De Twiskemolen is omstreeks 1541 gebouwd als achtkante binnenkruier. Precies 50 jaar geleden werd de molen verplaatst van Barsingerhorn naar de grens tussen Oostzaan en Landsmeer. Een jubileumjaar voor de Twiskemolen en dat is een feestje waard!
De Twiskemolen is een zogenaamde Noord-Hollandse rietgedekte binnenkruier. ‘Wat de Twiskemolen extra uniek maakt, is dat deze monumentale molen een hybridegemaal is, wat betekent dat de Twiskemolen als enig gemaal voor de 650 hectare Twiskepolder zowel op ‘ouderwetse’ windkracht, als ‘modern’ elektrisch de grote water verplaatsende vijzel kan laten draaien.’
In oktober 2016 raakte de molen kap en wieken kwijt tijdens een zware najaarsstorm. Eén van de wieken kwam tientallen meters verderop in het water terecht. In oktober van dat jaar werd er een start gemaakt met de herstelwerkzaamheden. Pas in mei 2018 werd de gerestaureerde kap op zijn romp teruggeplaatst. Vanaf dat moment kon de molen weer in volle glorie draaien.
Nationale Molendag
Op zaterdag 11 en zondag 12 mei, tijdens Nationale Molendag, starten de feestelijke activiteiten van het jubileumjaar. Het molenaarsgezin Marcel en Marijke stelt neen deel van de begane grond van de molen open voor het publiek. Van 10.00 – 16.00 uur kun je op het erf en binnen in de molen een kijkje nemen. Tijdens deze twee dagen is de nog altijd werkende poldermolen versierd met kleurrijke vlaggenlijnen waar een prijsvraag aan gekoppeld is.
Avondvierdaagse Oostzaan
In de week van 3 tot en met 9 juni wordt de avondvierdaagse van Oostzaan gelopen. Dit jaar gaan de wandelaars ook over het erf van de Twiskemolen. De 10 km wandelaars gaan dat op woensdag 5 juni rond 18.15 uur doen. De 5 km wandelaars doen dat op donderdag 6 juni rond 18.15 uur. Op donderdag is muziekgroep Twiskenootjes op het molenerf voor muzikale klanken.
Open Twiskedag
Op zaterdag 22 juni vindt de Open Twiskedag plaats. Ook Het Twiske viert een feestje, want het recreatiegebied bestaat dit jaar 40 jaar. Het Twiske wordt op verschillende manieren in de schijnwerpers gezet. Het programma moet nog verder worden uitgewerkt, maar Marcel en Marijke zullen in ieder geval de hekken openen voor bezoek op het erf.
Meer informatie over de activiteiten vind je op de website van de Twiskemolen.
Tekst: Redactie De Orkaan, Bron: Nieuwsbrief en website Twiskemolen, Foto: Orkaan archief
Herinnering 3 aan het Twiske.
