DZ gaat voor de net-niet doodsbedreiging
Democratisch Zaanstad – DZ – staat vooral bekend om hun kritiek op alles en iedereen. Het college, het ZOG, de PvdA, de burgemeester, het kabinet… en ga zo maar door.
Maar qua incasseren zijn het geen kampioenen. Kandidaat-raadslid Eric Sellmeijer maakte tegenstanders uit voor “misstwitbaksels” die “ziekelijk” “vuile spelletjes” spelen omdat ze op hem en DZ kritiek hadden. O ja, de NSB werd er natuurlijk ook bijgehaald.
Vandaag deed DZ-lijsttrekker Aart Molenaar een duit in het zakje.
Zaanblogger Erik Schaap schreef vanmorgen een stuk op zijn blog over de prominente plek die AED in het verkiezingsprogramma van DZ heeft. Het was vooral te danken aan een kandidaat-raadslid dat een bedrijf in AED-apparatuur heeft en trainingen geeft. Een ‘onthulling’ was dat niet echt, de informatie kwam gewoon uit het DZ-verkiezingsprogramma. Maar Aart Molenaar was not amused getuige zijn tweet een uurtje na verschijnen:
Voor sommige mensen hoop je dat een #AED niet in de buurt is.
— aart molenaar (@DZaart)
Niet echt een doodsbedreiging, maar het komt in de buurt. Een net-niet-doodsbedreiging.
Een nagekomen Tweet van de steunfractie (let op het ironische ‘denk ik’) gooide nog meer olie op het vuur:
RT @EricSell Ondanks begrijpelijke emoties @DZaart zou ik na lang twijfelen ook #ErikSchaap reanimeren… Denk ik
— Ineke Boon (@Twin1003)
Het bleef allemaal niet onopgemerkt. GroenLinks en Z.O.G. konden de humor van de tweet niet inzien.
@gerben80 @DZaart Inderdaad een walgelijke tweet van deze ‘volksvertegenwoordiger’. #rooiekaartvooraart
— paul laport (@LaportPaul)
Ook VVD’er Gerard Hartog sprak zijn verbijstering uit over het niveau.
@DZaart feiten Aart? da’s een goeie. Je wenst sommige mensen een akelige dood zonder noodzakelijke medische hulp. Mooi feit voor op je CV!
— GerardHartog (@GerardHartog)
Een paar uur later trekt Aart de tweet in – hulde daarvoor.
excuus voor eerdere tweet over #AED. emoties over toenemende #DZ #bassing kregen even de overhand. Tweet verwijderd. #prijsvoorsucces zeker
— aart molenaar (@DZaart)