De Zaanstreek heeft er een ridder bij. Historicus Peter Heere ontving gisteren een Koninklijke Onderscheiding. Hij is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
De aanvraag van deze onderscheiding werd met spoed in gang gezet, mede omdat burgemeester het lintje aan Heere graag zelf wilde overhandigen. Dit gebeurde tijdens een besloten bijeenkomst op haar kamer in het stadhuis (foto Bart Homburg).
Hij ontving deze onderscheiding in de eerste plaats voor zijn publicatie over De Eerebegraafplaats te Bloemendaal, maar binnen de Zaanstreek is zijn werk minstens zo belangrijk. In de Zaanstreek is Peter Heere jarenlang als vrijwilliger actief geweest in onder meer het 4 mei-comité Zaandam, het 4 en 5 mei-comité Zaanstad, de afdeling Zaanstreek-Waterland van de Nederlandse Genealogische Vereniging en het Jacob Stinsfonds.
De namen van alle 171 omgekomen Joden uit de voormalige zeven Zaangemeenten die in het gedenkboek van het stadhuis staan, heeft Peter Heere samengebracht. De degelijke manier waarop de mensen die het grootste onrecht is aangedaan door hem zichtbaar zijn gemaakt, roept een diep respect op.
Peter Heere heeft ons allen en ook de generaties die na ons komen, met zijn inzet verrijkt.
Monumenten Spreken maakte deze minidocumentaire over de verhalen achter de namen in het gedenkboek.
Het Gedenkboek
(aangevuld met informatie verkregen oa via Joods Monument Zaanstreek)
- Walter Abraham, hij werd 33 jaar.
“Een goede hoedemaker”
- Hans Josef Bernstein, hij werd 36 jaar.
Zijn baan als fabriekschef werd overgenomen door een NSB’er. Hij bezweek in een werkkamp.
- Käthe Bernstein-Erle, ze werd 71 jaar.
Haar man Samuel heeft een graf op de joodse begraafplaats in Zaandam, zij werd vergast in Auschwitz op de dag dat ze daar aankwam.
- Betty Bernstein – de Levie, ze werd net 36 jaar.
De vrouw van Hans Josef. Ze gingen samen op transport. Hij moest onderweg uitstappen om naar een werkkamp te gaan. Zij ging door naar Auschwitz en werd vergast.
- Alfred Brilleslijper, hij werd 16 jaar.
Verscheen plotseling niet meer op school.
- Eduard Brilleslijper, hij werd 12 jaar.
Kinderen kregen snoep voordat ze werden vergast in Sobibor.
- Jozef Brilleslijper, hij werd 46 jaar.
Jozef had een parfumerie. Hij werd met zijn vrouw, dochter en drie zoons in Sobibor vergast.
- Lion Brilleslijper, hij werd 44 jaar.
Schreef bij het 75-jarig bestaan van de synagoge aan de Gedempte Gracht, in januari 1940: “Moge het U ook gegeven zijn het 100-jarige bestaan der Synagoge in betere omstandigheden mede te kunnen vieren”. Vorig jaar bestond het gebouw aan de Gedempte Gracht 150 jaar. Het is niet gevierd.
- Louis Brilleslijper, hij werd 17 jaar.
Ging naar School 10 aan de Stationstraat in Zaandam. “Een leuke jongen, die goed bij de tijd was. Hij zag er typisch joods uit; niet groot en met donker, krullend haar.”
- Regina Brilleslijper, ze werd 14 jaar.
Schreef in het poëziealbum van haar vriendin: ‘Maar als je dan de rozen ziet, vergeet vooral de doornen niet.’
- Rudolf Brilleslijper, hij werd 6 jaar.
Na een lange reis in een overvolle veewagon werd hij vergast in Sobibor.
- Lea Brilleslijper – Canes, ze werd 50 jaar.
Ze woonde met man en zoon in de Tuinstraat in Zaandam en zette zich in voor de Synagoge. Niemand in haar gezin overleefde.
- Bartha Brilleslijper – Zilverberg, ze werd 41 jaar.
Moeder van 4 kinderen die op dezelfde dag als zij werden vergast.
- David Cardozo, hij werd 64 jaar.
Ondernemer in Wormerveer, eigenaar van kantoormachinehandel Imperial Import Company.
- Clara Cardozo – Morpurgo, ze werd 62 jaar.
Vrouw van David. In 1942 moesten ze wormerveer verlaten. Na omzwervingen en onzekerheid werden ze in 1944 in Auschwitz vermoord.
- Belia Cohen, ze werd 10 jaar.
