Volgens Zaanstad worden er in 2021 960.000 kaartjes voor musea, molens, rondvaarten en rondleidingen verkocht op de Zaanse Schans. Dat gaat € 240.000 aan ‘vermakelijkhedenretributie‘ (VMR) opleveren volgens de gemeente.

Eerder schreven we al dat dat aantal op giswerk was gebaseerd. Maar hoeveel kaartjes worden er dan wel verkocht? We sloegen aan het rekenen.

#feitencheck

De berekening van Zaanstad was gebaseerd op de verwachting dat het bezoekersaantal op de Zaans Schans in 2021 30 procent van het aantal in 2019 is en dat elke bezoeker 1,5 betaalde attracties bezoekt.

Om met dat laatste te beginnen: Zaanstad heeft alle mensen die bij een enquête uit 2017 aangaven molens, oude ambachten en het landschap wilden zien bij elkaar opgeteld en verondersteld dat die allemaal een kaartje voor een molen, een museum of een rondvaart kochten. Zelfs de uitdrukking ‘natte vinger’ is hier te vriendelijk.

Waarom niet uitgegaan van de echte bezoekerscijfers en kaartverkoop in 2019, het laatste ‘pre-coronajaar’?

De Zaanse Schans kent drie grote ‘kaartverkopers’: de Zaansche Molen, het Zaans Museum en de Windmill Cruises. Hoeveel kaartjes verkochten zij in 2019?

Zaansche Molen

Volgens het jaarverslag over 2019 bezochten dat jaar 503.548 mensen een molen waarvoor toegang betaald moest worden. Zijn dat dus ook een half miljoen kaartjes?

Dat laatste is belangrijk omdat alleen belasting wordt geheven per ‘betalende bezoeker’ en ‘de vermakelijkheid moet starten in het gebied van de Zaanse Schans zelf’. Dat betekent dat kaartjes die bij Tours & Tickets in Amsterdam worden gekocht – met molenbezoek – en toegang met Museumjaarkaart en Iamsterdam-pas niet meetellen. Als mensen meerdere attracties bezoeken met SchansCard of Molenkaart levert dat telkens maar één kwartje op. Ook gratis bezoek – vrienden van de Zaansche Molen, of vrienden van het Zaans Museum – telt niet mee.

Peter-Jan Steenbergen van de Zaansche Molen schat in dat van die 500.000 bezoekers maximaal 60 procent een kaartje koopt (dubbeltellingen met Card of Kaart vallen af, Museumkaart en Vrienden ook).

Dan zitten we op 300.000. Maar dat was in 2019. Wat is de inschatting voor 2021? Van Steenbergen: “wij zetten in op 20 procent in 2021, met 30 procent zouden we heel blij zijn.” 20 procent van 300.000 is 60.000 kaartjes: € 15.000. Als het 30 procent wordt is het 90.000 kaartjes en € 22.500 en als het nieuwe Molenmuseum veel bezoekers gaat trekken nog iets meer. Maar voor die ‘attractie’ wordt een kaartje verkocht in combinatie met molenbezoek dus dat gaat weinig opleveren.

Die 20 procent wordt overigens ook gehanteerd door ondernemers, Willem Kooijman van de Klompenmakerij: “wij schatten ook 20 procent bezoekers in 2021, maar dat is nog zeker geen 20 procent van de omzet, omdat bijvoorbeeld de Aziatische en Amerikaanse toeristen wegblijven, en die zorgen voor de meeste omzet.”

Zaans Museum

In 2019 ontving het Zaans Museum (alle vestigingen) 200.022 bezoeken. Ruim 15.000 bezochten het Czaar Peterhuisje, die moeten eraf. Blijft over 185.000. Daarvan bezoeken 108.000 de hoofdvestiging. Daarvan zijn zo’n 5.000 vrij entree (vrienden, kleuters, gratis), blijft over 103.000. Zo’n 30.000 komen met passen en museumjaarkaart – die gaan er waarschijnlijk dus ook af – wat 73.000 onder de streep betekent. De helft daarvan is via de Zaanse SchansCard (eigenlijk kan je die niet volledig meetellen omdat die ook al in de cijfers van de Zaansche Molen zitten).

Op de drie overige locaties op de Schans (Jisperhuisje, Kuiperij, Wevershuis) krijgen bezoekers vooral toegang via de Zaanse SchansCard (die we al meetelden) en Museum Jaarkaart/iAmsterdam (die niet meegeteld kan worden) of groepsbezoek dat bij de hoofdvestiging is meegeteld. Losse kaartjes (±): 7.000 (Wevershuis), 3.000 (Kuiperij) en 1.000 (Jisperhuisje).

Samen 84.000 ‘kaartjes’ in 2019. Als het 30 procent daarvan is komt dat neer op zo’n 25.000 kaartjes in 2021. Dat is in kwartjes: € 6.250.

Met de € 22.500 van de molens (bij 30 procent bezoekers) maakt dat samen € 28.250.

Rondvaarten

Gaby Lovers van Windmill Cruises zegt tegen De Orkaan dat hij op 50 à 60 tickets per dag rekent. Dat de toeristenstroom weer snel op gang komt ziet hij niet gebeuren. Als het 11 maanden hoogseizoen wordt (wat het niet is – en de VMR gaat in februari in) levert dat bij 60 passagiers zo’n € 5.000 belasting op. Lovers: “Als ik de tour laat starten aan de overkant betaal ik niks.”

Samen met molens en Museum: € 33.250

Zaanse Tijd

Er is nog een museum: De Zaanse Tijd. Dat trok in 2017 (latere cijfers zijn er niet) 21.000 bezoekers. Daarvan 30 procent is 6.300 en dat levert aan kwartjes bijna € 1.600 op.

Alles opgeteld: minder dan € 35.000

Conclusie

Zaanstad gaat geen € 240.000 VMR ophalen van de Zaanse Schans maar slechts zo’n 15 procent van dat bedrag: € 35.000. (Bij 30 procent bezoek, iets waar bijna niemand in gelooft).

Zelfs als er net zoveel bezoekers als in 2019 zouden zijn geweest, was de opbrengst maar € 116.000 geweest. Dat Zaanstad het verschil (een half miljoen?) gaat ‘declareren’ bij het Rijk lijkt een riskante operatie.

Zaanstad stelt dat de VMR een ‘stok achter de deur’ is om partijen op de Schans tot een gezamenlijk alternatief te dwingen. Aan dat alternatief wordt wel gewerkt, maar op voorwaarden. Van Steenbergen:

“als we bijdragen aan de kosten die gemaakt worden willen we ook inzicht en meepraten over waar die kosten gemaakt worden. Waarom investeren in een steiger voor cruiseschepen waar niemand om gevraagd heeft?”

Ook Gaby Lovers ziet daar problemen:

“het zou besteed moeten worden aan de toeristische infrastructuur, we hebben nu geen idee waar Zaanstad het aan uitgeeft. Het lijkt erop dat dit plan alleen maar gemaakt is om een gat in de begroting te dichten. Het is bizar.”

Vanavond – 29 oktober – praat de raad over de begroting.

Boven en onder, de Zaanse Schans vandaag.