Smaakstoffenbedrijf Exter is naar de Raad van State gestapt om het bestemmingsplan Houthavenkade tegen te houden.

Dat bestemmingsplan werd door de gemeenteraad goedgekeurd op voorwaarde dat Zaanstad met Exter een ‘oplossing’ ging zoeken voor hun bezwaren. Dat is dus niet gelukt, en omdat het bestemmingsplan is goedgekeurd gaat Exter de juridische strijd aan.

Dat Exter deze stap neemt, bleek uit een brief van de Raad van State aan Zaanstad. De gemeente heeft deze brief niet openbaar gemaakt en volstond met de aankondiging: ‘Procedure is gestart’.

De zitting is op dinsdag 29 september 2020 in Den Haag, Kneuterdijk 22, zaal 8, 14:00.

In juli 2020 werd het bestemmingsplan behandeld in de raad. Exter, dat naast het gebied ligt, had gezegd open te staan voor verhuizing. Het bedrijf vreesde dat het nieuwbouwplan Houthavenkade (ruim 700 woningen) nadelige gevolgen zou hebben voor het bedrijf. Uitbreiding wordt vrijwel onmogelijk. Exter zei ook nergens in gekend te zijn.

In 2018 is door de gemeente een onderzoek gefinancierd om de kosten van een verplaatsing te kunnen inschatten, maar “er is geen vervolg gegeven aan dit onderzoek (…). In deze gesprekken is het woningbouwproject aan de Houthavenkade ook nooit ter sprake gebracht.”

Oplossingen

Het bedrijf aan de Gerrit Bolkade stelde: “als beloning voor alle geurmaatregelen die genomen zijn en nog steeds genomen worden wordt er nu een woonwijk gebouwd op 150 meter afstand.” In de Russische Buurt en omgeving wordt overigens nog steeds met enige regelmaat geklaagd over geuroverlast van Exter.

In een vrijwel unaniem gesteunde motie van Marianne de Boer (Liberaal Zaanstad) werd de gemeente gevraagd samen met Exter oplossingen te zoeken. Het bestemmingsplan werd – met deze aantekening – goedgekeurd door de raad.

ENGIE

Exter gaf aan wel te willen praten over de “financierbaarheid van een verhuizing”. Goedkoop zou dat niet worden: “verhuizing is voor Exter een enorme opgave maar bespreekbaar.” Wat dat de gemeente zou gaan kosten is niet bekend, alhoewel er dus wel een onderzoek uit 2018 ligt.

Wethouder Breunesse zei in juli tegen de raad dat ook met ENGIE “afspraken over verplaatsen” zijn gemaakt. Hij ging kijken of hij de raad over de kosten zou kunnen informeren. ENGIE had in mei laten weten “zich tegen alle onderdelen (en locaties) van het ontwerpbestemmingsplan” te gaan verzetten.