Het Papenpad (of Papepad) is nog steeds een pad. De molen is verdwenen. Maar de kerk staat er nog steeds.
De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten, groen maakt plaats voor nieuwbouw. De Zaanstreek is de afgelopen decennia sterk veranderd. De Orkaan brengt dat in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…
Deze ansichtkaart komt uit de privé-verzameling van Orkaan-redacteur Piet Bakker. Bert Versteeg maakte de eigentijdse foto en zorgde ook voor de achtergrondinformatie. Vandaag: het Papenpad en de Papenpadsloot in Zaandam.
Papenpad en Papenpadsloot
De Papenpadsloot is een sloot die de Zaan verbindt met de Gouw in het Westzijderveld. Ten zuiden van de sloot ligt het Papenpad dat oorspronkelijk het Jacob Dirckxpad werd genoemd. Jacob Dirckx was mogelijk de eerste bewoner.
Het pad kreeg in 1754 een padreglement. Een belangrijke basis voor de padreglementen was de destijds algemeen aanvaarde burenplicht. Bij geboorten, ziekten en sterfgevallen stonden de bewoners elkaar bij, zij vormden een hechte groep waarvan de leden elkaar zeer goed kenden. Anders dan we zouden verwachten, werden de reglementen niet van elkaar overgeschreven. Toch bevatten ze in hoofdzaken dezelfde bepalingen hoe en door wie de sloten en bruggen moesten worden onderhouden, waar de ‘secreten’ of ‘gemakhuizen’ gebouwd mochten worden, wat te doen bij brand en bij gladheid, verboden op het drijven van vee, het rijden met karren, de uitoefening van hinderlijke of gevaarlijke bedrijvigheid, zoals traankokerij, touwslagerij, kaarsenmakerij, leerlooierij, scheepswerven, smederijen, grutterijen, slachterijen, vleethuizen en herbergen maar ook eendenhokken waren meestal uitgesloten
De naam Paap is een deels in onbruik geraakt mild scheldwoord voor een katholiek persoon en is een verbastering van Papa dat paus betekent. Niet alleen de Paus werd Paap genoemd maar de lokale geestelijke werd dorpspaap, parochiepaap of mispaap genoemd en later werd het de benaming voor een katholiek in het algemeen. Waarschijnlijk werd het pad kort na de bouw in 1695 van de nog bestaande Papenpadkerk (oudkatholieke kerk) Papenpad genoemd.
Om de Zaan te kunnen bereiken moest men door de Papenpadsluis. De eerste sluis was van hout en is vermoedelijk in de 16e eeuw gebouwd. In 1726 werd de sluis vervangen door de huidige stenen sluis en werd 132 voet lang en 16 voet breed. Een voet is een lengtemaat van ongeveer 30 centimeter maar de lengte was niet overal hetzelfde en kon zelfs per plaats verschillen. Zo was de Amsterdamse voet ongeveer 28,3 cm, de Rijnlandse voet 31,4 cm en de Maastrichtse voet 28,7 cm. De meest gangbare voet in de Zaanstreek was de Rijnlandse voet dus de Papenpadsluis is dus ongeveer 41,50 meter lang en 5 meter breed.
In de Westzijde lag de Papenpadbrug. Wanneer er voor het eerst een brug werd gebouwd is niet bekend maar in 1850 werd er een ijzeren draaibrug gebouwd. Deze draaibrug werd in 1926 vervangen door een stalen ophaalbrug die op haar beurt in 1987 werd vervangen door de huidige vaste brug.
Toen de spoorlijn Uitgeest -Zaandam in 1869 was aangelegd kwam er over de Papenpadsloot een zogenaamde kraanbrug. Een kraanbrug is een beweegbare brug die open en dicht gaat door te draaien om een verticale z-as.
