De term ‘woningnood’ wordt na de Tweede Wereldoorlog voor het eerst gebruikt om het enorme tekort aan woningen aan te duiden. Als reactie hierop ontstaat de kraakbeweging.

Vandaag de dag wordt kraken nog steeds gebruikt als protestmiddel. Zaanse krakers Lex en Lau* vertellen hoe het is om deel uit te maken van deze radicale beweging.

Tijdens de oorlog was de bouw van woningen vrijwel stil komen te liggen en waren veel huizen beschadigd, waardoor het aantal bewoonbare huizen flink was afgenomen. In 1948 wordt de woningnood zelfs tot volksvijand nummer 1 verklaard.

Schaarste op de woningmarkt houdt medio jaren zestig nog altijd aan. Overheden maakten plannen om steden radicaal anders in te richten, de tegenbeweging die dit opriep pleitte voor behoud van oude structuren en buurten en protesteerde tegen de woningnood en leegstand. Kraken speelt een rol in dit protest. 

Radicale oplossing

Ondertussen is de woningnood ruim zestig jaar later nog altijd niet opgelost. Tegelijkertijd staan er 2250 panden leeg in de Zaanstreek. ‘De meest effectieve manier om leegstand tegen te gaan is kraken; mensen laten wonen op plekken die toch niet in gebruik zijn. Het is misschien een radicale oplossing, maar je pakt wel direct de oorzaak van het probleem aan. Ik denk dat mensen dat vaak vergeten,’ zegt Lau.

Net als voor veel andere krakers is deze manier van wonen een noodoplossing voor hem. Een jaar geleden komt hij via een gemeenschappelijke vriend in contact met zijn huisgenoot Lex, die al langer actief is als kraker. ‘Ik was achttien toen ik mijn intrede maakte in de kraakscene. Ik wilde al een poosje op mezelf wonen, maar omdat ik studeerde was het moeilijk om genoeg geld te sparen.’

Samen met haar -inmiddels ex- partner trekt Lex bij een Utrechts kraakcollectief in. Na enige tijd besluiten zij zelf opzoek te gaan naar een kraakpand in Amsterdam, maar dat blijkt lastiger dan gedacht. ‘Ik heb een aantal weken geen thuisbasis gehad, dat is best heftig om mee te maken.’ Lex gaat opzoek naar leegstaande panden in randgemeentes en beland in Zaanstad. ‘De gemeenschap hier is enorm verwelkomend.’ 

Cultuuroorlog

Ook socioloog, kraakexpert en oud-kraker Hans Pruijt voelt zich in de jaren zeventig genoodzaakt te kraken nadat hij plotseling uit zijn woning wordt gezet. In die tijd was kraken een doorsnee activiteit, anno 2024 is het niet meer zo gangbaar. ‘Al sinds de opkomst van kraken pruttelt een verbod op de politieke agenda. In 2007 werd ik door het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) gebeld; er was opnieuw een voorstel gedaan voor een kraakverbod.

Pruijt ziet het als een cultuuroorlog, waar verschil in normen en waarden een rol speelt. Hij noemt het verbod ‘oneerlijk’, ‘krakers van deze tijd hebben een groot doorzettingsvermogen, ik heb daar bewondering voor.’

Met de intreding van de Wet kraken en leegstad is het kraken van panden sinds 2010 officieel verboden. In 2022 werd echter besloten dat deze wet te veel ruimte laat voor misbruik, daarom is de Wet handhaving kraakverbod in het leven groepen. De wetsaanscherping laat weinig ruimte voor krakers vindt Lau. ‘De kraakbeweging is heel erg gecriminaliseerd.’ Toch heeft hij daar wel begrip voor, ‘voordat ik zelf kraakte had ik ook vooroordelen.’

Volgens de kraker heerst er onder de burgerlijke maatschappij de gedachtegang dat krakers panden stelen en het stigma dat zij vies en lui zijn, maar dat is niet per definitie zo. ‘Er zullen vast krakers zijn die voldoen aan dat stereotype, maar verreweg de meeste niet. Ik ben in studentenhuizen geweest die er erger aan toe zijn.’ Hij vindt het verbod jammer. Niet alleen voor de kraakscene, maar ook voor de brede cultuur die daaruit voortvloeit.

