Afgelopen week opende Freek de Jonge zijn voorstelling Reikhalzend Verlangen in het Zaantheater met een anekdote over de IJsberen, de ‘dikke dames’ die ’s winters hun baantjes trokken in het ijskoude water bij het zwembad op het Eiland.
In zijn gelijknamige boek (wat een heruitgave is van Zaansch Veem uit 1987) beschrijft hij op onnavolgbare wijze hoe hij door één van de IJsberen in het water wordt gegooid, nadat hij in een baldadige bui een van hun zwempakken van de rand van een badhokje had weggegrist.
Ruimte voor een nieuwe molen? Door: Sander Wegereef
Ook zijn fietstocht naar het zwembad beschrijft Freek de Jonge in Zaansch Veem:
“We reden met handdoek en zwembroek in een rolletje onder de arm naar het Open Bad. Dat lag aan het eind van het eilandje van William Pont, de houthandel. We fietsten met z’n vieren naast elkaar via de Prins Hendrikkade naar het pontje over de Voorzaan. Dat bracht ons voor niks naar het eilandje. Daar moest je nog over een smal klinkerweggetje langs de lange, groene loodsen met hout.”
Van het roemruchte verleden van dit stukje Zaandam is helaas niets meer terug te vinden. Het is veelzeggend dat het oudste gebouw op Het Eiland het voormalige kantoorgebouw van William Pont (en later Rochdale) is uit 1964. Het zal niet lang duren voordat ook dat gebouw gesloopt zal worden.
Na het vertrek van de firma William Pont naar het Noordzeekanaal in de jaren ’90 is Het Eiland een keurig aangelegde woonwijk geworden, waarbij slechts in straatnamen als Anholtpier, Gotlandpier en Kimito nog de de verre noordelijke oorden weerklinken, van waaruit in het verleden het hout werd gehaald, dat hier werd gezaagd en verhandeld. De straatnaam Badhuisweg is een laatste herinnering aan het door Freek de Jonge beschreven openluchtzwembad aan de zuidkant van Het Eiland.
Tijdens de afgelopen editie van Kunsteiland, eerder dit najaar, werd de rijke geschiedenis van Het Eiland nog eens voor het voetlicht gebracht met onder meer levensgrote historische foto’s op canvas, thematische wandelingen rondom Monet, de houtindustrie en de (molen)geschiedenis. Daarnaast verscheen een mooi boekwerkje getiteld Het Zaaneiland, een rijke geschiedenis. Hierin is uitgebreid te lezen hoe Het Eiland een eiland werd en hoe hier de grootste houthaven ter wereld ontstond (en uiteindelijk ook weer verdween).
De meesten herinneren zich waarschijnlijk nog wel de grote houtloodsen van William Pont en van Firma Gras op Het Eiland. Wat misschien minder bekend is, is dat op deze plek tussen 1681 en 1916 elf molens hebben gestaan. Ze waren niet allemaal tegelijkertijd actief, maar het geeft wel aan hoe bedrijvig het hier was. Het waren paltrokmolens en stellingmolens namen als De Witte Valk, de Blauwe Boer, De Vier Heemskinderen en De Jonge Kat. Het waren allemaal balkenzagers.
De laatste nog actieve molen op Het Eiland was de Roode Leeuw. Deze molen was in 1868 aangekocht door de firma Gras. Toen, als gevolg van de handelsblokkades in de Eerste Wereldoorlog, de houthandel in de Zaanstreek stagneerde, besloot Gras om de molen in 1916 te slopen. Van deze molen zijn gelukkig nog wel een hoop foto’s bewaard gebleven bij het Gemeentearchief.
Onlangs dagdroomde De Orkaan over het plaatsen van een molen met een scheepswerf op de Gedempte Gracht, een interessante gedachte. Waarom zouden we niet meegaan in die dagdroom en niet een klein stukje verder dromen? Als er dan tóch een molen zou moeten komen, waarom dan geen molen de noordkop van Het Eiland, op de plek van het voormalige kantoor van William Pont, dat binnenkort tegen de vlakte gaat?
Zo vreemd is die gedachte niet, want op diezelfde plek heeft bijna twee eeuwen lang een molen gestaan. In 1681 werd hier de stellingmolen De Bakker neergezet. In 1787 brandde de molen af, waarna op dezelfde plek een nieuwe molen werd gebouwd met dezelfde naam. In 1879 verplaatst naar Deinum in Friesland.
Het zal waarschijnlijk bij een onrealistische dagdroom blijven, maar het zou Het Eiland wel een klein stukje van zijn historie teruggeven. Een molen op de kop van Het Eiland zou een mooie toeristische trekpleister zijn en bovendien een prachtige aanvulling zijn op het aangezicht van de westelijke (Voor-)Zaanoever.
Alle foto’s: Collectie Gemeentearchief Zaanstad (tenzij anders vermeld).
Lang geleden (ong 1950) logeerde ik bij familie op het Eiland. Zwemmen in het zwembad. Fijne herinneringen.