Alleen al vanwege de namen een artikel waard: De Koning van Pruisen en De Krab. Ooit statige molens in het nu volgebouwde stuk van het Westzijderveld.

De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten, groen maakt plaats voor nieuwbouw. De Zaanstreek is de afgelopen decennia sterk veranderd. De Orkaan brengt dat in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…

Deze ansichtkaart komt uit een serie foto’s die Bert Versteeg online op de kop tikte. Hij maakte ook de eigentijdse foto en zorgde voor de achtergrondinformatie. Vandaag: De Koning van Pruisen en De Krab in het Westzijderveld (Zaandam).

De Koning van Pruisen, Westzijderveld

Een prentbriefkaart van het Westzijderveld met op de voorgrond pelmolen De Koning van Pruisen en op de achtergrond verfmolen De Krab. Links stoomhoutzagerij De Bark en rechts van De Koning van Pruisen de stoomhoutzagerij De Zaan.

Soms is het onmogelijk een recente foto te nemen vanaf de plek waar de maker van de oude foto ooit heeft gestaan en dat is bij deze prent ook het geval. De Koning van Pruisen stond diep in het Westzijderveld aan en ten noorden van de Papenpadsloot ongeveer halverwege De Watering en De Gouw in Zaandam, ongeveer 150 meter ten westen van het Westenwindpad.

De oude prent is een aquarel gemaakt door Gerrit Mol (Koog aan de Zaan, 3 april 1869 – Wormerveer, 5 april 1961) uit Wormerveer en is uitgegeven door. D. Spaander uit Wormerveer die op Marktstraat 36 zat. Gerrit Mol was beeldend kunstenaar, kunstschilder, was autodidact en bleef amateurschilder. Zijn vele tekeningen, schilderijen en aquarellen van Zaanse molens geven een goed beeld van de nadagen van de windmolenindustrie hoewel zijn werken niet allemaal super waarheidsgetrouw zijn.

De Koning van Pruisen werd in 1758 gebouwd en de bijbehorende windbrief werd op 28 februari van dat jaar uitgereikt aan Jan Jacobsz. Ketelaar. De Pruis, zoals de molen meestal werd genoemd, was een forse gerstpelmolen waarin de gerstkorrels werden ontdaan van pel. Gepelde gerst werd gort genoemd en gortepap en watergruwel was eeuwenlang het belangrijkste volksvoedsel. Aan het eind van de 19e eeuw verschenen de eerste rijstpelmolens en werd de gort langzaam maar zeker vervangen door rijst en pasta.

Met de Koning van Pruisen is het pellen van gerst op windkracht het langst volgehouden in de Zaanstreek, namelijk tot 1916. In dat jaar werd de molen verkocht aan dhr. Battum en werd er nauwelijks meer met De Pruis gewerkt. In 1918 werd De Pruis voor afbraak verkocht en in juli van dat jaar werd hij gesloopt, het jaartal 1920 dat op de kaart staat klopt dus niet.

Oliemolen De Krab waarvan het bouwjaar tot op heden niet is achterhaald, wordt voor het eerst op 8 maart 1668 genoemd toen een half part van de molen voor F 400,- werd verkocht. De molen was toen, gezien de lage prijs, waarschijnlijk een wipmolen.

In 1778 werd De Krab gesloopt en werd er een nieuwe achtkante bovenkruier, die als dubbele oliemolen was ingericht, gebouwd. Deze tweede Krab verbrandde op 23 oktober 1842 maar werd herbouwd. Met de Krab zou tot 1884 olie worden geslagen. In dat jaar werd de molen leeg gesloopt en ingericht als verfmolen. In de nacht van 22 op 23 maart vloog De Krab in brand en ging reddeloos verloren. Op de oude molenwerf staat tegenwoordig het verzorgingstehuis Westerwatering op Elsbroekplantsoen 1.

