In Zaanstad is ‘geheim’ een dingetje. Zo mogen we het naadje van de kous niet weten van dossiers als de Zaancampus, Ikea, de Ar-Rahma moskee, Ornina, de Zaanbrug en meer…

Sommige Zaanse gronden om zaken geheim te houden lijken, hoe zullen we het vriendelijk zeggen, niet geheel volgens de regels. Daarom vroegen we opheldering bij Tessa Berghouwer: wat mag achtergehouden worden en wat niet? Speciaal voor ons schreef ze het in Micky Mouse-taal.


Sinds 1 mei vervangt de Wet open overheid (Woo) de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Met de Woo is voor het eerst het recht op overheidsinformatie letterlijk in een wet opgenomen. Dat staat er zo in:

“Eenieder heeft recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen, behoudens bij deze wet gestelde beperkingen.”

Door: Tessa Berghouwer

Deze wet moet in feite een cultuurverandering bij de overheid in gang zetten. Zodat iedereen het recht op publieke informatie ook echt gaat zien en behandelen als een recht. Waarom? Door openheid werkt een democratie beter. De gemeente bijvoorbeeld moet eerlijk en helder aan de mensen kunnen uitleggen wat ze doen, welke beslissingen ze neemt en waarom. Dit zorgt voor meer vertrouwen tussen burger en gemeente. Dat lijkt hard nodig. De opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen in Zaanstad was dit jaar dramatisch laag: nog geen 45%. 

Een flink verschil met de Wob is dat de Woo van de gemeente verwacht dat ze veel meer informatie uit zichzelf openbaar maakt. Zonder dat iemand daarom vraagt dus. Dit heet “actieve openbaarmaking”. Het gaat bijvoorbeeld om externe adviesrapporten die de gemeente heeft laten maken, of het (schriftelijke) oordeel van de gemeente over klachten van inwoners. Maar bijvoorbeeld ook om informatieverzoeken (Woo-verzoeken) en de informatie die de gemeente daarvoor heeft verstrekt. Dit hoeft nu nog niet allemaal op de website van de gemeente te vinden te zijn. De overheid krijgt namelijk een aantal jaar de tijd om dit allemaal te regelen.

Wat voor de gemeente “gewoon” doorgaat, is het afhandelen van informatieverzoeken van onder meer burgers en journalisten (Woo-verzoeken, voorheen Wob-verzoeken). Dit heet “passieve openbaarmaking”. Dit gaat nu dus op basis van de Woo in plaats van de Wob. Net als diens voorganger kent ook de Woo een behoorlijk aantal uitzonderingen op het uitgangspunt dat informatie openbaar is. Er is eigenlijk niet zo heel veel veranderd.

Bij die uitzonderingen gaat het bijvoorbeeld om privacygevoelige gegevens, zoals iemands burgerservicenummer (BSN). De gemeente moet dit zwartlakken. Of iemands godsdienst of gezondheid: de zogeheten “bijzondere persoonsgegevens”. Ook deze gegevens moet de gemeente zwartlakken als ze geen toestemming heeft van die persoon om ze openbaar te maken. De gemeente mag ook geen bedrijfs- en fabricagegegevens openbaar maken die een bedrijf vertrouwelijk heeft gedeeld. Dit gaat bijvoorbeeld om gegevens over de afzet van producten, de kring van afnemers en leveranciers, of het productieproces. Dit zijn de “absolute” uitzonderingen: deze informatie mag de gemeente niet openbaar maken.

In alle andere gevallen gaat het om “relatieve” uitzonderingen. Dat wil zeggen dat de gemeente een belangenafweging moet maken. De gemeente moet dit zorgvuldig doen. Als de gemeente in een bepaald geval vindt dat openbaarmaking minder bealngrijk is dan, bijvoorbeeld, de bescherming van iemands privacy (“eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer”), dan moet ze goed uitleggen waarom ze dit vindt. Daarnaast gebruikt de gemeente voor het afhandelen van informatieverzoeken uitspraken van de rechtbank (jurisprudentie; dit gaat nu natuurlijk alleen nog over de Wob). Een vaste regel is bijvoorbeeld geworden dat namen van ambtenaren die “uit hoofde van hun functie in de openbaarheid treden” niet zwartgelakt mogen worden. Dit gaat bijvoorbeeld om burgemeester en wethouders, maar dit kan ook ook om andere functionarissen gaan, zoals een klachtencoordinator. 

Er komt dus nog een hoop kijken bij het “zwartlakken”. In het kader hieronder vind je alle uitzonderingen uit de Woo onder elkaar. Meer informatie over de Woo is hier te vinden.

Informatie wordt niet openbaargemaakt als openbaarmaking:

  • de eenheid van de Kroon in gevaar kan brengen;
  • de veiligheid van de Staat kan schaden;
  • bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
  • bijzondere categorieën van persoonsgegevens betreft (bv. medisch, religieus of seksueel);
  • wettelijke identificatienummers betreft (bv. BSN of onderwijsnummer).

Informatie wordt ook niet openbaargemaakt als het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van:

  • de betrekkingen van Nederland met andere landen of internationale organisaties
  • de economische of financiële belangen van de overheid
  • de opsporing en vervolging van strafbare feiten
  • de inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen
  • de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (privacy)
  • de bescherming van (andere dan vertrouwelijk aan de overheid verstrekte) concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens
  • de bescherming van het milieu
  • de beveiliging van personen en bedrijven en voorkomen van sabotage
  • het goed functioneren van de overheid
  • onevenredige benadeling van een ander belang (mag alleen in uitzonderlijke gevallen gebruikt worden)

Informatie kan worden weggelakt als het gaat om: 

  • persoonlijke beleidsopvattingen (adviezen, visies, standpunten etc.) in documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad (dus niet bij documenten opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming).