Anne Martien van der Does is op 7 november plots ‘trending’: “Kinderen Zaanstad willen roetveegpiet’ kopten alle media elkaar na. De kinderombudsman (v) had onderzoek gedaan en concludeerde dat Zaanse ‘kinderen’ roetveegpieten best okay vinden.

Maar wie het verslag van de kinderombudsman leest, kan ook tot een andere conclusie komen: “Zaanse kinderen willen Zwarte Piet houden”. De ombudsman zegt nu verkeerd geciteerd te zijn door het ANP.

Ondanks dat het bericht – althans de kop – niet klopte, heeft ze niet bij het ANP of media die het overnamen geklaagd over de onjuiste weergave. Ook is geen contact geweest met Zaanstad over de foutieve weergave.

De timing was perfect. Ze maakte het bekend vlak voor de grote Sinterklaasdialoog die Zaanstad organiseerde. De toon was gezet; als de kinderen het prima vonden, waar maakten die volwassenen zich dan zo druk over?

In een reactie zegt ze nu tegen De Orkaan: “onze boodschap was dat de kinderen een Zwarte Piet wilden die paste in het verhaal van Sinterklaas waarbij pieten door de schoorsteen komen waardoor ze roet op hun gezicht krijgen.” Een soortgelijk citaat staat ook de mediaberichten over de bijeenkomst. Bij NH Nieuws (ANP-bericht):

“De kleur van de pieten koppelen zij volgens de Kinderombudsman vooral aan het verhaal over Sint. ‘En daarin komt Zwarte Piet door de schoorsteen binnen, dus is er een voorkeur voor roetveegpieten.’

Dat laatste citaat klopt wel volgens haar, wat de kop “Kinderombudsman Zaanstad: ‘Zaanse kinderen willen roetveegpiet'” niet zo erg vreemd maakt.

‘geen moeite met Zwarte Piet’

Volkskrant-verslaggever Peter Giesen schrijft over de bijeenkomst:

“Kinderen hebben geen moeite met de roetveegpieten, zegt Anne-Martien van der Does, Kinderombudsman van Zaanstad, na een enquête onder tweehonderd kinderen.”

Giesen zegt later tegen De Orkaan dat Van der Does inderdaad duidelijk maakte dat de belangrijkste boodschap was dat kinderen geen moeite met de roetveegpiet hadden. Hem was trouwens wel opgevallen dat in een filmpje dat tijdens de debatavond werd vertoond kinderen van groep 8 zeiden dat ze het liefst alles bij het oude wilden laten, zo schreef hij in z’n verslag.

DENK-raadslid Sebnem Pancar die ook bij de bijeenkomst was, kan zich niet herinneren dat Van der Does gezegd zou hebben dat Zaanse kinderen een ‘voorkeur’ voor een roetveegpiet hadden maar wel dat ze er ‘geen moeite’ mee hadden.

De ombudsman had 200 kinderen ‘ondervraagd’ met de Zaanse kinderombudsman Doby van den Eijkhof, die de meeste gesprekken voerde. In een brief aan de raad werd uit een aanzienlijk kleiner vaatje getapt, geen onderzoek (of ‘enquete’) maar ‘gesprekken’ met ‘bijna 200 kinderen’, en “het is niet onze bedoeling geweest om een officieel kwantitatief of kwalitatief onderzoek uit te voeren.”

Tegen De Orkaan zegt ze als reactie:

“Het was geen onderzoek. Ik was gevraagd om op een dialoogavond de stem van Zaanse kinderen te laten horen. Ik meende dat niet te kunnen doen zonder dat we Zaanse kinderen hadden gesproken. Het waren dus gesprekken, geen onderzoek. In verband met de ophef die daarover ontstond hebben we de notities die we tijdens die gesprekken maakten alsnog uitgewerkt. Iedereen kan die nu lezen en desgewenst eigen conclusies daaruit trekken.”

200 kinderen?

Het verslag lijkt mosterd na de maaltijd. De publiciteit rond het ‘onderzoek’ heeft al volop gewoed. Maar wie het verslag leest, bekruipt een onbehaaglijk gevoel: ‘Kinderen Zaanstad willen roetveegpiet’? (of “een voorkeur voor roetveegpieten”?). Staat dat er wel in? En hoezo 200 ‘kinderen’?

Om met dat laatste te beginnen. Ze sprak met 191 ‘jongeren’, maar daarvan waren er 10 tussen de 17 en de 25 en nog eens 10 tussen de 13 en 15 (de leerlingenraad in Krommenie). Pubers en jongeren dus, de 171 overblijvende gesprekspartners waren basisschoolleerlingen. In één klas (groep 5) is niet over Zwarte Piet gesproken volgens het verslag. Met de kinderen is niet individueel maar in de klas gesproken.

De conclusies zijn dus niet gebaseerd op gesprekken met 200 kinderen, maar gaan over minder dan 150 kinderen die aan de groepsgesprekken deelnamen. Het waren gesprekken op zes scholen, één in Zaandam, twee in Assendelft, twee in Krommenie en één in Wormerveer. Voorzichtig uitgedrukt: een vreemde verdeling.

Maar wat zeggen de leerlingen?

In Zaandam (groep 8):

“Op de vraag hoe de leerlingen een Piet het liefst zien, geven de meesten aan dat het geen Kleuren Piet of ander type dan een Zwarte Piet moet zijn.”

In Assendelft (groep 7):

“De meningen over hoe Pieten eruit moeten zien, zijn in de klas verdeeld. De ene leerling wil een zwarte Piet, waarbij de andere een roze Piet cool vindt. Weer een andere leerling vindt de Kleuren Pieten niks en de ander wil een Roetveeg Piet.”

Assendelft (groep 8):

“De leerlingen vinden in het algemeen dat Zwarte Piet kan blijven, maar vinden Roetveeg Piet ook leuk.”

Krommenie (groep 8, in groep 5 is niet over Zwarte Piet gesproken):

“In het algemeen vinden de leerlingen dat Piet donker moet blijven.”

Wormerveer (groep 8):

“Zwarte Piet moet gewoon zwart blijven en vooral leuk zijn voor de kinderen”.

Onderzoek?

Het ‘onderzoek’ valt niet alleen op vanwege het gerommel met de cijfers, de definitie van ‘kinderen’ en de vreemde verdeling van scholen. Het belangrijkste is dat op grond van het verslag de conclusie “Zaanse kinderen willen Zwarte Piet houden” veel logischer zou zijn geweest.

Foto boven Friso Kooijman (roetveegpiet Gerard Ram tijdens intocht in Zaandijk), onder (Ad van den Berg) jeugdige aanhangers van Zwarte Piet.