Belia woonde in de Dahliastraat in Koog aan de Zaan. Ze werd samen met haar ouders en zus vergast in Sobibor.
- Levie Cohen, hij werd 41 jaar.
Moest met zijn vrouw en twee dochter zijn huis verlaten en mocht alleen meenemen wat ze konden dragen. Het huis werd direct weer bewoond.
- Mietje Cohen, ze werd 15 jaar.
De grote zus van Belia. Samen met hun ouders zaten ze 72 uur in een veewagen voordat ze vergast werden.
- Margaretha Cohen – Teeboom, ze werd 45 jaar.
Getrouwd met Levie, moeder van Mietje en Belia. Ze werd gelijk met haar man en dochters vermoord in Sobibor.
- Clara Davidson, ze werd 33 jaar.
Clara was hulp in de huishouding bij de familie Ferf in Wormerveer. Samen met haar zus werd ze vergast in Auschwitz. 70 jaar later kan Peek Ferf er nog niet over praten.
- Abraham Drilsma, hij werd 43 jaar.
“Moge de Algoede geven, dat we bij elkander kunnen blijven, en de kracht zullen vinden, alles te doorstaan.” Vader van Roosje en Leo, man van Rachel.
- Adam Drilsma, hij werd 68 jaar.
Een deftige man, die soms snoepjes gaf uit een heel mooi doosje.
- Adolphine Drilsma (Fientje), ze werd 6 jaar.
Dook onder met haar oma. Ze werden gevonden en vergast.
- Benjamin Drilsma, hij werd 40 jaar.
Vader van Fientje. Dook onder in Krommenie, hij werd verraden en bezweek tijdens dwangarbeid.
- Leonard Adam Drilsma (Leootje), hij werd 5 jaar.
Leo maakte hutten onder tafel in het huis op de Gedempte Gracht, waar nu de WE staat. Hij was dol op toffees en noemde een poes een miauwtje.
- Roosje Drilsma, ze werd 15 jaar.
Een zorgzaam lief meisje, de grote zus van Leo. “Groet ook de buurt van me.”
- Rachel Drilsma – Groenstad, ze werd 42 jaar.
Bij Rachel thuis was het gezellig. Ze maakte lekkere groentesoep met lettervermicelli.
- Esther Drilsma – Jacobs, ze werd 39 jaar.
Dook onder in Krommenie, ze werd verraden en vergast. De vrouw van de politieman die haar arresteerde werd later in haar bontjasje gezien. Dochtertje Fientje werd later vermoord.
- Abraham Drukker, hij werd 63 jaar.
“Dat wij, mensen op leeftijd Zaandam wel weer te zien krijgen is een vraag.”
- Hartog Drukker, hij werd 68 jaar.
Hakkie Drukker verkocht ijs. Hij was ‘de meest populaire jood van de hele Zaanstreek’.
- Izaak Drukker, hij werd 36 jaar.
Iesie voetbalde in het tweede van ZFC. Hij praatte veel en maakte vaak grappen.
- Clara Drukker – Cohen, ze werd 63 jaar.
Ze werd gelijk met haar man in Sobibor vermoord. Een half jaar nadat haar zoon Izaak in Auschwitz werd vergast.
- Judith Drukker – Drukker, ze werd 72 jaar.
Samen met haar man was ze koster van de Synagoge op de Gedempte Gracht. Ze woonde op de Vinkenstraat.
- Samuel Duis, hij werd 58 jaar.
Samuël stuurde op dinsdag 5 mei 1943 uit Amsterdam een afscheidskaart voor zijn kinderen in de Zaanstreek.
- Sophia Duis – Clarenburg, ze werd 50 jaar.
Sophia werd van haar huis in Zaandijk opgehaald om zich te melden. Samen met haar man Samuel.
- Dokter Bernard Eisendrath, hij werd 61 jaar.
“Wetenschap zonder intuïtie is machteloos.” Pleegde zelfmoord toen doordrong wat het lot van de Joodse bevolking was.
- Iris Harriët Eisendrath, ze werd 28 jaar.
Ze werd gearresteerd door Jodenjager Hendrik van der Kraan. Die verdiende er 7,50 gulden mee. “Overigens hebben Lidy en ik de afgelopen maanden wel ervaren dat er altijd en overal wel iets van te maken valt, dat er altijd, al zijn het ook kleine, vreugden te vinden zijn”
- Leonie Emma Eisendrath, ze werd 22 jaar.
“Zullen jullie allemaal alsjeblieft met al je verstand zoveel mogelijk van je leven genieten, zolang je het enigszins kunt doen?”
- Maja Frederika Eisendrath, ze werd 26 jaar.
