De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten en natuur wordt opgeofferd om plaats te maken voor nieuwbouw, stadsvernieuwing en bedrijventerreinen.

De Zaanstreek is de afgelopen decennia – soms zelfs onherkenbaar – veranderd. De Orkaan brengt die verandering in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…

De originele foto’s komen uit twee albums met oude Zaanse foto’s die Zaandammer Henk van Dalen op de kop tikte op een rommelmarkt. Bert Versteeg maakte de eigentijdse foto en zorgde ook voor de achtergrondinformatie. Vandaag: de Noordervaldeursloot.

Noordervaldeursloot, Zaandam

Vandaag de Noordervaldeursloot met de molens Het Oude Kaar, De Quack, De Kaver en De Zeef. De Noordervaldeursloot was een brede sloot die van de Zaan naar de Gouw liep. Bij de Oostzijde waar een ophaalbrug over het water lag, was de Noordervaldeursluis die in de 17e eeuw is gebouwd. Een valdeur was een schuif die omhoog en omlaag getrokken kon worden. Deze valdeur werd rond 1715 vervangen door draaiende sluisdeuren.

Aan de Noordervaldeursloot stonden ooit vijf molens, verfmolen De Sluiswachter (niet op de foto) en de oliemolens Het Oude Kaar, De Quack, De Kaver en De Zeef of Huis te Muiden. De molens stonden op de zuidoever van de sloot waar ook het Noordervaldeurpad liep.

Vanaf de brug in de Oostzijde was het een schilderachtig plaatje en menig schilder heeft er zijn ezel opgesteld en vele fotografen hebben hier gestaan om het fraaie tafereel te vereeuwigen. Tegenwoordig valt er weinig meer te schilderen of te fotograferen want het is erg saai geworden. De sluis en brug zijn in 1961 gesloopt en ongeveer de helft van de sloot is gedempt en het Noordervaldeurpad werd Noordervaldeurstraat. Er staan nog wel een aantal woningen, met name aan de zuidkant van de straat maar verder staan er uitsluitend saaie bedrijfspanden.

Ten oosten van de Heijermansstaat, die de voormalige sloot kruist, is op het gedempte deel van de Noordervaldeursloot het parkeerterrein van station Kogerveld aangelegd en is de Jozefkerk gebouwd. Direct na de kerk is de sloot nog aanwezig.

De molens op de oude foto:

Het Oude Kaar

Deze oliemolen is in 1680 gebouwd en de windbrief werd op 6 december van dat jaar uitgereikt aan Willem Jansz. Kaar wat gelijk de naam van de molen verklaard. De bijbehorende verbandbrief ontving hij op 11 februari 1681. In een verbandbrief of verbandakte gaf de eigenaar zijn molen in onderpand als hij zijn betalingen aan de staat niet kon voldoen.

Willem Jansz. Kaar overleed in 1699 waarna zijn weduwe eigenaresse van de molen werd. Zij liet in 1700 een pelmolen bouwen die ze het Nieuwe Kaar noemde, de oudere oliemolen ging vanaf toen het Oude Kaar heten. Tot en met 1909 bleef het Oude Kaar olie slaan. In dat jaar werd de molen verkocht aan Mechiel Stadt die er cacaodoppen mee ging verwerken.

Deze Mechiel Stadt verkocht de molen in 1915 aan Jan Stuurman, oprichter van de bekende cacaofabriek. Veel plezier heeft hij niet van de molen gehad want twee jaar later, op 28 mei 1917 (2e Pinksterdag), raakte de molen tijdens een hevig onweer door blikseminslag in brand en werd totaal verwoest. De molen stond aan en ten zuiden van Noordervaldeursloot iets ten westen van de huidige dr. Scholtenweg.

De Quack

Ook de Quack, oud Zaans voor ‘reiger’, was een oliemolen, gebouwd in 1639. De windbrief werd op 31 december 1639 afgegeven aan Jan Gerritsz. en Claes Adamsz. De molen heeft diverse eigenaren gehad onder wie de bekende familie Honig die met 20 oliemolens de grootste olieslager van de Zaanstreek was. Een dochter van Cornelis Honig was getrouwd met olieslager Jacobus Kluyver en de familie Kluyver bleef tot 1904 eigenaar van de Quack.

