In 2023 kreeg de gemeente er ruim 9600 nieuwe inwoners bij. De verhuisstroom naar de Zaanstreek is in de afgelopen 20 jaar meer dan verdubbeld. In deze rubriek gaat De Orkaan opzoek naar de gezichten achter deze stroom. Wie zijn deze nieuwe Zaankanters?
Deze keer neemt de 50-jarige Sahin Arisoy ons mee in zijn verhaal.
Sahin wordt geboren op het platteland in Turkije. Hij groeit op in een vol huis waar ook zijn moeder, grootouders, oom, zus en broers wonen. Het stuk grond is eigenlijk te klein voor de grote familie. Opzoek naar werk verhuist zijn vader naar het oudste industriegebied van Europa, de Zaanstreek. Als Sahin vijf jaar oud is vertrekt ook hij samen met zijn moeder naar Zaandam. ‘We kwamen ‘s avonds aan, dat is het enige wat ik nog weet van die dag.’ Een aantal jaar later volgt ook de rest van zijn familie. ‘In de Zaanstreek wonen veel mensen uit het dorp waar mijn vader oorspronkelijk vandaan komt. Als je het ergens goed hebt ga je tenslotte niet emigreren.’ Al maakt hij die periode niet heel bewust mee, hij weet toch herinneringen op te halen.
‘Als kind voer ik regelmatig op de Zaan bij het gemaal Soeteboom.’
In Turkije voelt Sahin zich op zijn gemak, het is zijn moederland en hij spreekt de taal. Maar in Zaandam voelt hij zich écht thuis. ‘De kleinschaligheid spreekt mij het meest aan, hier kent bijna iedereen elkaar.’ Of de Zaankanters altijd verwelkomend waren? ‘Mijn basisschooltijd verliep gemoedelijk, ik heb me nooit echt buitengesloten gevoelt.’ Volgens Sahin heeft Zaandam één minpunt, ‘ik mis uitgaansgelegenheid voor de jeugd. Ik vind het jammer dat mijn kinderen dat niet hebben, wij hadden dat vroeger wel.’ Desondanks zou Sahin zijn huis in het karakteristieke Zaandam Oud West voor geen goud willen inruilen voor een woning in de hoofdstad. ‘Als hier Amsterdammers in de straat komen wonen merk je het verschil. Zij hebben geen contact met de buren, dat zijn zij niet gewend.’ Dus neemt hij het niet zo bruisende nachtleven van zijn twee jongens voor lief.
Sahin heeft zijn woonwijk niet moedwillig geselecteerd. ‘Ik zou er zelf ook nooit direct voor kiezen, het zijn vrij oude woningen en het vinden van een parkeerplek is lastig.’ Toch is hij blij met de buurt, waar sociale cohesie in grote mate aanwezig is. Van gezamenlijk voetbal kijken tot zomerse barbecues. Een gezellige straat waar hij nota bene twee jaar geleden onverwachts de liefde tegen het lijf loopt. ‘Een goede vriend van mij sport samen met de buurvrouw van een paar huizen verderop. Toen wij haar een keer in de stad tegenkwamen raakten we aan de praat.’ Inmiddels zien de twee elkaar dus ook buiten de buurtborrels om.
Zaanse schatten volgens Sahin:
- ‘Mijn favoriete terras aan de Zaan, is die van café Fabriek. Met mooi weer is dat de beste plek om ’s avonds nog een drankje te doen en de laatste zonnestralen op te vangen. Een bijzondere locatie met een smaakvolle keuken, waar je achteraf ook nog kunt genieten van een film.’
2. ‘Het Stuurmanspad vind ik een rustgevende plek. Schuin tegenover de bibliotheek kom je via een kleine brug bij het smalle doodlopende weggetje. Met aan de linkerkant een boerderij en aan de rechterkant een sloot met huizen aan de overkant. Vroeger bezocht ik daar buurthuis Het Kraaienest, en nu wandel ik er wel eens.’
3. ‘In de stad hebben mijn zonen -met uitzondering van café De Juffer- niks te zoeken. Wel gaan zij vaak samen naar café Zaanzicht aan de Oostzijde. Die eigenaar heeft ook jonge kinderen en laat de jeugd daar vrij rondhangen.’
Door: Mila Lange
Als hier Amsterdammers in de straat komen wonen merk je het verschil. Zij hebben geen contact met de buren, dat zijn zij niet gewend.... Deze zin doet mijn wenkbrauwen fronsen. Ik kom ook uit Amsterdam en woon inmiddels 23 jaar in de Zaanstreek. Contact met buren is er niet, als er iets is en je belt bij een van de buren aan wordt het aan de deur afgehandeld, niet kom even binnen. Overigens geldt dat niet alleen voor mij, ook de Zaankanters komen niet of weinig bij elkaar over de vloer. In Amsterdam wordt meteen de deur opengehouden, kom binnen. Na 23 jaar mis ik dat nog steeds! Zaankanters zijn voor mij nog steeds afstandelijk. Misschien is dat per dorp/wijk verschillend.
Zaankanters, en dan de mannelijke soort, zijn een beetje bang voor Amsterdammers.
Zaanse vrouwen hebben dat veel minder.
Wellicht zit 't 'm daar in.
In Oostzaan is dat dan trouwens alweer een stuk minder.
Gemoedelijker zeg maar.