Ze was padvinder en ze gymde bij Achilles in Zaandam.
- Rudolf Leonard Eisendrath, hij werd 21 jaar.
Rolf kreeg een telescoop voor zijn verjaardag. Hij keek vaak naar de sterren.
- Sortine Selma Eisendrath – Juchenheim, ze werd 56 jaar.
Ze zong de Matthäus Passion in het Amsterdamse Concertgebouw als lid van het Toonkunstkoor.
- Adolf Frankenstein, hij werd 58 jaar.
Marktkoopman. Hij bracht lange tijd door in kamp Westerbork totdat hij werd doorgevoerd naar Auschwitz om daar direct vergast te worden.
- Artur Geisenheimer, hij werd 27 jaar.
Eigenaar van een bijouterie-zaak met 11 medewerkers in de Westzijde in Zaandam.
- Eugen Geisenheimer, hij werd 32 jaar.
Deed mee met de Februaristaking samen met zijn broer waarmee hij de bijouterie-zaak runde.
- Ida Geisenheimer – Stamm, ze werd 55 jaar.
Ida vluchtte eind 1938 met haar twee zoons vanuit Keulen naar Zaandam. Haar dood in Westerbork werd gemeld op haar verjaardag.
- Catharina Izaak Groen, ze werd 51 jaar.
Werd gewaardeerd als penningmeester bij de synagoge. Ze was actief rond de viering van 75 jaar Synagoge.
- Leendert Izaak Groen, hij werd 50 jaar.
Leendert werd waarschijnlijk bij een grote razzia opgepakt. 1 juni 1943 werd hij vanuit Westerbork naar Sobibor gevoerd. Op 4 juni werd hij vergast.
- Sara Groen, ze werd 43 jaar
Heeft na aankomst in Auschwitz in de zomer van 1944 nog een paar maanden geleefd. Op 31 oktober 1944 vond ze de dood.
- Marianne Groen – Loonstein, ze werd 80 jaar.
Weduwe van Izaak Leendert Groen. Zijn steen staat op de Joodse begraafplaats in Zaandam. Zelf vond ze de dood in Sobibor. Ze had drie dochters en een zoon.
- Adolph Herzfeld, hij werd 63 jaar.
Koopman, gevlucht uit Duitsland. Bezocht de synagoge aan de Gedempte Gracht.
- Friederika Herzfeld – Rollmann, ze werd 54 jaar.
Friederika en haar man Adolph zijn, nog voor de transporten naar Sobibor begonnen, naar Auschwitz gedeporteerd en vergast.
- Aaron van Hoorn, hij werd 17 jaar.
De jonge Aaron werd gedwongen zich dood te werken in een werkkamp in Opper-Silezië. Hij stierf op een onbekende plaats in Midden-Europa.
- Aäron (Rini of Arie) van Hoorn, hij werd 9 jaar.
“Hij was mijn vriendje, op een dag gingen we naar het KZ-veld. Ik wou het veld op, maar Arie zei: ‘Ik mag niet mee daar.’ Hij wees op het bordje Verboden voor joden.”
- Bernard van Hoorn, hij werd 42 jaar.
Koekbakker bij de beschuitfabriek van Hille. Hij bouwde zelf een radio die hij in moest leveren. Stierf in een werkkamp ver van huis.
- Levie van Hoorn, hij werd 46 jaar.
Koekbakker bij de beschuitfabriek (waarschijnlijk net als Bernard bij Hille), vader van Aäron van de foto hierboven.
- Sara van Hoorn, ze werd 10 jaar.
Sara, nichtje van Aäron, werd gelijk met haar moeder vergast. Ze was het 10e Zaanse slachtoffer.
- Leentje van Hoorn – Croese, ze werd 42 jaar.
Leentjes man en zoon werden gedwongen uit te stappen net voor Auschwitz. Zij werkten zich dood. Samen met dochter Sara werd ze bij aankomst in het kamp direct vermoord.
- Roosje van Hoorn – Croese, ze werd 47 jaar.
Moeder van de 9-jarige Aäron (Rini). “Ze zei toen tegen Rini: ‘Je moet even tegen Wim zeggen dat je morgen op vakantie gaat’.” Het ‘vakantieadres’ was het Judenviertel in Amsterdam.”
- Josephina Jacobs – Kater, ze werd 72 jaar.
De oma van Fientje Drilsma (6). Ze werd met haar kleindochter Fientje op haar onderduikadres gevonden. Tot het eind bleven ze samen.
- Ferdinand Jäger, hij werd 62 jaar.
Hij werd al in oktober 1940 overgebracht naar een gevangenis in Duitsland. Hij maakte daardoor de maatregelen tegen joodse ondernemingen niet meer mee.
- Hans Jäger, hij werd 34 jaar.
Hans startte in 1938 met zijn vader Ferdinand een fabriek in schoudervullingen recht tegenover het politiebureau in de Vinkenstraat. In 1941 werd hij onteigend.
- Marie Jäger – Kalmann, ze werd 57 jaar.
Op dezelfde dag als haar man Ferdinand werd zij vergast.
- Elisabeth de Jong, ze werd 18 jaar.
Ze verliet Wormerveer eerder dan haar ouders. Ze schreef een brief waarin stond dat het haar goed ging in Duitsland.
- Eva de Jong, ze werd 16 jaar.
Ze moest weg uit Wormerveer. Naar Amsterdam, achter het prikkeldraad in de jodenbuurt. Gelijk met haar vader, moeder, broertjes en zusjes werd ze vergast.
- Hartog de Jong, hij werd 9 jaar.
‘Een levendige dondersteen met een krullenkop’.
- Izaak de Jong, hij werd 14 jaar.
Mocht niet meer naar zijn school in Wormerveer. Ging met een leraar de klassen langs om afscheid te nemen.
- Mendelina de Jong, ze werd 13 jaar.
Ze wilde meedoen met een schaatswedstrijd op de Zaan. Iemand uit het publiek riep: “Dat kind mag niet meedoen, dat is joods.”
- Simon de Jong, hij werd 42 jaar.
Schoenmaker die de deuren langsging in Wormerveer. Vader van 3 meiden en 2 jongens (Mendelina, Izaak, Hartog, Eva en Elisabeth van hierboven). Ze hadden het niet breed.
- Elsje de Jong – Lelie, ze werd 77 jaar.
Ondanks haar hoge leeftijd werd ze opgeroepen om te werken. Ze hoefde niet te werken, maar werd na aankomst in Sobibor vermoord.
- Saartje de Jong – Michelson, ze werd 40 jaar.
Ze werd gelijk met haar man Simon en haar kinderen Elisabeth, Eva, Izaak, Mendelina en Hartog vermoord in Sobibor.
- Emma Juchenheim – Steinberg, ze werd 88 jaar.
Deze oma mocht vanwege haar hoge leeftijd iets langer dan haar familie in Zaandam blijven. Dit heeft haar niet geholpen.
- Rudolf Kaplan, hij werd 37 jaar.
Hij moest werken in de steengroeven van het Oostenrijkse kamp Mauthausen. Hij stierf drie weken voor de bevrijding.
- Aron Leo Knopf, hij werd 28 jaar.
Leider van de joodse kinderclub. Hij was “verschrikkelijk aardig.”
- Esther Priwe Knopf, ze werd 21 jaar.
Esther zat een half jaar in kamp Westerbork voordat ze werd doorgevoerd naar Auschwitz. Daar werd ze na 10 weken vergast.
- Lea Knopf, ze werd 25 jaar.
Gelijk met haar zus Esther werd ze vergast in Auschwitz.
- Maryem Knopf – Ehrenreich, ze werd 59 jaar.
Via Westerbork en het ‘bejaardengetto’ Theresienstadt belandde ze in de gaskamer in Auschwitz.
- Meijer Kokernoot, hij werd 39 jaar.
Bloemenkoopman. Hij was getrouwd met een ‘Arische vrouw’. Op Station Koog-Bloemwijk werd hij gearresteerd waarschijnlijk omdat hij geen Jodenster droeg.
- Sara van Koningsbrugge – de Jong, ze werd 30 jaar.
Getrouwd met een ‘Ariër’. Toch belandde ze in de laatste trein naar Auschwitz. Hetzelfde transport als waarmee Anne Frank en haar familie reisden.
- Jetje Koster, ze werd 44 jaar.
Ze was de huishoudster van weduwenaar Jacob Speijer. Samen werden ze gedwongen Zaandam achter zich te laten. Jetje stierf zeven weken eerder dan Jacob.
- Helene Krieg – Proskauer, ze werd 67 jaar.
Ze ontvluchtte Duitsland na de Kristallnacht, ze werd vergast in Sobibor.
- Benedictus de Kromme, hij werd 44
Hij werd 2 weken voor zijn verjaardag vermoord, gelijk met zijn vrouw Marianne en zijn zoon Max.
- Max de Kromme, hij werd 15 jaar.
Hij moest wennen aan het harde geluid van de klompen die de Zaanse kinderen van de Herman Gorterschool droegen.
- Marianne de Kromme – Muijs, ze werd 47 jaar.
