Vandaag is het Nationale Veteranendag: de dag waarop we onze veteranen bedanken voor hun inzet voor Nederland en de offers die ze hierbij gebracht hebben. Zaanstad telt zo’n 470 veteranen van verschillende leeftijden die op verschillende plekken in de wereld hun missies uitvoerden. De Orkaan sprak met één van hen.

Groot-majoor Erik Smit (55) is voorzitter van de Stichting Veteranen Zaanstad (SVZ), maar daarnaast vooral militair bij de bevoorrading- en transporttroepen van de Koninklijke Landmacht. Wat is zijn verhaal? En wat betekent Veteranendag voor hem?

Gehuld in zijn groene camouflagepak van de landmacht bladert de Assendelftse Erik Smit trots door een aantal boekjes over zijn missies die hij heeft meegenomen. We zitten in de bar van Fort aan Den Ham, gelegen op de grens van Krommenie en Uitgeest. Niet geheel toevallig hangt er een bordje met ‘veteranen gratis entree’ in de bar. Naast een museum is het voormalige fort van de Stelling van Amsterdam namelijk ook de thuisbasis van de Stichting Veteranen Zaanstad. 

Je bent een veteraan maar tegelijkertijd ben je ook nog militair, hoe zit dat?

‘’Kijk, een veteraan is in Nederland iemand die is uitgezonden naar een missie- of oorlogsgebied. Als je langer dan zoveel dagen in dat missiegebied bent geweest dan word je in Nederland automatisch veteraan. Het maakt dus niet uit of je jong of oud bent en of je nog actief dienend bent of niet. Als je zoveel dagen in een missiegebied zit, wat erkend is door Nederland als oorlogsgebied, dan ben je een veteraan.’’

Wat was jouw drijfveer om in dienst te gaan?

‘’Toen ik geboren werd zei mijn moeder letterlijk ‘hij wordt Prins Carnaval of militair’. Nou, ik ben militair geworden. Ik ben altijd een wereldverbeteraar geweest, tenminste zo beschrijven anderen mij, en als wereldverbeteraar wil je graag andere mensen helpen. Mijn eerste uitzending was in Bosnië met het transportbataljon, dat was voor de Verenigde Naties natuurlijk, en wij gingen daar die mensen helpen. Dat waren dus mensen die gekwetst waren en honger leden door de oorlog die daar woedde.

Bosnië was mijn eerste beleving van, oké ik ga nu echt de dienst in. Als militair wil je een oorlog voorkomen. Maar op het moment dat het oorlog wordt, dan moet je aan de bak en moet je er staan. Het liefst zouden we zien dat er geen oorlog is. Dan is iedereen gelukkiger denk ik.’’

Balkenende en Kok

Waar ben je allemaal op missie geweest?

‘’In 1993 ben ik dus naar Bosnië geweest en ook in 1994 en 1995 met support command. Ik was in opleiding bij de luchtmobiel (luchtmobiele brigade red.) in Assen, en toen werd ik toegevoegd aan support command. We hebben toen de laatste konvooien gereden in Srebrenica, echt logistiek bedrijven dus. Dat was onder UNPROFOR (VN-vredesmacht red.). 

Daarna ben ik tien jaar weggeweest bij Defensie en ben ik overgestapt naar, dat heet dan het kabinet van de Minister-president. Dat viel functioneel onder Diplomatieke Beveiliging en toen ben ik tien jaar een soort chauffeur en begeleider van premier Kok en premier Balkenende geweest. Ik ben in 2009 teruggekomen bij Defensie en toen ben ik in 2013, 2014 naar Afghanistan gegaan, als laatste commandant van Kandahar. In 2016 ben ik naar Mali geweest als zeg maar de S1 en S8, dan zorg je voor het personeel en voor de baas. Ik had een kolonel van de mariniers als mijn directe chef. Het was een soort driehoek dat een All Sources Information Unit vormde. Wij verzamelden allerlei informatie om voor de generaal, de grote baas, een beeld te kunnen scheppen van wat er stond te gebeuren in Mali. Dat was mijn laatste uitzending tot nu toe.’’

Welke uitzending was voor jou het meest bijzonder?

‘’Afghanistan was een NAVO-missie en de NAVO is natuurlijk een militaire organisatie. Zo een missie wordt heel anders aangelopen als een VN-missie, want achter de VN zit een heel grote organisatie die heel lang in dat land blijft. Dat is soms bureaucratisch en gaat heel langzaam en heeft daardoor een heel andere dimensie als bijvoorbeeld Afghanistan. In Afghanistan werkten we bijna alleen met militairen en burgermedewerkers van defensie. Die willen doen en doorpakken en dat gevoel van saamhorigheid is heel bijzonder. Voor mij was Afghanistan de bijzonderste missie, al hebben alle missies eigen karakteristieken.”