De Bark was een zeskantige bovenkruier houtzaagmolen waarvoor Claas Arisz. Volger op 30 april 1708 de windbrief kreeg. Claas Arisz. zou drie jaar met de balkenzager werken want op 31 december 1711 stond de molen op naam van Claas’ broer Adriaen Arisz. Volger die tot en met 1765 eigenaar was. Vervolgens kwam de molen op naam te staan van Simon en Pieter Volger, vermoedelijk twee zoons van Adriaen. Zij bleven kort met De Bark werken want in 1770 stond hij op naam van de familie Ken die tot 1810 met de molen bleef werken.

Op 3 oktober 1810 kocht houtzager Willem Middelhoven de molen en enkele jaren later kocht hij ook De Grauwe Kieft, De IJsvogel en De Bonsem. Na het overlijden van Willem in 1819 werd zijn weduwe Sijtje van de Stadt eigenaar en werd de naam van het bedrijf in firma Wed. Willem Stadlander. Sijtje overleed in 1828 waarna haar schoonzoon Cornelis de Koning het houtzagersbedrijf erfde.

In 1847 verkocht Cornelis De Bonsem en De IJsvogel aan Huybert van de Stadt waardoor hij alleen met De Bark en De Grauwe Kieft zou blijven zagen. In 1872 kocht hij De IJsvogel weer terug. De Bark werd in 1876 gesloopt en op zijn plaats kwam de gelijknamige stoomzagerij waarna ook De IJsvogel (1879) en De Grauwe Kieft (1881) werden gesloopt.

In 1892 werd het bedrijf geliquideerd en werd de zagerij gekocht door Remmert Aten. De Bark werd in de loop der jaren uitgebreid en gemoderniseerd en kon op haar hoogtepunt 50.000 balken per jaar verwerken. In 1970 werd de firma Aten geliquideerd en in 1971 verbrandden de opstallen. De molen en zagerij stonden iets ten westen van de kruising Spanbroekstraat/ Oldebroekstraat. De voormalige MAVO De Bark die ten oosten van de Provincialeweg stond is naar de zagerij vernoemd.

Ook zagerij De Zaan stamt uit het molentijdperk. Halverwege de 19e eeuw was er een opleving in de houtzagerij en werden er in korte tijd een aantal nieuwe zaagmolens gebouwd. Één van die molens was De Zaan die in 1856 werd gebouwd voor Huybert van de Stadt. Op 8 november 1866 verkocht Huybert de molen aan houthandelaar P. Kluyver jr. die op dezelfde dag ook De Bonsem overnam van Huybert.
In 1876 werd De Zaan alweer gesloopt en werd er een stoomzagerij op het lege erf gebouwd die ook De Zaan werd genoemd.

Met de stoomzagerij bleef Kluyver tot 1906 werken waarna pal ten oosten hiervan een nieuwe, moderne stenen zagerij werd gebouwd. In het begin van de jaren 20 van de vorige eeuw kwam de zagerij tot stilstand. In 1927 begon J.G. Blees een houtwolfabriek in de opstallen van De Zaan.

Halverwege de jaren ’60 van de 20e eeuw besloot de gemeente Zaandam om het zgn. Houtveld voor woningbouw te bestemmen. De houthandels werden uitgekocht en vertrokken naar de nieuwe industriegebieden in de Zaanstreek. Zo ook de firma Blees Houtwol B.V. In 1983 werd de firma overgenomen en verdween de naam Blees Houtwol.

De oude zagerij De Zaan werd in 1970 gesloopt. De zagerij stond aan en ten oosten van De Watering ongeveer in het verlengde van de Vincent van Goghweg. Het grootste deel van het gebied dat Gerrit Mol schilderde is vanaf het midden van de jaren ’80 volgebouwd en heet nu Westerwatering.

Papenpad, Koning van Pruisen
Westzijderveld: Papenpadsloot (Bert Versteeg, 2024)

Bekijk hier alle fototijdreizen.

Foto en tekst 2024: Bert Versteeg. Bronnen: Molendatabase, Gemeentearchief Zaanstad, Beeldbank Zaansche Molen.