Samen met haar man had ze een manufacturenzaak aan de Zuiddijk in Zaandam. Moeder van Max van 15.
- Samuel de Lange, hij werd 38 jaar.
Hij had een accountantskantoor in Amsterdam. Hij weigerde voor de Duisters te werken, dook onder, werd verraden en gedood. In augustus 1944 kreeg hij een zoon die hij nooit zou zien.
- Albert Levy, hij werd 39 jaar.
Probeerde zijn zussen vanuit het levensgevaarlijke Duitsland naar Zaandam te laten komen: “Ik woon sinds drie jaar met mijn vader en broer in Zaandam en ben vanzelfsprekend bereid eventuele kosten en hun levensonderhoud te betalen.”
- Josef Levy, hij werd 41 jaar.
Josef Levij werd op 3 februari 1942 als nummer 1 van een groep van 63 Zaanse vluchtelingen ingeschreven in de gemeente Westerbork.
- Jenny Levy – Weiss, ze werd 42 jaar.
Had samen met haar man Het Modehuis op de Burcht in Zaandam. Jenny deed de boekhouding.
- Georg Littwitz, hij werd 45 jaar.
Ondernemer die alles in Zaandam achter zich moest laten. Niemand in het gezin overleefde.
- Gerhard Georg Littwitz, hij werd 20 jaar.
Kreeg op zijn 13e nog een zusje. Gerhard werd als eerste van het gezin vergast.
- Helga Charlotte Adelheid Littwitz, ze werd 6 jaar.
Helga Charlotte werd geboren in Zaandam en vernoemd naar haar moeder en oma.
- Ludwig Littwitz, hij werd 52 jaar.
Voor zijn gedwongen vertrek uit Zaandam naar Westerbork en zijn dood in Auschwitz, kreeg deze ondernemer te maken met registratie, intimidatie, arrestaties en afname van nationaliteit en geld. Er werd opgeroepen tot ‘vrijwillige emigratie’.
- Erna Littwitz – Fabian, ze werd 47 jaar.
De sterfdatum van Erna staat niet vast. Waarschijnlijk werd ze gelijk met haar man en schoonmoeder vermoord bij aankomst in Auschwitz.
- Adelheid Pauline Helene Littwitz – Loewenheim, ze werd 45 jaar.
In Berlijn was ze kermisartieste. Ze kreeg haar dochtertje in Zaandam. Samen werden ze vermoord in Auschwitz.
- Charlotte Littwitz – Nachschön, ze werd 78 jaar.
Ze is de oudste van de groep buitenlandse joden die op 19 januari 1942 Zaandam gedwongen verlaat.
- Levi Löwenstein, hij werd 74 jaar.
Hij vluchtte met zijn vrouw Emma naar zijn zoon in Zaandam. Emma stierf onderweg of kort na aankomst. Hij werd vermoord in Auschwitz.
- Max Löwenstein, hij werd 45 jaar.
“Als ik nu nog denk aan hoe we afscheid namen van de meubels, hoe mijn oude vader huilde en mijn oude, blinde moeder ons zegende, dan draait mijn hart zich om in mijn lijf.”
- Mozes Löwenstein, hij werd 82 jaar.
Zijn hoge leeftijd bood niet lang bescherming. 9 dagen nadat zijn vrouw Martha (foto hieronder) overleed in Westerbork, werd hij vergast in Sobibor.
- Johanna Löwenstein – Rosenberg, ze werd 44 jaar.
Johanna: Na een twee jaar kamp Westerbork werd ze doorgevoerd naar Auschwitz om vermoord te worden.
- Martha Löwenstein – Soesman, ze werd 80 jaar.
Moeder en oma, vrouw van Mozes. Hoogbejaard, bezweek in Westerbork, Mozes werd vergast in Sobibor.
- Meier Meijer, hij werd 64 jaar.
Kwam uit een slagersfamilie. De slagerij stond op de plek waar nu de hoofdingang van Verkade is in de Westzijde in Zaandam.
- Roosje Meijer – Lezer, ze werd 65 jaar.
Roosje had een pension aan de Savornin Lohmanstraat 6a. Alles moest ze achterlaten.
- Aäron Pais, hij werd 5 jaar.
Kleine Ronnie was opvallend blond, helaas kunnen we dat niet tonen op een foto. Samen met zijn moeder en zussen werd hij vergast.
- Abraham Pais, hij werd 41 jaar.
Bekende handelaar in scheepsbenodigdheden met een pakhuis aan de Zaanweg in Wormerveer. Kinderen die in de Zaan zwommen, gaf hij soms een reddingsvest uit een sloep.