En de hefstigste?

‘’De heftigheid van een uitzending kan je nooit echt bepalen. Mijn buddy van mijn eerste uitzending in Bosnië heeft het oorlogsgewonden kruis gehad, tegen mij zeiden ze dat ik daar ook voor in aanmerking kwam. Dat heb ik geweigerd omdat ik in die tijd bij de premier zat en ik dacht dat het misschien een slechte invloed kon hebben als ik weer terug naar defensie wilde. Misschien een rare gedachte, maar het oorlogsgewondenkruis is ook iets wat je ‘verdient’ omdat je een trauma hebt opgelopen of fysiek gewond bent geraakt. De eerste vraag die vaak opkomt bij mensen is ‘heb je mensen doodgeschoten?’. Dat is voor jou een vraag en voor mij een weet. Als dat het belang is wat jij hecht als je een militair tegenkomt, dan denk ik niet dat je weet waar een militair voor staat.’’

Welke gebeurtenis heeft op jou de meeste indruk gemaakt?

‘’Tja, er zijn zóveel momenten die erg veel indruk op mij hebben gemaakt. Wat in mijn eerste uitzending heel bijzonder voor mij was: wij stonden altijd op, dat noemden wij, Milankovtsi Hill. Dat was een bergpas en in een dorpje moesten we een U-turn maken om dan de tegengestelde weg omhoog te kunnen pakken. Daar hingen de kinderen altijd aan de spiegels van de viertonners en die vroegen dan ‘Pisala, pisala’, wat ‘pen’ betekent. Er was altijd een jongetje genaamd Branko en die hing bij mij aan de spiegel. 

Ik ging toen met verlof en toen heb ik een doos samengesteld met allemaal schoolschriften en alles wat je nodig hebt voor school. Die had ik meegenomen naar Bosnië en aan hem gegeven. Uiteindelijk kwamen we daar weer een paar weken later en kreeg ik een brief in het Bosnisch van zijn ouders. Ik gaf de brief aan onze tolk en op een gegeven moment zei ze dat ze het niet ging voorlezen, dus ik moest echt een beetje boos worden omdat ik wilde weten wat erin stond. Die mensen vroegen dus om trainingspakken en sportschoenen van een bepaald merk en ik dacht van ‘what the fuck?, we zitten hier in een oorlogsgebied’. Alle beschietingen waren natuurlijk bijzonder maar dat heeft veel indruk op mij gemaakt.’’

Onder de foto gaat het interview door.

Erik Smit in Bosnië met op de achtergrond het meer van Prozor.

Veteranendag

Vandaag is een mijlpaal voor de Nederlandse Veteranendag. Het is de twintigste verjaardag van het evenement, dat traditiegetrouw in Den Haag plaatsvindt. Volgens de organisatie wordt het bescheiden gevierd. Zoals elk jaar staat vooral het bedanken van de Nederlandse veteranen centraal. De organisatie roept dan ook op om de Nederlandse vlag te hijsen en een witte anjer, symbool voor de veteranen, te dragen.

Wat betekent Veteranendag voor jou?

”Respect. Respect voor mijn collega’s en wat veteranen voor het land gedaan hebben, daarnaast trots over wat ik zelf heb kunnen betekenen voor de Nederlandse samenleving en daarnaast voor bijvoorbeeld de Afghaanse en Malinese samenleving. Ik heb vrienden voor het leven gemaakt en heb onder meer Deense en Australische kameraden. Onder ‘kameraden’ versta ik mannen en vrouwen. Die mensen heb ik in mijn hart gesloten want met hen heb ik dingen meegemaakt die je in de normale samenleving niet meemaakt. Nederland doet recht met de veteranendag aan zijn veteranen.”

Het is dus ook een moment om te denken aan je buitenlandse kameraden?

”Jazeker. We hebben ook veel contact over Facebook en LinkedIn. Als het bijvoorbeeld Poppy Day in Engeland of Veteranendag in Denemarken is dan hebben we even contact met elkaar. Het is natuurlijk niet dat je dagelijks de deur platloopt bij elkaar, maar ik weet gewoon dat als ik op een dag voor de deur sta het ontvangst net zo hartelijk is als de band in Afghanistan was. Dat verandert nooit meer.”

Respect

Is er genoeg erkenning voor de veteranen in Nederland?

”Ik denk dat een hele hoop mensen vinden dat er niet genoeg erkenning is, maar ik denk dat die er wel degelijk is binnen de instanties en organisaties die ertoe doen. De Nederlandse samenleving is eigenlijk wel een gebroken geweertje geweest, zo van ‘doe maar normaal dan doe je al gek genoeg’, maar door de jaren heen is het wel degelijk positief gedraaid. Ik denk dat de individuele veteraan het respect krijgt en ook het respect verdient van de Nederlandse samenleving. Is het perfect? Nee. Maar we zijn heel ver. Verder dan sommige andere landen.”

