Nu ondermeer de stek van de Orkaan-redactie, in vroeger tijden uitzicht op houtzaagmolen De Rode Leeuw.
De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten, groen maakt plaats voor nieuwbouw. De Zaanstreek is de afgelopen decennia sterk veranderd. De Orkaan brengt dat in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…
Deze ansichtkaart komt uit een serie foto’s uit de privé-verzameling van Orkaan-redacteur Piet Bakker. Bert Versteeg maakte ook de eigentijdse foto en zorgde voor de achtergrondinformatie. Vandaag: de Balkenhaven in Zaandam.
Balkenhaven, Zaandam
Vandaag gaan we naar de Houthavenkade in Zaandam waar vanaf het bruggetje pal ten noorden van de redactie van de Orkaan de oude en nieuwe foto zijn gemaakt. Op de oude foto zien we op de voorgrond het Kattegat met links de Oude Balkenhaven, aangelegd omstreeks 1630 en op de achtergrond houtzaagmolen De Rode Leeuw die op het Eiland stond.
De Oude Balkenhaven, ook wel Houthaven genoemd, diende om de boomstammen die gezaagd moesten worden te wateren, de natuurlijke sappen van de boomstammen moesten eruit waardoor de gezaagde balken en planken aanzienlijk minder kromtrokken of dat het hout ging scheuren. Ook werden in de balkenhaven de stammen tot vlotten gebonden om naar de zaagmolens te vervoeren. Vanwege de toename van het aantal te zagen stammen werd omstreeks 1650 ook de Nieuwe Balkenhaven aangelegd, lag ten westen van de brug over het Kattegat lag.
In 1911 werd een nieuwe balkenhaven direct aan het Noordzeekanaal aangelegd die met name door Bruynzeel werd gebruikt.
Het Eiland is in 1885 ontstaan toen het schiereiland Het Westerkattegat werd doorgraven zodat er een rechte verbinding tussen de sluizen en het Noordzeekanaal ontstond. Voorheen moesten de schepen langs de Hogendijk (Timmerrak) en de Havenstraat (Kerkrak) varen om in het IJ/ Noordzeekanaal te komen. De naam Timmerrak is vermoedelijk ontstaan in de 17e eeuw toen er langs de Hogendijk een aantal scheepswerven lagen die de casco’s van de aan de Achterzaan gebouwde schepen aftimmerden. Later verhuisden de meeste van de scheepswerven aan de Achterzaan naar de Hogendijk.
Het Kerkrak verwijst naar de kerk van de oude nederzetting Oud Saenden dat in 1155 door de Drechter Friezen is verwoest. Inwoners van Haarlem en Osdorp kwamen Oud Saenden te hulp waarbij 900 Friese slachtoffers vielen. Zaanden lag op de westoever van de Hem, het schiereiland tussen de Hogendijk en het IJ. In 1737 werden er bij graafwerkzaamheden doodskisten en lijkresten gevonden en ook tijdens het verleggen van de spoorbaan van de oude naar de nieuwe Hembrug bodemvondsten werden gedaan die verwijzen naar de oude nederzetting.
Tot 1883 bestond het Westerkattegat uit twee delen die het Ooster- en Westerkattegat (andere benamingen waren de Ooster- en Westerhem) werden genoemd. Het Oosterkattegat is het gedeelte tussen de Zuiddijk en de Prins Hendrikkade terwijl het Westerkattegat het huidige Eiland is.
Nadat in 1876 het Noordzeekanaal was geopend was er behoefte aan een betere verbinding tussen de Zaandammer sluizen en het nieuwe kanaal waarna besloten werd de Westerhem te doorgraven waardoor de scheepvaart niet meer om het Eiland hoefde te varen. De oude route was behalve langer ook door dichtslibbing ondiep geworden.
Het Oosterkattegat kwam vanaf 1637 tot ontwikkeling toen het tot dan toe onbedijkte gebied werd bedijkt waarna elf jaar later ook het westelijk deel bedijkt werd. Op de Westerhem werden in de 2e helft van de 17e eeuw negen zaagmolens gebouwd, vijf op de noordoever en vier op de westoever. Om bij de foto’s te blijven behandel ik alleen de vijf molens die op de noordelijke oever stonden.
De Bakker was een bovenkruier waarvan het bouwjaar niet is achterhaald maar de molen verschijnt voor het eerst op 3 juni 1681 toen eigenaar Pouwelis Jansz. Paulus de molen verzekerde. De Bakker kwam in 1771 in bezit van Engel van de Stadt. Op 28 april ging de molen in vlammen op maar Van de Stadt liet de molen herbouwen. In 1878 was de Bakker overbodig geworden doordat de firma Van de Stadt haar zaagmolen de Engel die aan het Sluispad stond had vervangen door een stoomzagerij. De molen werd afgebroken en werd in Deinum in Friesland herbouwd waar hij als korenmolen werd herbouwd. De molen stond net ten oosten van de Badhuisweg bij de oprit van de Willam Pontbrug.
