Het typeert de musici Eef van Breen en Eva Tebbe dat zij zelfs uit een tegenslag inspiratie halen en nieuwe ideeën voor wat je met muziek kunt doen. Hun eerste Trapgevelconcert op 14 mei was een succes. De huiskamer was tot de laatste stoel bezet. Wat de bezoekers niet wisten, is dat Eef en Eva door onverwachte tegenslagen die ochtend een nieuw programma moesten maken.
Zo ontstond het idee om dat tot de opzet van het programma te maken: samen een kunstwerk maken en tegelijk een kijkje in hun ‘keuken’ bieden. In de eerste helft samen met het publiek spelenderwijs bepalen wat zij gaan doen en dat na de pauze uitvoeren. ‘Mensen hebben meestal geen idee wat wij doen. Ze vragen zich af hoe wij ons geld verdienen,’ zegt Eva Tebbe. ‘Dat maken we op die manier zichtbaar. Wij wonen in een huis met een etalage. Als Eef componeert en ik repeteer of harples geef, is dat voor iedereen te zien en te horen. Dat willen wij doortrekken in het Trapgevelconcert.’
Hommage aan het ambacht
Eef en Eva wonen nu drie jaar in Krommenie. Hier realiseert Eef een project waar hij langer mee rondloopt. Hij heeft het de Vuurproef genoemd. Een opmerkelijke combinatie van muziek (Eef van Breen Group), gedichten (van Anne Vegter) en de inbreng van vier ambachtslieden, een smid, een pottenbakker, een houtbewerker en een glasblazer. Het is de verbeelding van de verschillende koortsdromen van een ziek kind.
De essentie van de Vuurproef is een hommage aan het ambacht, de herwaardering van de eenvoud van het werken met je handen. ‘In deze tijd dreigen wij het vuur van het ambacht te verliezen. Wij vragen op onze manier aandacht voor het gemis van die vonk,’ zegt Eef. ‘Niet alleen in het theater. We willen onze muziek daar brengen waar die nodig is. De Zaanstreek heeft meer dan genoeg bijzondere locaties die zich daarvoor lenen. Het idee is hier goed van de grond gekomen, omdat het ambacht in de Zaanstreek nog volop wordt beoefend.’
Vuurproef gaat op 11 en 12 november in de Zaanstreek in première op een nader te bepalen locatie. ‘Creatief is dat geen probleem. Productietechnisch ligt het een stuk moeilijker, omdat we te maken krijgen met heel veel regels en voorschriften. De pottenbakker werkt met een oven van vijftienhonderd graden. Eigenlijk zouden we voor de organisatie een productieteam moeten hebben. Al die vergunningen vergen zoveel van me dat ik moet oppassen. Dat ik straks niet zo uitgeteld ben dat ik geen trompet meer kan spelen.’
Mobiel podium
In de kamer staat een model van een mobiel podium. Een grote doorschijnende paraplu die het mogelijk moet maken om muziek te maken op plekken waar specifieke geluiden te horen zijn. Eén locatie hebben Eef en Eva al op het oog: een braak liggend terrein tegenover de Forbo, aan de overkant van de Nauernasche Vaart. ‘Daar hoor je het autoverkeer, fabrieksgeluiden, passerende treinen, vliegtuigen. Die geluiden verwerken we in de compositie die we speciaal voor een plek maken. Dat wil zeggen dat je rekening moet houden met de dienstregeling van de treinen. Voor elke locatie maken we een specifiek programma en passen we ook de samenstelling van de groep aan. Je kunt ook uitgaan van geluiden die mensen irritant vinden. Heien bijvoorbeeld. Dan proberen we de mooie kant ervan te laten horen.’
Op de website van de Eef van Breen Group staat kort en krachtig het credo dat Eef en Eva drijft:
‘Wij willen met onze group midden in het leven kunst maken, zoals onze eerdere producties Playing New York en Chapman for President. Maar dat leven neemt natuurlijk regelmatig onverwachte wendingen waar we ons op moeten aanpassen. We zoeken daarbij steeds naar de balans tussen The Show Must Go On en het maken van voorstellingen waar we achter staan.’
Door: Jaap de Jong