- Ada Pais, ze werd 8 jaar.
In 1939 was ze bruidsmeisje bij haar oom en tante. In 1944 vertrok ze in de beestenwagen naar Auschwitz om vergast te worden.
- Adam Pais, hij werd 28 jaar.
Dagblad De Typhoon: “Door beulshanden is vermoord Onze Broer, Zwager en Oom.” Overleed als laatste van zijn gezin.
- Aron Pais, hij werd 76 jaar.
Eigenaar van Hoogendijk 28 en 30 in Zaandam, tenminste, totdat de bezetter alles van hem inpikt.
- Benjamin Pais, hij werd 36 jaar.
Benjamin Pais zat in de laatste trein die vanuit Westerbork naar het vernietigingskamp reed en werd op 23 juli 1943 vergast.
- Dina Pais, ze werd 3 jaar.
3 maanden voor de oorlog geboren in Zaandam, 3 jaar later vermoord in Sobibor.
- Gabriël Pais, hij werd 5 jaar.
De ‘grote’ broer van Dina. Hij moest van veewagen naar veewagen voordat hij werd vergast. ‘Met gesnauw, gedonder, stompen en slagen’.
- Rebecca Pais, ze werd 11 jaar.
Onder de naam ‘Betty Zonderland’ kon ze naar het zwemfeest in zwembad Het Zwet. Voor Joden was het verboden.
- Rececca – Betty- Pais, ze werd 8 jaar.
Haar vader wil haar graag laten onderduiken maar “Er is eerst enige discussie, het kind is zo donker dat het direct opvalt.”
- Rececca Pais – Blitz, ze werd 69 jaar.
“Hartelijk”
- Sara Pais – Boas, ze werd 33 jaar.
Moeder van achtjarige Rebecca, vijfjarige Gabriël en driejarige Dina. Ze werden samen vermoord. Twee weken later volgde haar man.
- Grietje Judith Pais – Drilsma, ze werd 38 jaar.
Moeder van Betty, Ada en Ronny. Van haar familie overleefde alleen haar zus Hester de oorlog.
- Nathan David Peereboom, hij werd 76 jaar.
Synagogemeester. Hij hielp verschillende mensen die dakloos dreigden te raken.
- Saartje Peereboom – van Thijn, zij werd 75 jaar.
56 jaar getrouwd met Nathan. Samen werden ze vergast in Sobibor. Op weg naar de gaskamer werden sommige slachtoffers doodgeslagen of -geschoten.
- Zacharias Pilichowski, hij werd 50 jaar.
Kwam vanuit Maastricht naar Zaandam en zette hier zijn hoedenfabriek Pilima ( Pilichowski Maastricht) voort.
- Dr. Marcus Louis Polak, hij werd 58 jaar.
Meer dan 20 jaar leraar op het Zaanlands Lyceum. Ruim 70 jaar na zijn dood weten zijn leerlingen zich zijn lessen te herinneren. Eén van zijn uitspraken: “Zeeën scheiden landen niet. Zeeën verbinden.”
- Geertruida Regina Polak – van Rhijn, ze werd 45 jaar.
De vrouw van Meester Polak. Ze hadden last van anti-joodse pesterijen. Er werd ‘s nachts steeds langdurig bij ze aangebeld.
- Isaak Poppelsdorf, hij werd 38 jaar.
Werd ontslagen bij de Artillerie-Inrichtingen op last van het Departement van Defensie omdat hij joods was.
- Roseline Poppelsdorf, ze werd 2 jaar.
Roseline krijgt nog een broertje. Hij wordt Johnny genoemd uit angst voor de bezetter: het klonk niet joods. Hij staat niet in het namenboek want hij werd na hun gedwongen vertrek uit Zaandam geboren. Johnny werd 9 maanden.
- Esther Poppelsdorf – Schuitevoerder, ze werd 28 jaar.
Kwam uit Oostzaan. Vrouw van Isaak en moeder van Roseline en Johnny. Johnny gaven ze expres geen Joods-klinkende naam. Ze werden samen vermoord.
- Erich Karl Poppert, hij werd 31 jaar.
Hij en zijn 82 personeelsleden van de Dameshoedenfabriek E.C. Poppert & Co staakten mee in de Februaristaking. Zijn 8-jarige dochtertje Sonja ontkwam bij de arrestatie van haar vader omdat ze afscheid zou hebben genomen met de woorden: “Dag mijnheer Poppert” , waarna ze het bos in vluchtte.
- Hijman van Praag Sigaar 40 jaar.
Een kleine, donkere man die crèmes en zalf maakte.
