De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten en natuur wordt opgeofferd om plaats te maken voor nieuwbouw, stadsvernieuwing en bedrijventerreinen.
De Zaanstreek is de afgelopen decennia – soms zelfs onherkenbaar – veranderd. De Orkaan brengt die verandering in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…
De originele foto’s komen uit twee albums met oude Zaanse foto’s die Zaandammer Henk van Dalen op de kop tikte op een rommelmarkt. Bert Versteeg maakte de eigentijdse foto en zorgde ook voor de achtergrondinformatie. Vandaag: de Duinjager in wat nu het Kogerveld in Zaandam is.
Duinjager, Kogerveld, Zaandam
De Duinjager is in 1696 als tabaksmolen gebouwd, de windbrief werd op 1 augustus 1696 afgegeven aan Adam Jansz. Duijn die een compagnonschap vormde met Heyme Vis. De familie Vis zou in diverse vennootschappen heel lang eigenaar van De Duinjager blijven.
De molen stond ten westen en op enige afstand van de Gouw, tegenwoordig is daar de zuidoostelijke bocht van de Boterbloemweg in Kogerveld.
Er waren twee soorten tabaksmolens, namelijk de snuifmolen en de tabakstamper maar meestal werd beide gedaan op een tabaksmolen. De tabakstampers hakten tabak fijn dat werd gebruikt om te roken in kleipijpen, sigaren en sigaretten kwamen pas in de 19e eeuw. Snuif is fijngemalen tabak dat, de naam zegt het al, werd gesnoven. Het snuiven van tabak was in de 17e en 18e eeuw populair.
Er waren twee soorten snuiftabak, rapé- en stelensnuif. De snuiftabak wordt op een van de twee volgende wijzen gemaakt. Er komen hele tabaksbladeren naar de molen die gedroogd zijn. Deze worden gesausd, dat wil zeggen verrijkt met een mengsel van kruiden en andere toevoegingen die de tabak een specifiek karakter geven. Voor rapesnuif worden de tabaksbladeren vervolgens in linnen doeken gewikkeld tot zgn. karotten en strak omwonden te drogen gelegd. Dit proces wordt na twee weken herhaald, waarna de bladeren worden ontdaan van het doek en bijeengebonden worden om gedurende lange tijd te fermenteren Ten slotte wordt de tabak in houten tonnen gelegd, waarna er 4 beitels op gaan heien. Dat gaat net zo lang door totdat de bladeren fijn genoeg zijn. Bij stelensnuif wordt het omwikkelen, het drogen en fermenteren overgeslagen.
In de Zaanstreek hebben 89 snuifmolens en tabakstampers gestaan. De molen is niet heel lang een tabaksmolen geweest want de molen werd al snel als verfmolen ingericht.
In een verfmolen werd geen verf gemaakt maar de pigmenten (kleurstoffen). De kleurstoffen werden gemaakt van verfhout, gesteente, krijt, metaaloxyde, plantaardige- en dierlijke producten en beenderen. Deze grondstoffen werden in een verfmolen tot poeder vermalen en verkocht aan schilders (zowel kunst- als huisschilders) die zelf hun verven maakten. Door verschillende kleurstoffen samen te voegen werd de kleur bepaald en vervolgens werd er lijnolie toegevoegd en had men verf. Deze lijnolie werd door de oliemolens geslagen.
Op 19 augustus 1781 verbrandde de molen maar werd herbouwd.
In 1909 werd de De Duinjager die nog steeds eigendom van de firma Heyme Vis was, verkocht aan de familie Hagmeijer die tot 1921 met de molen bleef werken. De molen werd in 1927 gekocht door de gebroeders Verdonk die met de molen steenkool ging vermalen voor ijzergieterijen. In 1947 kwam De Duinjager voorgoed stil te staan en werd er uitsluitend nog op de motor gemalen. In 1953 voerde Verdonk onderhandelingen met een Amerikaan die de molen in de VS wilde verplaatsen maar dit plan stuitte op grote weerstand en ging niet door.
Twee jaar later, in 1955, vroeg Verdonk een sloopvergunning aan maar ook die kreeg hij niet. In 1958 besloot Verdonk zijn bedrijf te verhuizen naar het Limburgse Mook en de inmiddels zwaar vervallen molen zou uiteindelijk worden gekocht door de gemeente Zaandam.
Vanwege stadsuitbreiding (Kogerveld) moest De Duinjager verplaatst worden en om dat te realiseren brachten Het Rijk, de provincie Noordholland, de gemeente Zaandam en particulieren F 80.000 bijeen om de molen te verplaatsen naar de Kalverringdijk. In 1960 zouden het achtkant, de kap en het gaande werk op de onderbouw van de in 1904 gesloopte oliemolen De Kat worden geplaatst en de molen is sindsdien bekend als verfmolen De Kat waar door molenaar Piet Kempenaar en zijn medewerkers nog steeds op authentieke wijze pigmenten worden gemaakt en verkocht
Bekijk hier alle fototijdreizen.
Foto en tekst 2023: Bert Versteeg. Bronnen: Zaanwiki, 1100 Zaanse Molens, Beeldbank Zaansche Molen, Database verdwenen molens.