Zeker op een mooie dag als vandaag ontdekte eind jaren zestig de Oostzaners massaal de rimboe. Het hek was weg. De plannen van Oostzaan voor een eigen stukje met voetbalveld en een ijsbaan waren bekend. Iedereen wilde wel eens zien wat er ooit achter het hek lag. Nou, voldoende. Zeldzame flora en fauna, braambossen waar je voor drie huishoudens tegelijk kon plukken, vlierstruiken met voldoende bessen om een hele wijnkelder te vullen. Qua flora denk ik dat anno 2024 nooit toestemming verleend zou worden om het gebied verder te ontwikkelen. Te zeldzaam, allemaal. Ook bleek er zowaar nog iemand te wonen: De uitvoerder van Bos en Kalis. De snijkopzuiger die de plas uitgroef had steeds meer water nodig en dat kwam binnen via een kreek vanuit de polder Oostzaan. Eigenlijk via een omweg rechstreeks uit het Ysselmeer. En in dat kreekje zaten echte zware jongens qua voorn en karper. En met name baars en snoekbaars. Ook de paling kwam in grote getale mee. Deze vissoorten lokten natuurlijk allerlei liefhebbers. Niet alleen de hengelaars, al dan niet met visakte. Op een kwade ochtend bleek de hele plas leeggevist door, naar zeggen, Urker visserlieden. Aan de kreek ontmoette ik een redelijk roemrucht hengelaar, ene Niek, die jaar op jaar de grootste vissen in een Zaanse hengelcompetitie op de meetlat wist te brengen. Helaas kon hij niet verklaren waarom er een visitekaartje van een groothandel in vis uit Enkhuizen in de slokdarm van de enorme snoekbaars zat die hij als laatste toonde. Noch van Niek, noch van die hengelcompetitie werd nooit meer iets vernomen. Maar in de middagen aan die kreek bleek wel dat Niek, naast prachtige anekdotes, ook het hengelen tot in de puntjes te beheersen. De provincie Noordholland was het wetteloze gedoe ondertussen meer dan zat en de eerste koddebeier werd aangesteld. Zijn ontmoeting met de practical jokende rijwielhersteller van het dorp deed Oostzaan bulderen van de lach. Ome Gersie (want die was het natuurlijk) hield wel van een grapje en dikke paling. Op een kwade middag kwam de koddebeier langs en vroeg hem om zijn visakte. Dat liep heel slecht af want op de vraag van Ome waarom hij hier niet mocht vissen sprak de koddebeier de magische woorden aan de aan een ernstige doofheid veinzende hengelaar: ” van de Domeinen” .Die daarop de hand aan de oorschelp houdend verzuchtte ” Van wie ?” .In het oor van nietsvermoedende visser kwam bulderend het antwoord ”Van de Domeinen!!” . Waarop de gehoorgestoorde visser verbouwereerd reageerde met: ” De Romeinen? Die zijn toch al lang weg…” Hierna werd het de dienstdoend beambte wel duidelijk dat er met dwarse Oostzaners geen land viel bezeilen en hij droop af. De pot met anekdotes werd in de loop der jaren aardig door hem gevuld. Daarover een volgende keer meer. Maar de struiken met bramen en vlier zijn er nog steeds. Groter dan ooit. Het kreekje is nu prutslootje, met kikkers maar zonder vis.
Herinneringen aan de rimboe (deel 2)
Eind jaren zestig raakte de vraag naar wat de bestemming van de rimboe moest worden in een stroomversnelling. De grondslag van de droogmakerij was zo slecht dat er nauwelijks iets wilde groeien en helemaal geen gras. Tenminste niet van die kwaliteit en hoeveelheden dat er een bestaan als boer kon worden opgebouwd. Een van de betere stukken werd verpacht aan Jan Porsius, veehouder te Oostzaan. Hij verwisselde halverwege de jaren zeventig deze minder sappige weiden voor een mooie boerenplaats in Friesland. Jan reisde in de jaren negentig en begin deze eeuw vanuit Friesland nog vaak af naar de openbare avonden van de Oudheidkamer Oostzaan. Zoals gezegd, eind jaren zestig kwam de vraag bij de provinciale autoriteiten op: Wat te doen met de rimboe? Het tracé van de A7 werd na 1964 door het Oostzanerveld aangelegd en anders dan nu gebeurde dat niet door middel van verticale drainage maar gewoon ouderwets door het volspuiten met zand van een van te voeren uitgebaggerd tracé. Een paradijs voor de Oostzaanse sporvissers op aal. Aal zoekt nieuwe grond en de uitpuilende koelkast ten huize Dirksen van met de hengel gevangen aal was daar wel het bewijs van. Het zand werd uit de rimboe opgezogen door een snijkopzuiger die elektrisch werd aangedreven. Bos en Kalis legde dwars door het Oostzanerveld een aparte hoogspanningsleiding aan. Toen de snijkopzuiger halverwege de jaren zeventig in onderdelen werd afgevoerd bleven hardnekkige geruchten de ronde doen dat de elektrakabel gewoon was afgezaagd en dat de restanten zich tot de dag van vandaag ergens in het veld moeten liggen. Tussen de A7 en het Noordeinde. Maar niemand heeft tot nu toe iets van koper kunnen vinden ofschoon de waarde van deze kabel inmiddels wel meer dan € 100.000 zal bedragen. Toen het oude OFC terrein aan de Kerkstraat ook onder het tracé van de A7 verdween zag Oostzaan zijn kans schoon. Eindelijk vaste voet binnen de rimboe, zij het een klein stukje . Een nieuw OFC terrein zou verrijzen op de plaats waar nu het beheersgebouw staat. Geheel in de stijl van het mensonterend graaf- en spitwerk uit de handen van de werkelozen waarmee de Rimboe ooit ontstond moest het voetbalveld verwezenlijkt worden krijgen door het met de hand (!) omspitten van één hectare grond. Het was geen grote verrassing dat de KNVB dit noeste stukje handwerk afkeurde toen het klaar was. Ook werd een mooie plek gereserveerd voor Ijsclub Centrum. Een echte langebaan.