Zou de verbetering er mee te maken kunnen hebben dat de actuele dreiging van oorlog de laatste jaren oplaait?

”Ja, dat zal er zeker mee te maken hebben. In Nederland zijn we toch wel veel met ons zelf bezig geweest afgelopen jaren. Misschien dat nu onze ogen meer open zijn gegaan. Onze Minister-president, die in het begin misschien niet zo heel erg bezig was met defensie, wordt nu secretaris-generaal van de NAVO. Ik denk dat dat heel goed is voor ons land. We worden ook vaak gevraagd (voor dat soort functies red.) en waarom? Omdat wij altijd naar consensus zoeken, wij zoeken naar de samenwerking en zoeken naar oplossingen. Ook op de missies waren wij degene die zaken verbonden.”

Onder de foto gaat het interview door.

Het veteranenperk in het Volkspark in Zaandam.

Stichting Veteranen Zaanstad

Samen met de Zaanse mede-veteranen Alex van Dam en Erik Hofstra vormt Smit het bestuur van de Stichting Veteranen Zaanstad. Onafhankelijk van elkaar waren ze ervan bewust dat er niets geregeld was in Zaanstad voor de veteranen. Op het Fort aan den Ham zijn ze elkaar tegengekomen en hebben ze hun krachten gebundeld om de stichting op te richten. Uit eigen zak stelden ze een notariële acte op en in december 2023 werd SVZ opgericht. In april was de Orkaan bij de opening van het veteranenperk in het Volkspark. 

Wat wordt er vanuit de stichting gedaan op Veteranendag?

‘’We hijsen de veteranenvlag, de gemeentevlag en de Nederlandse vlag in het veteranenperk in Zaandam en op het fort. Dat is uit respect naar onze veteranen. Verder geven we onze veteranen natuurlijk de kans om naar Den Haag te gaan. Daar ga ik ook heen. De veteranen die daarnaartoe willen regelen dat meestal zelf. We bestaan nog maar een half jaar en zijn nog niet zo ver dat we in beeld hebben wie met zijn allen naar Den Haag zouden willen. Als er mensen mee willen rijden zijn ze natuurlijk welkom maar het probleem is dat er nu 75 Zaanse veteranen zijn die kenbaar hebben gemaakt dat ze op de hoogte willen blijven. Vanwege de persoonsgegevenswet kan ik niet zomaar een lijst opvragen bij de gemeente met alle veteranen.’’

Wat betekent de stichting voor de veteranen?

‘’De stichting is er echt voor de veteranen, en de Stichting Fort aan Den Ham (waar Smit ook voorzitter van is red.) is er voor het behoud van het fort. Die combinatie geeft dus ook een plekje aan de veteranen om met gelijkgestemden in contact te komen. Je hoeft niet eens met elkaar te praten, want het is niet altijd nodig om met elkaar te praten. Misschien is het ook wel eens lekker om hier gewoon een dagje te schilderen, zodat je even je gedachten kan verzetten. Het zijn de simpele dingen waarmee je elkaar misschien kan helpen. De veteraan die misschien niet de behoefte heeft aan al die poeha, want sommige veteranen ervaren het misschien als poeha, die kunnen hier gewoon naartoe komen om een keer een bakje koffie te drinken. Je hoeft je dan niet eens bekend te stellen als veteraan.’’

Wat is de meerwaarde voor de Zaanse veteraan om zich aan te sluiten bij de stichting?

‘’De verbinding met gelijkgestemden en het voelen van die verbinding. Dat kan ook een avondje biljarten zijn als je dat zou willen, of iets heel anders. Toevallig is er een veteraan die uitbater is van Het Tolhuys en we kunnen daar vergaderen, maar we willen daar ook bijvoorbeeld een Indische rijsttafel organiseren. De meerwaarde zit hem in dat samenzijn en laten zien van ‘wij zijn veteranen, we hebben iets betekent voor Nederland en het wordt gewaardeerd door Nederland.’’

Monument

Wat wil je verder nog doen met de stichting?

‘’Ik zou heel graag in het veteranenperk een vast monument willen hebben. Een tastbaar iets voor al onze veteranen, zelfs van voor de Tweede Wereldoorlog. Een anjerperk is mooi maar een anjer is een bloem die bloeit, en als die uitgebloeid is wil ik nog steeds dat er iets tastbaars is.”

Lees ook: Tien jaar de ‘V’ van ‘Veteraan’ in Oostzaan

Door: Rick Nieborg. Eerste en derde foto: Rick Nieborg. Tweede foto: aangeleverd door Erik Smit. Info: Stichting Veteranen Zaanstad, Stichting Fort aan Den Ham, veteranendag.nl.