzer schreef om half vier, als de bel was gegaan, een aantal moeilijke deel- of vermenigvuldigsommen op het bord. Je mocht pas naar huis als je alle sommen goed had. Aan die praktijk kwam pas een eind toen een vader, een niet onverdienstelijke worstelaar, de leraar in de hoek zette en hem daar steeds verder in duwde.

Een nieuwe meester
In de vijfde klas werd school opeens leuk. We hadden een nieuwe meester: Kor Brinkman uit Vledder. Zo van de kweekschool naar de vijfde klas in Krommenie. Vol goede bedoelingen die hij ook waar maakte. Met als wekelijkse hoogtepunt op zaterdagochtend na het speelkwartier een uur voorlezen. Zijn enige minpunt: als schoolradio koos hij een programma waarvoor we moesten zingen. Hij kwam altijd heel dichtbij je staan om de horen of je er geen playback-show van maakte.
In het zicht van de zesde klas groeide de onrust, want dan zouden we afscheid moeten nemen van Meneer Brinkman en wachtte ons het regime van Meneer Schepers. Alom gevreesd door zijn knorrige en ongeduldige manier van les geven. En door zijn vermogen om je vernietigend aan te kijken met een glazen oog. We compenseerden onze vrees door hem in het geniep Kale te noemen. Ik herinner me nog steeds de geweldige opluchting toen Meneer Brinkman een paar dagen voor de zomervakantie vertelde dat hij samen met ons overging naar de zesde klas. Een wonder van gerechtigheid.

Handtekeningenactie
Veel later zou ik horen dat een aantal ouders, bevreesd voor het heil van hun kinderen, een handtekeningenactie was begonnen ten gunste van Meester Brinkman. Onder de actievoerders was een moeder die tot de kennissenkring van burgemeester Provily behoorde. Hij schroomde niet om zich actief met het personeelsbeleid van de school te bemoeien onder druk van de notabele moeder en het bezwaarschrift met de handtekening van alle ouders. Achteraf realiseer je je pas hoe onaangenaam dit moet zijn geweest voor Schepers en voor die arme kinderen van de vierde die Schepers in de vijfde troffen. Ik vraag me ook nog steeds af of Schepers echt zo’n onaangenaam mens is geweest als wij toen meenden.

(klik op de foto voor een groter exemplaar)

Jaap de Jong