Op het landhoofd zijn twee of meer driehoekvormige armen bevestigd die kunnen draaien. De draaiassen van de armen staan op het landhoofd; de punt van de driehoek rust op het bruggenhoofd dat zich op het andere landhoofd bevindt. Als de brug is gesloten staan de armen haaks op de vaarrichting, in geopende toestand zijn ze tegen het landhoofd aangedraaid, parallel aan de vaarrichting. Ook over de Mallegatsloot en de Sluissloot in Koog aan de Zaan lagen kraanbruggen die in 1926 werden vervangen door ophaalbruggen. Rond 1970 werden de ophaalbruggen vervangen door de huidige vaste bruggen.
Op de oude foto zien we paltrokmolen De Smid, dit was uiteraard een houtzaagmolen want met een paltrok kon uitsluitend hout gezaagd worden. De molen stond aan en ten noorden van de Papenpadsloot. Wanneer de molen is gebouwd is onbekend maar de eerste vermelding was op 1 januari 1713 toen de molen werd verzekerd tegen brand door Gerrit Dirksz. Smit die waarschijnlijk ook de bouwheer van de molen was.
In de loop der jaren heeft de molen verschillende eigenaren gehad en in 1872 werd Jan Muusse eigenaar die weinig geluk met de Smid zou hebben. Nadat de molen op 28 november werd getroffen door een zware storm waarbij een roede afbrak, midden in de molen terecht kwam en grote schade veroorzaakte. Nadat de molen was gerepareerd sloeg bijna drie jaar later het noodlot toe. In de vroege ochtend van 14 november 1888 ontstond er brand in de molen en deze ging reddeloos verloren.
Jan Muusse ging niet bij de pakken neerzitten en kocht de paltrok De Rust van het Vaderland die 300 meter ten zuidwesten van De Smid stond. Deze paltrok was gebouwd in 1719 en de windbrief werd op 18 september 1720 uitgereikt aan Hendrik Adriaansz. Knots. In het register van de windpacht stond vermeld dat de molen op 1 januari van dat jaar in bedrijf was gekomen. Op 15 maart 1888 werd deze molen geveild en de koper was Johannes Simonsz. die er F 2075,- voor betaalde.
Johannes Simonsz. had in 1872 de stoomzagerij De Onderneming laten bouwen en om uit te breiden had hij een aantal nabijgelegen zaagmolens gekocht. Dit waren o.a. “de Gekroonde Liefde”, “de IJpenboom”, “de Acht Gebroeders” en “de Blauwe Arend”. De molens werden afgebroken maar veel van hun houtloodsen bleven staan en gingen dienst doen voor de houtopslag van de firma Simonsz.
Simonsz. verkocht de molen begin 1889 aan Jan Muusse die de molen liet afbreken en herbouwen op de ringmuur van de verbrande Smid en ook deze molen ging weer Smid heten. De houtloodsen van De Rust bleven staan en werden omstreeks 1960 gesloopt. De molen zou standhouden tot juni 1917 en werd toen gesloopt, de loodsen bleven staan en werden door Muusse voor zijn houthandel gebruikt.
Het land ten noorden van de Papenpadsloot werd bebouwd met woningen en de straten kregen de namen Wagenschotpad en Olieslagerspad. Waarom de gemeente Zaanstad voor deze namen heeft gekozen is mij een raadsel want De Smid was een balkenzager en er hebben geen oliemolens in de buurt gestaan. Houtzagerspad zou een betere naam zijn geweest.
Bekijk hier alle fototijdreizen.
Foto en tekst 2023: Bert Versteeg. Bronnen: Zaanwiki, Wikipedia, Database verdwenen molens, Beeldbank Zaanse Molen.
Jacob Dircksz was op zeker moment waarschijnlijk de voorste bewoner van het pad, zodat het naar hem genoemd werd. Dat de "schuurkerk" van de Oud-Katholieken (die dus níéts te maken hebben met Rome) tòch een papenkerk genoemd werd (en het pad dus naar die scheldnaam) komt doordat het voor niet-katholieken allemaal één pot nat is, zus katholiek of zo katholiek. Goed verhaal trouwens.
Geweldig stuk met informatie en historie om te lezen. Dank.