In 2023 kreeg de gemeente er ruim 9600 nieuwe inwoners bij. De verhuisstroom naar de Zaanstreek is in de afgelopen 20 jaar meer dan verdubbeld. In deze rubriek gaat De Orkaan op zoek naar de gezichten achter de stroom; wie zijn deze import-Zaankanters? Deze keer deelt geboren Amsterdammer Merel Benkhard haar verhaal.

Als Merel zeven jaar oud is besluiten haar ouders hun flat in de hoofdstad in te ruilen voor een nieuwbouwwoning in Almere, de plek waar Merel het grootste gedeelte van haar jeugd opgroeit. Tot zij op haar 21ste met haar toenmalige partner besluit te verhuizen. ‘Op zoek naar een eigen woning stuitten wij op een advertentie in de krant voor een huis in Zaandam.’ Het pittoreske groene Zaanse huisje op de Stationsstraat is precies waar Merel naar op zoek is: een oude woning om op te knappen. 

Het integreren gaat Merel gemakkelijk af, ‘vooraf hoorde ik dat Zaankanters stugge mensen zouden zijn, maar niets is minder waar. Vanaf de eerste dag voel ik me welkom; de buurtbewoners hielpen met verbouwen en brachten maaltijden langs.’ Wat maakt de Zaankanter dan wel écht Zaans? Merel moet denken aan de uitspraak ‘niet lullen maar poetsen’. ‘Het zijn nuchtere, hardwerkende mensen in een knusse, nostalgische stad.’ De import-Zaankanter weet ook haar ouders te enthousiasmeren. Als na vijf jaar verbouwen de woning op de Stationsstraat af is en het herenhuis tegenover leeg komt te staan hakken ze de knoop door; verhuizen naar het oh-zo-gezellige Zaandam.

‘Waar de molens, de groene heusjes -met Zaanse ui- en het sociabele volk samenkomen.’

Merel haar favoriete plek in huis met uitzicht op haar geliefde straat.

Merel is voor de liefde naar Zaandam gekomen. Die liefde bloeit weliswaar uit, maar haar liefde voor de stad niet. Daarom gaat ze zelf op zoek naar een nieuwe woning in de buurt. ‘Na lang zoeken ben ik hier beland, de Parkstraat, en ik wil nooit meer weg.’ Merel glundert als ze vertelt over haar gezellige buurt. ‘In de zomer zitten wij met alle buren buiten, en op straat zegt iedereen elkaar gedag. Ik bewonder de sociale cohesie, dat ben ik niet gewend van Amsterdam of Almere.’ Ondertussen zwaait een buurtbewoner door het raam, ‘kijk, dat bedoel ik. Er hangt hier zo een warme sfeer.’ Op de vraag of er ook minpunten aan de stad zitten blijft het stil, na een minuut of twee antwoord Merel lachend ‘dat hier niet wordt gestrooid in de winter, omdat het een doodlopende straat is.’ Meer kan ze niet opnoemen.

‘Ik ben een hele trotse Zaankanter, dat mag ik na dertig jaar wel zeggen, toch?’ 

Zaanse schatten volgens Merel:

  1. ‘Mijn favoriete plek is de Parkstraat met aan de ene kant de Bullekerk en aan de andere kant het Volkspark. En niet te vergeten; de buurtbewoners.’
  2. ‘Ik onderneem graag dingen met vrienden, zoals BBQ’en voor de deur, optredens in de Bullekerk bezoeken en een hapje eten bij het restaurant JP 1886. Het is fijn dat alles zo dicht op elkaar zit en iedereen elkaar kent, mijn vriendinnen wonen op steenworp afstand.’ 
  3. ‘Een verborgen schat? Het is natuurlijk niet écht verborgen, maar ik ben van mening dat iedereen moet weten hoe leuk de Bullekerk is.’ 
Voor Merel is de Bullekerk de grootste schat aan de Zaan

Door: Mila Lange, interview en foto’s.