Het grote hek aan de Kerkbuurt was inmiddels weg en zoals gezegd reden daar 's avonds en 's nachts een boel auto's het gebied binnen . Veel keerden niet terug en toen uiteindelijk de Provincie besloot dat het recreatiegebied het Twiske de Rimboe zou vervangen begon men met het saneren van de woeste gronden van bramen, vlier en riet. Daarin werden meer dan 200 autowrakken ontdekt. Gelukkig zonder menselijke resten. Na 1968 was de rimboe eigenlijk officieus publiek toegankelijk en wat we toen allemaal ontdekten...
In de volgende herinnering kijk ik verder; naar de jaren zeventig. Genoeg te beleven !
Mooi geschreven Louis, komt me heel bekend voor zeker met N, deze heeft vaak achter mij aan gezeten zowel in de Rimboe, als met de jol in het veld.
Het Twiske bestaat officieel 40 jaar deze zomer. Mooie herinneringen aan een gelukkige jeugd. Want voor de Oostzaners bestaat het al veel langer. Met name sinds 1960 werd het gebied, lokaal beter bekend als de Rimboe, het officieuze recreatieterrein voor de Oostzaanse jongeren. Je kon er komen door een hek aan de Kerkbuurt dat , opgeleukt met een bordje ”verboden toegang” altijd gesloten was. Dat bord negeren was een waagstuk want onze dorpsagent N. had vanuit zijn huiskamer aan de Dr. Scharfstraat prima zicht op de toegangsweg naar het bruggetje. En als de passant niet een van de twee melkveehouders was die het gebied als weidegrond mochten gebruiken? Dan volgde een achtervolging op de dienstfiets die meestal eindigde met een vette bekeuring. Ja, N. was een man die leefde voor zijn vak; zo kom je ze tegenwoordig niet veel meer tegen.
Veiliger was het om de Rimboe te benaderen met een jol of een vlot. Of gewoon zwemmend. Het dijkje waar nu de brug met toegangspoortjes staat was in de schaarse weekenden met mooi zomerweer in die barre jaren zestig een druk bezocht plekje voor de Oostzaners met een bootje. Want ook op die mooie weekenddagen bleef het hek dicht en N. waakzaam…..
Langzamerhand werd het regime wat minder streng maar als je de euvele moed had om het ”dijkkie” te verlaten en het gebied erachter, al dan niet gearmd te verkennen, stond de sterke arm paraat. Gedoogbeleid zou dat tegenwoordig heten. Halverwege de jaren zestig werden de prioriteiten van de politie naar elders verlegd. Met name in Amsterdam, Nozems, Pleiners, de provotijd, Toen kon er ook ’ s nachts naar hartelust worden gerecreerd. Vaak zag je dan wel auto’s door het hek gaan, de Rimboe in. Er kwamen er maar vrij weinig terug.
Wat daar van geworden vertel ik graag in een volgende herinnering (als de redactie mij toestaat….)