Burgemeester Hamming en wethouder Groothuismink zijn tevreden over de aanpak van de overlast in het Veldpark. Het alcoholverbod en actieve handhaving zijn succesvol: “de situatie rustig, er zijn weinig meldingen van overlast”.
Eigenlijk wilde de gemeente ook nog een ‘inloopvoorziening’ waar de Veldparkgroep “dagelijks een aantal uur kan verblijven, elkaar kunnen ontmoeten en mogen gebruiken, onder begeleiding van professionals.”
Omdat zoiets financieel niet rond te krijgen was in 2020 gaat Zaanstad het in 2021 opnieuw voorstellen aan de raad.
Volgens Zaanstad is er niet alleen ‘goed contact met de groep’ maar ook met omwonenden.
“Politie, handhavers, mensen van de openbare ruimte en de zorgpartners trekken samen op in de benadering van de groep en het controleren van het park.”
Inloopvoorziening
Politie, gemeente en zorgpartners “kijken naar wat iemand nodig heeft aan hulp, ondersteuning en eventueel repressie en welke instrumenten en activiteiten er zijn om mensen weer op de rit te krijgen” aldus de gemeente.
“Daarnaast is er intensief gezocht naar een inloopvoorziening voor deze groep. Daarbij is het idee dat ze er dagelijks een aantal uur kunnen verblijven, elkaar kunnen ontmoeten en mogen gebruiken, onder begeleiding van professionals. De groep heeft zelf duidelijk aangegeven behoefte te hebben aan een dergelijke inloopvoorziening en ook de gemeente ziet dat een inloopvoorziening een meerwaarde heeft.”
Voorlopig zet Zaanstad in “op de gecombineerde aanpak van het tegengaan van overlast, de persoonsgebonden aanpak en de dagbesteding en activering van de groep, samen met zorgpartners.”
Als dat niet voldoende is, komt de inloopvoorziening opnieuw in beeld:
“de groep zelf blijft tot op heden wel benadrukken dat een inloopvoorziening noodzakelijk is.”
Famiri
In maart werden boetes uitgedeeld wegens overlast in het Veldpark, daarop werden camera’s geplaatst (waarop de bewoners naar de andere kant verhuisden) die nauwelijks tot resultaat leidden. In juni spraken bewoners hun ernstige verontrusting uit. In juli volgden er een avondklok en een alcoholverbod.
Sonny Prein, een van de groepsleden, werd geïnterviewd door Junita den Enting voor De Orkaan. Het verdwijnen van hun vaste plek Famiri aan de Vinkenstraat was volgens hem het begin van de ellende. De groep kwam op straat terecht en verplaatste zich eerst naar het Steve Bikoplein en later naar het Veldpark.
De Stichting Samen Sterk (opvolger van Surbeza die Famiri exploiteerde) zou verhuizen naar de voormalige kleuterschool ’t Anker (Slachthuisbuurt) maar dat is nooit doorgegaan. Het pand werd wel aangekocht, maar de stichting lag overhoop met de buurt en kwam in opspraak nadat er een wietplantage was aangetroffen in het pand.
De overlast is zeker afgenomen, geen vuurtjes meer, geen tenten. Wel nog alcohol en drugsgebruik (softdrugs). Maar van schreeuwen, ruzies etc in de nacht is geen sprake meer voor zover te constateren. Ook lijken de groepjes wat kleiner geworden. Soms wordt er zelfs 1,5 meter afstand gehouden maar dat is nog lastig. Er wordt nog wel gedeald maar de verkeersbewegingen van gebruikers lijken wat minder.
Gebruiken onder begeleiding van professionals;
“don't Bogart that joint my friend,
pass it over to me”.