- Henriëtte van Praag Sigaar-Snoek Hijman, ze werd 33 jaar.
Jet hielp haar ouders in de textielzaak aan de Zaanweg.
- Abraham Prins, hij werd 38 jaar.
Abrahams fietste door een park. Dat mocht niet als Jood. 30 september 1942 staat als zijn sterfdag, maar eigenlijk weten we niet precies wanneer hij is vermoord. Zijn kleinzoon maakte een documentaire over hem.
- Dr. Georg Rosenbaum, hij werd 46 jaar.
“Wij zelf vertegenwoordigen een betreurenswaardige periode van de joodse geschiedenis.”
- Johanna Rosenbaum – Pergamenter, ze werd 42 jaar.
Vertelde in Auschwitz bij aankomst dat ze ziek was. Ze kreeg geen hulp maar werd direct vergast.
- Jakob Erwin Rosenthal, hij werd 49 jaar.
Gevlucht uit Berlijn. Daar was hij tandarts, in Zaandam was hij stofknopenmaker.
- Alexander Smit, hij werd 12 jaar.
Alex had vijf zussen en drie broers, ze hadden het niet breed thuis.
- Betty Smit, ze werd 9 jaar.
Werd samen met haar moeder, drie zusjes en een broertje vergast in Sobibor.
Alleen haar vader overleefde de oorlog.
- Debora Smit, ze werd 17 jaar.
Debora ‘Bob’ ging naar de kinderclub van de synagoge.
- Elsje Smit, ze werd 14 jaar.
“Pittig en opgewekt, een spring-in-het-veldje, bewoog ze zich over het schoolplein, vaak proberend mij over te halen tikkertje met haar te spelen als ik met de jongens in de weer was.”
- Levie Smit, hij werd 15 jaar.
speelde in 1940 in een jeugdelftal van ZFC. “Een aardige, gevatte knul”
- Marie Sonja Krupskaja Smit, ze werd 10 jaar.
In april 1945 vertelde meester Ruisink de klas dat Sonja niet meer zou terugkeren op school. De reden werd niet genoemd.
- Rebecca Smit, ze werd 19 jaar.
Rebecca was de laatste van het gezin die uit Westerbork naar Sobibor werd gedeporteerd.
- Salomon Smit, hij werd 4 jaar.
Ze noemden hem Sally. Hij was de jongste van de negen kinderen Smit.
- Willem Smit, hij werd 22 jaar.
Willem Smit, de oudste van acht broertjes en zusjes, werd gedwongen om zich dood te werken.
- Henderina Smit – Simmeren, ze werd 41 jaar.
Ze werd gelijk met haar vijf jongste kinderen vergast.
- Mozes Snoek, hij werd 60 jaar.
Goochelaar. Deze ’telepaath, hypnotiseur, gedachtenlezer en goochelaar’ hield een zaal met 160 bezoekers in zijn ban. ‘Werkelijk verbluffende staaltjes werden vertoond.’ (Wij beschouwen hem een beetje als de Zaanse Ben Ali Libi).
- Paulina Snoek – de Leeuw, ze werd 63 jaar.
Ze stierf twee jaar na haar man Mozes, zes weken voor de bevrijding in kamp Bergen-Belsen.
- Jacob Speijer, hij werd 48 jaar.
Lid van het bestuur van de synagoge. Voor zijn werk reed hij door Noord-Holland op zijn motorfiets.
- Walter Spiegel, hij werd 51 jaar.
Koopman, woonde aan de Zuiddijk in Zaandam.
- Augusta Spiegel – Brandis, ze werd 50 jaar.
Werd gelijk met haar man Walter vergast.
- Mozes Stad, hij werd 42 jaar.
Zijn kantoorboekhandel in Rotterdam werd tijdens het bombardement van 14 mei 1940 verwoest. Daarna kwam hij naar Zaandam.
- Barend van Thijn, hij werd 74 jaar.
Hij had een broodwinkel, was klein van stuk en had een transportfiets met een mand voorop.
- Jonas van Thijn, hij werd 20 jaar.
Terwijl zijn vader, moeder en kleine broer direct werden vermoord, moest hij zich doodwerken.
- Levi van Thijn, hij werd 49 jaar.
Werkte bij Polak & Schwarz.
- Marcus van Thijn, hij werd 10 jaar.
Mocht vanaf 1 september 1941 niet meer naar zijn eigen school in Zaandam.
- Siegmond van Thijn, hij werd 33 jaar.
Hij bezorgde voor Pasen matzes uit Amsterdam aan alle joodse gezinnen in Zaandam.
- Leentje van Thijn – van Allemans, ze werd 47 jaar.
