Giljam Klijn dook in de geschiedenis van de IJdenbergbuurt in Zaandam, één van de waardevolle buurten uit de ‘Cultuurhistorische inventarisatie en waardering Sociale woningbouwwijken 1900-1945’ die Zaanstad liet maken.

Maar is de aanduiding ‘sociale woningbouw’ wel op z’n plaats? Waren de gebroeders IJdenberg niet gewoon huisjesmelkers met een dubieus oorlogsverleden?

Door Giljam Klijn

De gemeente Zaanstad heeft de gemeenteraad een voorstel gedaan om de Welstandsnota te wijzigen, zodat beter rekening kan worden gehouden met cultuur-historische waarden. De wijziging heeft te maken met een onderzoek dat is gedaan naar deze waarden van Sociale Woningbouwwijken uit de periode 1900-1945. In die periode zijn bijzondere woonwijken gebouwd door seriematige bouw en de wens om comfortabele woningen te bouwen voor mensen met een kleine beurs, zo lezen wij. Het initiatief om de woningen te bouwen lag bij industriëlen, filantropen of bij arbeiders zelf voor wie de woningen bedoeld zijn. Bij het voorstel zit een kaart met daarop aangegeven de woonwijken waar dit voorstel betrekking op heeft.

De IJdenbergbuurt in Zaandam is een buurt, waar de gemeente de cultuur-historische waarden beter wil waarborgen. Ik wil verder niets afdoen aan de cultuur-historische waarde van deze buurt, maar historisch gezien lijkt me dit niet echt een voorbeeld van een sociale woningbouwwijk voor mensen met een kleine beurs, waarbij het initiatief lag bij mensen met filantropische overwegingen. Ook de benaming van deze buurt is bijzonder in een tijd dat vraagtekens worden gezet bij vernoemingen naar mensen die in het verleden fout hebben gehandeld. Ik ben geen voorstander van naamswijzigingen, beter is het de geschiedenis levend te houden. Vandaar dit artikel.

Huurstaking

Eind jaren twintig namen de gebroeders IJdenberg initiatief tot het bouwen van woningen in de Jonge Arnoldusstraat, de D. Doniastraat (foto boven), de J.C. van Wessemstraat, de P. Latensteinstraat en de C. Th. Kamphuijsstraat, die ze vervolgens zelf verhuurden. Naar de initiatiefnemers werd de buurt toen en ook nu dus nog steeds IJdenbergbuurt genoemd.

De overheid bevorderde toen het particulier initiatief door subsidies onder voorwaarde van het recht op een hypotheek. De huur van de woningen was dusdanig hoog dat in het voorjaar van 1932 een huurstaking werd georganiseerd. Dit liep dusdanig uit de hand dat een bom werd geplaatst in het feestgebouw Thalia, eigendom van de gebroeders IJdenberg. Ruud Meijns schreef daar in 2015 al een artikel over.

Het Vaderland, 29 mei 1932

De gebroeders IJdenberg stonden in de jaren dertig bekend als huisjesmelkers. De huurstaking verliep, maar de huren bleven dusdanig hoog, dat in de jaren dertig, toen inkomens daalden leegstand ontstond. De gebroeders IJdenberg kregen de exploitatie niet meer rond en de gemeente Zaandam maakte in 1937 gebruik van haar hypotheekrecht en nam 100 woningen over. Zij bracht het beheer onder bij de gemeentelijke woningstichting Centraal Woningbeheer, zodat de woningen op een sociale wijze beheerd konden worden.

NSB

In 1941, in de Tweede Wereldoorlog, werden er NSB-wethouders aangesteld. Jacob IJdenberg, een van de broers waarnaar de buurt genoemd is, werd wethouder van o.a. volkshuisvesting. Omdat het NSB-bestuur in de exploitatie van sociale woningbouw geen taak voor de gemeente zag, werden honderden woningen van de gemeente Zaandam verkocht, waaronder 100 woningen in de IJdenbergbuurt. Verkoop vond niet plaats aan de bewoners, maar aan andere kleine beleggers en pensioenfondsen. Dit gebeurde tegen de wens van het bestuur van Centraal Woningbeheer in. Zij had liever een ruimere voorraad sociale woningen, zodat het kansarme huishoudens meer kansen op sociale stijging bood.

Ook bij de gedwongen verkoop van bezit van joodse eigenaren was Jacob IJdenberg betrokken. Erik Schaap roept op meer onderzoek te doen naar het handelen van Jacob IJdenberg in de Tweede Wereldoorlog. Niet uitgesloten is dat IJdenberg als makelaar ook aan de verkoop van de 100 woningen van de gemeentewoningen in de IJdenbergbuurt heeft verdiend. Zolang deze buurt zijn naam blijft behouden, kunnen we dat niet vergeten.

Prins Hendrikkade (1936), rechts Café: het voormalige theater Thalia. (Gemeentearchief Zaanstad)