Er gloort hoop voor de gedupeerden van het recentelijk failliet verklaarde Krommeniër bedrijf Tuinmaterialen.nl. Het bedrijf wordt herstart, zo meldt eigenaar Lars de Wit aan De Orkaan.

Een investeerder, een bedrijf dat vooralsnog anoniem wil blijven, nemen de naam, het domein, de sociale media en de inhoud van de showroom over. Om welke bedragen het gaat wil Lars niet kwijt. Wel gaat Lars mee:

‘Ik ben geen eigenaar meer, maar heb me wel gecommitteerd. Dat doe ik echt om de gedupeerden te helpen. Tot 1 januari 2026 gaat al mijn salaris naar de gedupeerden toe.’

Met de billen bloot

Engel Muntz, compagnon van Lars in het failliete bedrijf, zal de eerste vier maanden ook meewerken tijdens de afhandeling van de zaken van de oude BV. Hij zal daarna geen rol meer spelen in het herstartte bedrijf. Lars zal er aanblijven als verkoper.

Lars zal daarbij ook de sociale mediakanalen niet vermijden:

‘We gaan wel weer video’s maken, maar daar moeten we zorgvuldig mee omgaan. We zullen de eerste maanden modder over ons heen krijgen. Maar als we onze afspraken nakomen, zal dat hopelijk steeds minder worden. We moeten even met de billen bloot.’ 

Met de nieuwe partij zullen ze gesprekken voeren met gedupeerden en op zoek gaan naar oplossingen. 

De curator (wij kregen hem vandaag niet meer te pakken) zal zich bezighouden met de afwikkeling van het oude faillissement. Lars wil nog benadrukken dat uit het eerste onderzoek bleek dat er geen sprake van was dat zij geld zouden hebben weggesluisd.  

Geschiedenis

Op 1 augustus meldden we op De Orkaan dat het bedrijf in tuinen, vooral bekend van sociale media, duidelijk in de problemen zat. Afspraken werden niet meer nagekomen, ze waren onbereikbaar en er was niet meer via de site te bestellen. Een kleine week later, op 6 augustus, viel inderdaad het doek. De twee ondernemers kregen te maken met veel boze gedupeerden, andere media pikten het verhaal van het faillissement ook op en de eerste schatting van het schuldbedrag was 8,5 ton.

Door: Merel Kan, informatie Orkaan-dossier en interview met Lars de Wit