‘Het leukste aan kraken vind ik de moeite die je in het wonen steekt. Wij hebben hier bijvoorbeeld geen stromend water of elektriciteit. Het oplossen van zulke tegenslagen vergt een creatieve denkwijze.’ 

De aanpak tegen krakers verschilt per gemeente volgens Lex en Lau. ‘Relatief gezien wordt kraken gedoogd in Zaanstad. Toch loop je nog steeds een hoop risico en worden krakers hardhandig ontruimt.’ Zonder huisrecht kan de politie direct tot ontruiming overgaan. Maar zodra er huisvrede is vastgesteld, mag het pand niet zomaar worden binnengetreden of ontruimt. Huisvrede is het vaststellen dat er wordt gewoond, met als implicatie daarvan het recht op gevrijwaard wonen zonder verstoringen: het huisrecht. ‘De eigenaar van het vorige kraakpand waar ik woonde, had een uitsmijter ingehuurd om een maand lang iedere dag langs te komen en fysiek geweld te gebruiken. De politie doet in zulke situaties veel te weinig,’ zegt Lex.

Volgens Lex en Lau doet de gemeente niet veel tegen krakers, maar daarbij ook weinig tegen leegstand. ‘Kraken is een effectief middel om pandeigenaren te waken voor leegstand.’ De eigenaar van het pand waar de Zaanse krakers wonen laat daarentegen niks van zich horen. ‘Er bestaat een grote kans dat hij wel weet dat wij hier wonen, we hebben geprobeerd contact te leggen.’ 

Doe-het-zelvers

De kraakbeweging krijgt sinds het ontstaan in de jaren zestig al tegenwind vanuit de maatschappij. Maar krakers zijn niet alleen huisbezetters, het is ook een culturele beweging. Krakers zijn doe-het-zelvers met eigen theatergroepen, eetcafés en onderlinge solidariteit.

Krakers worden vaak beschuldigd van het vernielen van woningen; het toebrengen van zogenaamde kraakschade. Maar niets is minder waar, Lau laat trots een zelfgemaakt tussenschot zien. ‘Wij hebben een muur gebouwd om extra slaapruimte te creëren. Zo kunnen we nog iemand huisvesten.’ De krakers vinden het belangrijk om anderen te helpen. Voor Lex staat solidariteit dan ook bovenaan, ‘ik heb echt het gevoel dat ik ergens bij hoor.’

Hoe meer zielen, hoe meer vreugd: de krakers hebben een tussenschot gemaakt, om zo een extra persoon te kunnen huisvesten.

Kraakpanden worden vaak ingericht met meubels die van de straat komen. In het geval van Lex en Lau komt het interieur overal en nergens vandaan. ‘Wij kopen dingen op Marktplaats of buren komen langs met oude stoelen,’ zegt Lau. Lex vult hem aan en wijst naar de bank waar zij op zit, ‘een vriend tipte ons dat zijn buren deze bank in perfecte staat naast de weg hadden neergezet.’

Volgens Pruijt is het streven om op een duurzame manier fatsoenlijk te leven en wonen; geen ruzie met de buren en niks slopen of stelen. Een ander stigma is dat krakers voordringen door woningen te bezetten, om zo de wachtlijst te ontduiken. Ook dat weerlegt de oud-kraker. ‘Er wordt juist woonruimte voor anderen gecreëerd door kraken.’

Het leven in een kraakpand is soms erg onpraktisch vindt Lau. ‘Ik studeer sociologie aan de universiteit en probeer zoveel mogelijk schoolwerk vanuit huis te doen. Dat brengt obstakels met zich mee, wij hebben alleen stroom uit zonnepanelen.’ Ook involveert kraken onzekerheid, ‘de brief met de mededeling dat je het pand moet verlaten kan iedere dag op de deurmat liggen.’ 

Door: Mila Lange, Orkaan-dossier, interview Lau en Lex *Niet de echte namen (die zijn uiteraard wel bij redactie bekend). Leegstandcijfers van CBS.