Vanmorgen hield burgemeester Geke Faber de toespraak bij de herdenking van de Februaristaking in Zaandam.
Die staking was op 25 en 26 februari 1941 georganiseerd als protest tegen de anti-joodse maatregelen van de Duitse bezetter. Van Amsterdam sloeg de staking snel over naar andere plaatsen, waaronder de Zaanstreek. Al de eerste dag lag het openbare leven grotendeels stil.
In Zaandam werd de staking met harde hand bestreden door de Duitsers, daarbij viel één dode.
Elk jaar wordt de staking herdacht, vanmorgen gebeurde dat bij het beeldje Staakt Staakt Staakt! bij de Wilhelminabrug. Hieronder de tekst van de rede die burgemeester Faber uitsprak.
===
Vandaag herdenken we, zo net bij het prachtige monument van Truus Menger en nu hier in het Zaantheater, dat de februaristaking ook in de Zaanstreek een enorme weerklank vond. Een dag nadat in Amsterdam tienduizenden mensen het werk neerlegden tegen de jodenvervolging door de Duitse bezetter, sloten duizenden Zaankanters zich bij dat protest aan.
Duizenden Zaankanters die zich hier vlakbij, op de Dam, verzamelden om hun verontwaardiging te laten zien. En die meteen beseften hoe bijzonder deze dag was. ‘We deden er zelf wat aan, je nam het heft in eigen hand’, zei een van de stakers later. Een ander: ‘Het was een machtige dag, want je besefte dat massaal verzet mogelijk was.’
74 jaar later is dat waar de Februaristaking symbool voor staat. Dat burgers niet alleen kijken naar hun eigen belang, maar ook bereid zijn het voor elkaar op te nemen. Dat het je verantwoordelijkheid is om in actie te komen als er sprake is van discriminatie en uitsluiting, als de vrijheid van de ander in het geding is. Dat wegkijken geen optie is.
Die boodschap krijgt pas echt betekenis als je weet wat er precies is gebeurd op die twee dagen in februari. Juist nu de staking al bijna een mensleven achter ons ligt, is het van belang dat we blijven luisteren naar de verhalen van de Zaanse stakers van toen. (Stakers van wie sommigen hier aanwezig zijn.) Want het zijn juist die persoonlijke verhalen die de geschiedenis een gezicht geven.
Verhalen die ons bijvoorbeeld doen beseffen hoe bijzonder het eigenlijk was dat de staking zo snel oversloeg naar de Zaanstreek. Zoals een van de stakers vertelt in een prachtige korte film van Monumenten Spreken: ‘Je kon niet even een bericht delen via Facebook waardoor in een mum van tijd iedereen het wist.’
Nee, het stakingsmanifest moest op 25 februari uit Amsterdam worden gehaald en niet alleen vanuit Zaandam, maar vanuit de hele Zaanstreek gingen mensen op weg om het pamflet te halen en te vermenigvuldigen.
Verhalen over de grote rol van vrouwen bij de verspreiding van de pamfletten. In een nog te verschijnen boek over Zaanse verzetsvrouwen vertellen ze hoe ze die biljetten ’s avonds in het donker ophingen. ‘Om de beurt want iedereen had kinderen thuis.’ Een van de stakingsleiders zei daarover: ‘Zonder de inzet van de vrouwen was er geen staking geweest.’
Verhalen van arbeiders die vertellen hoe de volgende ochtend vrijwel iedereen van de stakingsoproep wist en fabriek na fabriek de duren sloot. Maar ook het bijzondere verhaal over de Zaanse winkelbedienden die in een eigen pamflet aan de klanten uitlegden waarom ze staakten. Niet voor het eigen gewin, maar ‘voor het behoud van onze vrijheid en eerbiediging van geloof, ras en politieke overtuiging.’
En het verhaal van een ambtenaar die staakt omdat hij van heel dichtbij de gevolgen ziet van de anti-Joodse maatregelen. ‘Ik voelde dat ik mee moest doen’, vertelt hij. ‘Ik had een chef bij het gasbedrijf, getrouwd met een joodse vrouw. Die mocht niet meer in gemeentedienst blijven, die moest weg.’
Al die verhalen kwamen op die stralende 26e februari samen op de Dam waar duizenden stakers hun afkeer toonden van het onrecht dat de Joden werd aangedaan. Daar heerste, zo blijkt ook uit de verhalen, bijna een opgetogen sfeer door het gevoel van saamhorigheid dat de staking teweeg bracht. Burgemeester In ’t Veld sprak later zelfs over ‘het feest van het verzet.’ En ook al greep de Grune Polizie uiteindelijk hardhandig in, dat gevoel bleef overeind. Nog één keer de staker die ik in het begin aanhaalde: ‘Het was een machtige dag, want je besefte dat massaal verzet mogelijk was.’
Al die verhalen van Zaanse stakers, opgetekend in boeken, vastgelegd op film, of gewoon uit de eerste hand verteld aan kinderen en kleinkinderen, zijn het waard om te blijven vertellen. Omdat ze laten zien dat kleine daden van gewone mensen samen tot iets groots kunnen leiden. Omdat ze laten zien dat je daarvoor geen held hoeft te zijn. En omdat ze laten zien dat de februaristaking in de Zaanstreek past in het grote verhaal, maar ook typisch Zaanse geschiedenis is. Na de februaristaking was de verzetsgeest uit de fles en namen de illegale activiteiten in de Zaanse gemeenten een grote vlucht. Zoals Wim Klinkenberg later schreef: ‘De Zaanstreek stond in de branding van het antinazistisch verzet.’
Dat is een geschiedenis die we moeten koesteren. Het is niet iets waar we ons nu op kunnen laten voorstaan, het is eerder een geschiedenis die een verplichting schept. De verplichting dat we ook nu, 74 jaar later, pal dienen te staan voor datgene waar de februaristakers voor stonden: dat we mensen in hun waarde laten, dat we mensen laten zijn wie ze zijn, ongeacht afkomst, ras, geslacht, seksuele voorkeur of religie. Dat we met elkaar bijdragen aan een samenleving waar ruimte is voor iedereen.
===
Bronnen: Gemeente Zaanstad (tekst rede), Remko Roersch en Marjo Post (foto’s).