De tweede molen was De Rode Leeuw, ook van deze bovenkruier is het bouwjaar nooit gevonden maar de molen komt voor het eerst in 1683 voor. In december 1916 werd de molen die sinds 1868 eigendom was van Floor en Gerrit Gras afgebroken. De molen stond ten noorden van het Spiekeroog en iets ten westen van de Badhuisweg.
De derde molen was paltrok balkenzager de Jonge Kat waarvan de windbrief op 7 maart 1662 werd uitgereikt aan Pieter Jochemsz. Kat. De molen werd in 1810 afgebroken en verplaatst naar het Friese Bergumerdam. De Jonge Kat stond ten noorden van het Spiekeroog ter hoogte van het begin van de brug.
De volgende molen in het rijtje was de Witte Valk, dit was weer een bovenkruier waarvan de vermoedelijke windbrief op 24 januari 1668 werd uitgeraakt aan Jan Simonsz. Floor. Al in 1749 werd de molen gesloopt. In het midden van de 18e eeuw was er een enorme crisis in de houtzagerij, de Engelsen berekenden vanaf ca. 1740 zeer hoge invoerrechten voor gezaagd hout en twaalf jaar later kwam er een invoerverbod van gezaagd hout in de Zuidelijke Nederlanden. Deze crisis duurde tot ongeveer 1770 en in de Zaanstreek werden er in deze periode ongeveer 100 zaagmolens gesloopt. De Witte Valk stond voor de Justpier ter hoogte van de bocht naar Wangerooge.
De vijfde en laatste molen op de noordkant was paltrokmolen het Spinrocken en deze stond op de westelijke hoek van het Eiland. De molen bestond al in 1693 en werd in 1750 tijdens een storm van zijn ringmuur geblazen. De eigenaren kochten paltrok Het Vaandel die iets ten noorden van de huidige Westzanerdijk en iets ten westen van de Zuiderwatering stond en verplaatsen de molen naar het erf van Het Spinrocken waar de molen de naam de Notenboom kreeg. Op 27 maart 1892 werd de molen door brand verwoest. De laatste eigenaar was de firma F. en G. Gras.
De Westerhem is ruim 300 jaar het domein van houtbedrijven geweest. De firma F. & G. Gras begon in 1868 met zaagmolen De Rode Leeuw in 1870 gevolgd door de aankoop van paltrok De Notenboom. Na het verbranden van de Notenboom werden de terreinen, opstallen en balkenhavens verkocht aan concurrent William Pont. Vanaf 1905 richtte de firma zich op de handel van buitenlands gezaagd hout uit onder andere Rusland en de Scandinavische landen. In de loop der jaren werd het bedrijf een specialist in grenen.
Het Kerkerak en de westkant van het Eiland werd na de ingebruikname van Zijkanaal G gebruikt als haven waar de houtschepen werden gelost. Tot 1959 werd het hout per dekschuit vervoerd en toen in dat jaar de William Pontbrug gereedkwam konden de vrachtwagens het Eiland oprijden hetgeen een enorme logistieke verbetering was.
In 1990 is het bedrijf vanwege de aanleg van de Den Uylbrug verhuist naar het bedrijventerrein Zuiderhout dat ontstond door demping van de voormalige balkenhaven uit 1911. Door de verhuizing van zowel de firma Gras en Williampont kon de nieuwe brug voor vele miljoenen guldens goedkoper gebouwd worden omdat er geen zeeschepen meer kwamen.
Ook William Pont was tientallen jaren op het Eiland gevestigd. Het bedrijf was in 1888 verhuist van Edam naar Zaandam waar het een aantal houtloodsen liet bouwen op een terrein tussen de Zuiddijk en de Prins Hendrikkade. Toen dit terrein vol was verhuisde men in 1896 naar het Eiland waar t/m 1910 vele houtloodsen werden gebouwd. Op het oude terrein werd later de Componistenbuurt gebouwd. Ook de an- en afvoer van het hout van William Pont ging t/m 1959 per dekschuit. Het kantoor was aanvankelijk gevestigd op de Prins Hendrikkade maar in 1896 kwam er een nieuw kantoor aan de Stationsstraat 85 in Zaandam en in 1964 werd er nieuw kantoor aan de Badhuisweg betrokken.
Later werd dit het kantoor van onder andere Medicopharma en Rochdale. Het gebouwd wordt in 2024 gesloopt om plaats te maken voor twee woontorens. In de jaren ’80 ging slecht met het bedrijf waarna het in 1986 fuseerde met Meyer en de bedrijfsnaam PontMeyer werd. Ook PontMeyer moest vanwege de aanleg van de Den Uylbrug vertrekken van het Eiland en kreeg eveneens een nieuw terrein op het Zuiderhout.
Na het vertrek van de twee houthandels bleek dat het Eiland zwaar was vervuild en werd gesaneerd. In de jaren ’90 werden er ruim 500 woningen gebouwd en de straten werden vernoemd naar eilanden in Duitsland en Denemarken.
Bekijk hier alle fototijdreizen.
Foto en tekst 2024: Bert Versteeg. Bronnen: Zaanse Verhalen 2015 (Ron Couwenhoven), Hout aan de Zaan (Peter Roggeveen), Zaanwiki, Molendatabase.