In dat jaar werd Evert Terwey eigenaar van de molen en ging er cacaoafval mee verwerken. De hoogtijdagen van de windmolens waren allang voorbij maar de cacaopesen van de cacaofabrieken waren nog niet krachtig genoeg om alle cacaoboter uit de cacaobonen te halen en de stampers van de oude oliemolen wisten nog genoeg cacaoboter te produceren om Evert Terwey van een redelijk inkomen te voorzien.

Naast cacaoafval verwerkte Terwey ook producten als sojabonen, pinda’s, kopra en nootmuskaatnoten. Evert Terwey overleed in 1931 op 82-jarige leeftijd waarna zijn zoon Jan nog geprobeerd heeft de molen in bedrijf te houden maar dat lukte niet.

In 1934 werd de molen verkocht aan de firma Groot en Co. die het achtkant van de molen sloopte om de schuur en onderbouw als opslag te gebruiken. In 1960 werden de zwaar vervallen restanten van de Quack opgeruimd. De molen stond ook ten zuiden van de sloot op de plaats waar sinds 1964 de St Jozefkerk staat.

De Kaver

Wanneer deze oliemolen is gebouwd is onbekend maar hij werd voor het eerst vermeld op 28 februari 1690 toen Albert Pietersz. Jut samen met zijn broer Claesz. Pietesz. voor F 1805,00 een half part van de Kaver kochten van Cornelis Waligsz. Out

Rond 1710 kwam de molen in bezit van de familie Caeskoper, die in totaal zes oliemolens bezaten. Uiteindelijk kwam de Kaver door vererving in het bezit van de familie Honig. Gerrit Caeskoper bleef ongehuwd en zijn bezit ging naar zijn zuster Stijntje die getrouwd was met Cornelis Jacobsz. Honig.

In 1838 werd de molen door Cornelis Honig verkocht aan Hendrik Baas waarna zijn zoon Klaas later de molen overnam. Klaas Baas verkocht de molen in 1877 aan de Amsterdammer Klaas Brat. 20 jaar later, in 1897, verloor de Kaver tijdens een rukwind zijn wiekenkruis, de molen werd hersteld maar een jaar later kwam het definitieve einde. De molen werd voor F 830,00 aan een sloper verkocht en in juni 1898 was de Kaver verdwenen. Hij stond ten zuiden van de Noordervaldeursloot, iets ten westen van de Knie, in het verlengde van de huidige Dovenetelweg.

De Zeef of Huis te Muiden

De Zeef, die vrijwel zeker onder de naam Huis te Muiden in 1685 werd gebouwd, stond in het verlengde van de huidige Koekoeksbloemweg. Op 19 september 1685 kreeg Gerrit Jansz. Muijden de windbrief. 

Net als de Quack had de Zeef aanvankelijk een enkel oliewerk maar rond 1730 was de molen verbouwd tot een dubbele oliemolen, dat wil zeggen dat de molen een voor- en een naslag had. Na de eerste persing (voorslag) werden de overgebleven oliekoeken gemalen en op een vuister verhit waarna er een tweede persing (naslag) volgde. Deze tweede persing leverde per last oliezaad 20 tot 25 procent meer olie op dan een enkele oliemolen.

Na Gerrit Jansz, Muijden werden achtereenvolgens Jan Pietersz. Mol, Cornelis Jansz. Kalf en Claas Pietersz. Duyn eigenaar. Halverwege de 19e eeuw kwam de Zeef in bezit van de firma Van Wessem en Co., die ook eigenaar was van Het Oude Kaar en de Oranjeboom en van de houtzaagmolen De Groote Korf die aan de Zuiderwatering in Westzaandam stond.

Na het overlijden van Jan Carel van Wessem in 1881 werd de olieslagerij afgestoten en richtte het bedrijf zich alleen nog op de houtzagerij. De molen werd gekocht door Klaas Klaasz. Honig die de Zeef in 1887 alweer verkocht, aan wie is niet bekend. In juni 1897 werd de molen gesloopt.

Bekijk hier alle fototijdreizen.

Noordervaldeursloot met de molens Het Oude Kaar, De Quack, De Kaver en de Zeef (voor 1897).
Bert Versteeg (2023)

Foto en tekst 2022: Bert Versteeg. Bronnen: molendatabase.org, 1100 Zaanse Molens” van Ron Couwenhoven en Zaanwiki.