“Een dezer dagen wordt de Wester- of Bullekerk te Zaandam voor afbraak verkocht. De muren en fundeeringen schijnen zoodanig verzakt, dat herstellen onmogelijk is; weldra dus zal dit in zijn eenvoud zoo bijzonder mooie gebouwtje verdwijnen om plaats te maken voor een product, dat zeer zeker beter passen zal in de smakeloze omgeving van dorre negentiende eeuwsche, grootruitige burgerwoningen.”

Geen paniek! Deze tekst komt niet uit een recent persbericht, maar is het begin van een artikel in het tijdschrift Eigen Haard van 25 februari 1899. Het voortbestaan van de Bullekerk hing toen aan een zijden draadje.

Door Sander Wegereef

De Westzijderkerk is misschien wel het meest markante gebouw uit de Zaanse geschiedenis, van de ‘stiers wreetheydt’ en de koeien in de kerk bij de watersnood van 1825 tot aan het boek ‘Zaansch Veem’ van Freek de Jonge… de Bullekerk speelt een prominente rol.

Sloop
De kerk was in zo’n erbarmelijke staat dat het weinig had gescheeld of de kerk was daadwerkelijk gesloopt. Auteur van het artikel, W.O.J. Nieuwenkamp, zag met lede ogen aan hoe het kerkgebouw er in die tijd aan toe was:

“Aan den voet van een der pijlers was de grond omgewroet en zag men de weggezakte, vaneengereten fundeeringen. Lange, groene, in flarden gescheurde gordijnen flapperden voor de groote ledige ramen, waarvan bijna alle ruitjes, die mooie kleine verweerde ruitjes, zoo zorgvuldig in lood gevat, moedwillig waren stukgegooid. De twee geschilderde ramen waren gelukkig door gaas beschermd. Banken en stoelen waren in een hoek bijeen geschoven, wachtend den dag van den verkoop.”

bullekerk-in-1899-tekening-door-w-o-j-nieuwenkamp-111334
De Bullekerk in 1899, tekening door W.O.J. Nieuwenkamp, links zijn de barsten in de muur goed te zien.

Orgel
Al in 1896 had organist Flentrop geklaagd dat het orgel in ‘ongunstige toestand’ verkeerde. Opknappen was te duur. Gepoogd werd om tweedehands kerkorgels uit Assen en Harlingen over te nemen. Ook dat bleek te duur, dus werd besloten om maar niets te doen.

Toen de situatie nog verder verslechterde, werd uiteindelijk toch gekozen voor het opknappen van het orgel. Organist Flentrop zou in de tussentijd zelf een ‘Serapheiner’ orgeltje meebrengen om tijdens de diensten op te kunnen spelen. Het kwam er echter niet van, want enkele dagen later bleek de zuidmuur van de kerk scheuren te vertonen. De Westzijderkerk werd onmiddellijk gesloten.

Kerktoren
“Ter amotie te koop” (voor sloop te koop) stond  er in 1899 op een bordje aan de kerk. Het lot van de kerk leek bezegeld. Gemeente Zaandam – eigenaar van de kerktoren –  wilde echter dat het gebouw behouden bleef, formeel vanwege de historische waarde van de kerk. “Ja, mijne heren, het is echt een gothiek gebouw”, had de burgemeester gezegd.

De hoge kosten voor een nieuwe toren zullen toch ook wel een belangrijke rol hebben gespeeld in die overweging om het gebouw te laten staan. B&W vond dat de toren nog in goede staat was en zag geen reden om de kerk te slopen. Uiteindelijk kwamen ze over de brug met vijfduizend gulden voor de restauratie van de toren.

Redding
Heel blij was het kerkbestuur er niet mee, want het was hun wens om de kerk te slopen en een nieuw kerkgebouw neer te zetten. Er lagen al ontwerpen voor een nieuwe kerk. Terwijl er geen uitzicht meer was op subsidie van de rijksoverheid  en de openbare verkoping al in gang was gezet, kwam er hulp uit onverwachte hoek.

ontwerptekening-nieuwe-bullekerk-1897-zaa091003574
Het ontwerp voor de nieuwe kerk.

De heer E.G. Duyvis in Koog a/d Zaan trok zich het lot van de kerk aan en stelde een flink bedrag beschikbaar om de kerk te restaureren. Hiermee ging ook het kerkbestuur overstag. Gelukkig maar, anders was een mooi stuk Zaanse historie verdwenen geweest. Als aandenken aan deze redding werd een marmeren gedenkplaat aangebracht in het oostportaal van de kerk.

Kerk zonder toren
Het was niet de eerste opknapbeurt en zeker ook niet de laatste. Al in 1692 moest het houten torentje van de kerk vervangen worden. Bekend is ook dat in 1834 al een restauratie plaats vond, waarbij delen van de kerk en het interieur werden vervangen, omdat de kerk op instorten stond. Daarbij is ook het schilderwerk vernieuwd. In 1899 was daar dus helaas weinig meer van over.

Ook in 1969 moest er een grootschalige restauratie plaatsvinden. De werkzaamheden werden uitgevoerd onder leiding van architect Jaap Schipper, enkele jaren eerder grondlegger van de Zaanse Schans.

Bijzonder was het moment waarop in oktober 1970 de torenspits van de kerk moest worden getild. Met een grote kraan van de firma Holleman uit Santpoort werd de toren van de kerk getild en naast het kerkgebouw op het plein neergezet; een spektakel, dat door veel fotografen op de gevoelige plaat is vastgelegd.

kerk-zonder-toren-2204631

Opdrachtgever van de restauratie was het kerkbestuur. De toren, eigendom van de gemeente, moest ook worden gerestaureerd. Omdat twee gelijktijdige opdrachtgevers niet wenselijk waren, werd de toren voor de duur van de restauratie voor een gulden in eigendom overgebracht aan het kerkbestuur.

De restauratie, die in 1975 gereed kwam, was niet goedkoop. De kosten bedroegen circa 3 miljoen gulden. Een groot deel werd bekostigd uit subsidies van het rijk, de provincie en de gemeente. Toch moest er nog ruim drie ton opgehaald worden door de Zaanse burgers.

toren-van-kerk-afgetakeld-2221696

Concert
Met een feestelijk concert werd op vrijdag 5 september 1975 de gerestaureerde kerk ingewijd. Onder leiding van Jan Pasveer speelde het Noordhollands Philharmonisch Orkest samen met solisten Willem Brons en Dick Vet drie stukken van Bach, Mozart en Schubert.

Het concert was bedoeld als proefneming. Naast de reguliere diensten zouden in de kerk ook concerten, uit het programma van theater De Speeldoos, worden opgevoerd. Bij de restauratie waren de wanden van de kerk voorzien van een ruwe pleisterlaag, die een gunstig effect hadden op de akoestiek van het gebouw.

Geknutsel
Nog een keer terug naar 1899, waarin Nieuwenkamp over alle kenmerkende voorwerpen in het interieur van kerkgebouw schreef:

“ook die zullen verkocht worden, omdat de ontwerper van het nieuwe gebouw ze niet te plaatsen weet in zijn plan, net of niet juist deze mooie dingen als uitgangspunt voor zijn ontwerp hadden moeten dienen en hij bescheiden en voorzichtig zijn geknutsel daarnaar had moeten richten”.

Laten we van geluk spreken dat het zijden draadje, waaraan de kerk in 1899 hing, heel gebleven is.

Alle foto’s Collectie Gemeentearchief Zaanstad.

torenspits-2124255-copy