Zaanstad wil € 549.000 extra uittrekken voor steun aan culturele instellingen. Daarnaast hebben het Zaantheater, het Zaans Museum en filmtheater de Fabriek voor € 371.000 steun bij het Rijk aangevraagd.
De bijdrage van Zaanstad komt voor een deel uit het budget van de Zomer van Monet dat in 2021 zou plaatsvinden maar niet doorgaat.
Zaanstad wil met de subsidie steun verlenen aan “de culturele instellingen die behoren tot de basisinfrastructuur”. De grote instellingen kunnen alleen maar Rijkssubsidie krijgen als de gemeente ze ook steunt.
Daarnaast wil het college van B&W € 150.000 besteden aan een subsidieregeling voor de kleinere instellingen en de amateurverenigingen. Dat budget komt uit de middelen die zijn overgebleven omdat de Zomer van Monet in 2021 niet door kan gaan.
Wethouder Cultuur Annette Baerveldt zegt in het persbericht van de gemeente:
“Uit een inventarisatie onder de cultuursector blijkt dat een aantal Zaanse instellingen in acute financiële nood zit. Het college stelt voor om extra steun te verlenen omdat er anders culturele instellingen verdwijnen die cruciaal zijn voor onze gemeente. Deze organisaties zorgen er niet alleen voor dat er voldoende cultuuraanbod is voor onze inwoners, maar genereren ook veel werkgelegenheid. Denk aan werk voor de makers, toeleveringsbedrijven, de creatieve sector, horeca en het toerisme.”
De culturele basisinfrastructuur bestaat o.a. de bibliotheek, het Zaantheater, De Fabriek, Fluxus, Theatermijn en de Groote Weiver. De Rijksbijdrage is voor ‘vitale organisaties met een regionale functie’ zoals het Zaantheater, het Zaans Museum en De Fabriek.
Het college wil instellingen financieel steunen omdat zij forse verliezen lijden sinds de coronamaatregelen van kracht werden. Door de beperkingen van de anderhalve meter samenleving, draaien deze instellingen – ook na de versoepelingen van 1 juli – minder omzet dan gebruikelijk omdat er veel minder bezoekers in mogen. De overige instellingen die behoren tot de basisinfrastructuur geven aan relatief weinig schade te hebben of zijn zelf in staat om de schade op te vangen.
De subsidieregeling van € 150.000 voor de kleinere instellingen en de amateurkunst kent een maximum van € 4.000 per instelling of vereniging. Voorwaarde is dat de instellingen aantoonbare schade hebben door de coronabeperkingen.
Voor de Zomer van Monet blijft een budget van € 50.000 over waarvan een ‘kleinschalig’ programma gerealiseerd moet worden, gedacht wordt aan een tentoonstelling, een cultuur-educatieproject en wandel- en fietstochten.
Die negen miljoen vind ik niet terug in het artikel. Ik kom niet verder dan €549.000, waarvan 150.000 naar kleinere gezelschappen gaat.
Dat gunnen we ze natuurlijk maar we hebben dat extra nulletje weggehaald