Met de vlaggen halfstok, een zee aan rozen en een erehaag heeft de Schildersbuurt afscheid genomen van Cees Könst, Der Rosenkavelier, zoals hij in de buurt bekend stond.

 Könst, geboren in 1948 in de Haarlemmermeer, is van 1976 tot 2006 huisarts in Zaandam geweest. Hij was een groot liefhebber van de natuur, hield van fietsen en is met zijn vrouw Loes door talloos veel streken gefietst. ’s Winters, wanneer het ijs dat toeliet, bond hij de schaatsen onder en heeft menige schaatstocht volbracht. 

Na zijn pensionering zette hij zich in voor zijn buurt. Toen de gemeente het plantsoen op de Hobbemastraat wilde verwijderen, omdat het onderhoud te kostbaar werd, was dat tegen het zere been van Cees, omdat niet de gemeente maar hij het plantsoen voor het grootste deel onderhield. Daar had hij vrijwel een dagtaak aan. Hij heeft er voor gezorgd dat het plantsoen bleef en kreeg het voor elkaar dat de plantsoenendienst voor nieuwe rozenstruiken zorgde. 

In de loop der jaren had hij zoveel kennis over rozen opgedaan, dat hij een expert genoemd kon worden. Dat was duidelijk te zien want de rozenperken van Cees waren onovertroffen, een pracht aan bloemen en kleur.

Als Cees iets deed dan was het grondig, zijn dossierkennis was legendarisch. Daar kan de bewonersvereniging Schildersbuurt – Waddenbuurt van meepraten. Toen er plannen waren om een flat in de buurt te bouwen, ontstond er verzet. Cees ploos alle wettelijke regels tot in de puntjes uit en daar kon het bestuur van de vereniging de gemeente mee om de oren slaan.

Met humor, ludieke acties, waar Cees mede aanjager van was, en perfecte verweerschriften, die hij samen met Nico van der Broek schreef, is het flatgebouw er na een lange strijd uiteindelijk niet gekomen. Dat is in de buurt als een zegen ervaren.

Toen Cees ziek werd en niet meer in staat was om de rozen te onderhouden, heeft hij voor opvolging gezorgd waarbij hij zijn kennis aan buurtbewoners heeft overgedragen. Daarmee is de toekomst van het Cees Könst Rozenplantsoen gewaarborgd, zodat de bewoners kunnen blijven genieten van zijn nalatenschap.

Door: Jan Schoen.