27 december 1932 – 1 september 2020
De oude man zei niets meer: voorbij, voorbij. En de telegraafdraden zoemden: voorbij, voorbij. Uit: Voorbij voorbij van De Kift Tekst: Wolfgang Borchert
Ergens in 2011 zag ik De Kift voor het eerst live, dat was in de Groote Weiver. Mensen die de optredens kennen weten dat je er overdonderd door kan worden, en dat gebeurde. Het podium stond bomvol muzikanten en machines waarmee muziek gemaakt werd.
Door: Merel Kan
De bimbobox (of aapjeskast) die vroeger in V&D stond kwam tot leven, maar ik stond er niet voor, maar er middenin. Elke slag, toon, klank, dreunde, trilde en kwam binnen. Heftig hard en toen kwam Jan met zijn muziekdoosje.
Jan Heijne, grootvader, kracht en vader van De Kift, nam plaats op een kruk, het licht scheen op hem, op zijn hoed en op zijn muzikale lijf. Waar hij eerder beukte op de trompet, draaide hij nu kinderlijk mooie klanken uit een muziekdoos. Giele Blommen. Hij maakte me aan het huilen.
Gisteravond speelde de band in de Bullekerk. De eerste set bestond uit nummers van Hoogriet, de tweede set werd gewijd aan Jan. En hij was erbij, in zijn oude trompet, als oude man aan de zijkant van het podium, in zijn vrouw, in zijn familie, in De Kift: met iemand samen is het donker niet zo groot.
Ziedaar de sprookjesweg waarover wij zullen rijden. Daar Vind je de ware geest. Uit: Drie Wegen
Lees meer over De Kift
Jazeker bedankt. Bandvader keek altijd tegen hem toen ik begon op trompet bij de fanfare. Ik eindigde op de bas.
Dank Merel!