Eind augustus schreven we over de bouwplannen voor het gebied rond Oostzijde 198. Daar moeten aan weerszijden van de ingang van De Tuin der Nederlanden gebouwen met 39 appartementen komen. Tot voor kort zat op nr. 198 ‘Oostzijde Tweewielers’. Maar het pand heeft een veel langere – en roemruchte – fietsgeschiedenis.
Voordat Oostzijde Tweewielers hier zat, was het de zaak van ex-wielrenner Arie Simon. Arie werd geboren in Rotterdam maar verhuisde al snel naar Zaandam. In 1954 trouwt hij met de Zaandamse Coeny van Osselen. Waarschijnlijk begin jaren zeventig begint hij een fietsenwinkel op Oostzijde 198. Zelf was hij een verdienstelijk amateurwielrenner geweest en was daarnaast actief als ‘gangmaker’. Hij bouwde in Zaandam zijn eigen fietsen onder het merk ‘Simon Sport’.
Wereldfaam vergaarde Arie met zijn Derny’s en gangmaker-motoren die hij bouwde. Deze werden gebruikt in speciale stayer-wedstrijden waar fietsers achter de motor hoge snelheden konden ontwikkelen. Er waren weg- en baanwedstrijden. Zaankanters Piet de Wit en Cees Stam werden ooit wereldkampioen op dit onderdeel. Arie Simon was vermaard omdat hij honderden motoren ombouwde of zelf bouwde: “Hij experimenteerde met een grotere cilinderkop en wist meer PK’s uit de motorfietsjes te halen.”
In de Zaanstreek was Arie ook bestuurslid bij DTS. Lid van Verdienste KNWU. Na zijn Zaanse periode verhuist hij in 1998 naar het Belgische Neerpelt waar hij tot op hoge leeftijd motoren blijft bouwen. In 2012 meldt hij op Facebook dat hij een Derney aan een Russische ploeg heeft geleverd. Het laatste online levensteken dateert uit 2016 als in DTS-blad De Waaier een verhaal over hem verschijnt.
Eén van de bekendste Nederlandse gangmakers, Joop Stakenburg (foto onder), reed ook op een motor van Arie Simon. Stakenburg kwam in 1989 om bij een auto-ongeluk onderweg naar een wedstrijd in Wenen.
Het archief heeft ook nog twee fraaie foto’s van Ronald Peeters uit 1987, maar die mogen alleen bekeken worden, niet gedownload.
Oostzijde 198
De fietsenwinkel zat in twee naast elkaar liggende panden. Onder de tekening van de verbouwing in 1958 toen het linkerpand winkel werd. Rechts zat de bakkerij van Pieter Groot (de gevel van dit pand blijft bestaan). Uit gegevens uit het Gemeentearchief lijkt af te leiden dat toen Bakker’s Rijwielhandel in het pand kwam. Die heeft er gezeten tot in de jaren zeventig. Op nog oudere documenten uit het archief (1670) is te lezen dat daar “Veghter Claese Van de Koogh een Olij moole De Meeuw” zou hebben gehad.
Onder een tekening van linkerpand (dat wordt gesloopt) uit 1902 (het kadaster vermeldt 1926 als bouwjaar maar dat klopt dus niet). Er is sprake van een verbouwing waaruit kan worden afgeleid dat het pand ouder is.
Onder het linker deel van 198 (de bakkerij) en rechts daarnaast 196c. Dit laatste pand moet ook plaats maken voor nieuwbouw.
Door Piet Bakker. Bronnen:
- Zaanwiki (Arie Simon)
- Gemeentearchief Zaanstad (foto’s)
- Tessa Berghouwer (geschiedenis van het pand)
- Facebook Arie Simon
- De Waaier (DTS, interview 2016)
- Internetgazet (60 jarig huwelijk)
- Retrobike en Pedalroom (met foto’s van Simon Sport-fiets)
- website Familie Stakenburg (tragisch levensverhaal)
- Lees ook: Nieuw aan Oostzijde: 39 appartementen in ‘Plan Simon Sport’
Arie Simon was een top vent! Als kleine jongen woonde ikzelf in de Veeringstraat . Je kon altijd bij hem terecht als je een probleem met je fiets had. Hij had altijd tijd voor je. (op een gegeven moment zei hij ,David je weet waar de spullen staan...)Het werd helemaal leuk toen hij vuurwerk ging verkopen . En het was altijd een genot om te kijken naar de gangmakers door de Oostzijde. Ik was weer eens te laks met het zoeken naar een stageplek , ff binnenlopen bij Arie en het was geregeld. Zodoende heb ik Mr Simon ook van een andere kant meegemaakt. Mijn dank daarvoor.
Arie was een vakman zoals er maar weinig van bestonden. Een bijzonder aimabele man. Heb hem persoonlijk mee mogen maken in het bestuur van wielerclub DTS. Hij was ook en goede framebouwer. Ik ben er zeer verguld mee dat we twe exemplaren van deze racefietsen in de collectie van ons wielersport museum hebben. Trouwens, van Ari zelf kregen w ook een door hem gebouwde dernie!
Arie reed zelf op de wiellerbaan met een zwaardere motor, een JAWA.
Paar keer met 'm mee geweest: JAWA in de bus en boxer (hond) op de achterbank.
Geprobeerd op dat kreng te rijden (de motor).
Alles werkte, in mijn herinnering, precies andersom, gas aan de verkeerde kant van het stuur en ontkoppelen idem dito.
En je voeten stonden in ijzeren sloffen met open neuzen en bovenkanten dat als je stopte en je zette je voeten, voor die ijzeren sloffen, op de grond en de JAWA rolde nog iets door dan werden je achillespezen doorgesneden.
Dat was dus niks voor mij.
Ik heb nog een door Arie gebouwde racefiets staan. Hij had het frame zelf gebouwd en in blauw wit gespoten. En ja op de schuine buis staat Simon 💪. Denk dat hij is gebouwd in 1980. Rijdt nog als een trein.
Nou Bertil,
Arie maakte die frames van z'n racefietsen niet zelf maar importeerde ze uit, wat we toen noemden, Oostbloklanden.
En die bouwde hij dan, in zijn werkplaats aan de Oostzijde, af.
En dat werden topfietsen, voor een fractie van de prijs van bijvoorbeeld een RIH (was een hele dure racefiets uit Amsterdam).
Mijn vrouw Anne reed op een Simon door Frankrijk en als we op campings over die fiets aangesproken werden dan wist je meteen dat het Zaankanters waren, even los van het accent.
Ik houd van zulke verhalen. Dank
Leuk stukje 👍
Weet nog goed, dat ik werkte bij Oosterveld en Romijn aan de Oostzijde. We hadden daar een wielren clubje, waar ik ook deelnemer van was. De fiets een Raleigh aangeschaft bij Wastora, ging na een tijdje kuren vertonen en fietste niet lekker meer. Op naar Arie Simon die de zaak inspecteerde, en wat verbouwingen voorstelde. Nadien heel veel kilometers gereden. De fiets doet het nog steeds, mijn knieën duidelijk minder.
Ja vakmanschap was meesterschap in de werkplaats van Arie.