Werd vermoord met haar man en jongste zoon. Haar oudste zoon moest zich doodwerken.
- Esther van Thijn – Troostwijk, ze werd 67 jaar.
Stond bekend als erg netjes: ‘zij boende zelfs de steel van de bezem.’
- Elias Verdoner, hij werd 15 jaar.
Hij mocht niet meer naar school in Zaandam en werd leerling kleermaker in Amsterdam..
- Hartog Verdoner, hij werd 38 jaar.
Werd samen met zijn zoon Elias geselecteerd voor arbeid in Auschwitz. Stierf 2 maanden na zijn vrouw en dochter.
- Rachel Verdoner, ze werd 10 jaar.
Binnen negen maanden nadat ze uit Zaandam weg moesten was het jonge gezin Verdoner vermoord.
- Heintje Verdoner – Neter, ze werd 38 jaar.
Zij en haar dochtertje waren het 2e en 3e Zaanse slachtoffer dat vergast werd in Auschwitz.
- Arnoldus Vet, hij werd 60 jaar.
Zilversmid aan de Gedempte Gracht 16 (zit nu Telfort?). Het koningshuis bezit zilver van Vet.
- Julie Rika Vet, ze werd 19 jaar.
“We zullen maar hopen dat we elkaar spoedig weer in vrede zullen ontmoeten.”
- Betty Vet – Weinberg, ze werd 56 jaar.
7 januari 1942 controleert een agent het vertrek van Gracht, waaronder dat van Nol, Betsie en Julie Vet. Hij neemt de sleutels van hun winkel en woning mee.
- Engeltje Vet – Weinberg, ze werd 51 jaar.
In 1944 vertrok ze “Bij vliegende storm en gutsende regen” naar Auschwitz. In een beestenwagen.
- Celine Vorst. Ze werd 2 jaar.
“Signalement: Rond gezicht, grijze oogen, donkerblond krullend haar, fijn gebouwd.”
- Gerrit Vorst, hij werd 27 jaar.
“Wij gaan naar Birkenou in Opper Cilezië. Gegroet en tot weerziens. Vele kussen van Gerrit, Stella en Lientje. Tot Weerziens!!!”
- Estella Vorst – Lierens, ze werd 23 jaar.
Het kind is zeer lief. Mijn vrouw en ik, wij zijn zeer sterk en berusten in ons lot.
Samen met haar dochtertje werd ze vergast. Gerrit werkte zich in een jaar tijd dood.
- Fritz Werner, hij werd 40 jaar.
Koopman, hij moest in augustus 1941 zijn geld naar de roofbank Lippmann-Rosenthal overmaken.
- Peter Werner, hij werd 2 jaar.
Peter’s broertje Frank werd in kamp Westerbork geboren. Samen werden ze vergast in Auschwitz.
- Titia Werner – Cossen, ze werd 36 jaar.
Ontvluchtte Duitsland na de Kristallnacht, trouwde in Zaandam met Fritz, werd moeder van Peter (2) en Frank (0).
- Samuel IJzerkoper, hij werd 61 jaar.
Handelaar in hartje Zaandam.
- Dina IJzerkoper – Walvis, ze werd 61 jaar.
4 maanden na haar dood werden haar dochter, kleinzoon en kleindochter vermoord.
- Roosje Zilverberg – de Groot, ze werd 76 jaar.
Weduwe Zilverberg woonde op Lagendijk 23 in Koog aan de Zaan. Ook zij moest de Zaanstreek verlaten.
Rachel en Heinz
Deze twee zijn ongelukkigerwijs niet in het namenboek terecht gekomen. Ze horen er wel in.
170. Rückla (Rachel) Jakoby-Schiffmann, ze werd 31 jaar.
Rachel zat met haar man Heinz in het eerste transport naar Auschwitz en werd bij aankomst direct vergast.
171. Heinz Jakoby/Jacobi, hij werd 34 jaar.
Heinz vroeg in 1938 hulp aan het comité voor Joodsche Vluchtelingen. Na de Kristallnacht wilde hij 6 familieleden die in Duitsland woonden, naar Nederland halen. Vast staat dat 4 van die familieleden ook zijn vermoord.
Beste mensen,
Bij vele namen ontbreekt een foto.
Mocht u van een ontbrekende naam nog een foto hebben dan ben ik echt geïnteresseerd om dit door te geven aan herinneringskamp Westerbork.
Hier wordt nog altijd gewerkt om bij alle namen een foto te krijgen.
Alvast bedankt voor uw medewerking.
Henk Kroes
Mooi gemaakt Merel.
Hier word je weer even stil van.