In 2023 kreeg de gemeente er ruim 9600 nieuwe inwoners bij. De verhuisstroom naar de Zaanstreek is in de afgelopen 20 jaar meer dan verdubbeld. In deze rubriek gaat De Orkaan op zoek naar de gezichten achter ‘de stroom’. Wie zijn deze import-Zaankanters?

Met deze week de Duitse Ute Brandhorst aan het woord.

Ute wordt in het tropische Ethiopië geboren. ‘Dat is misschien onverwachts, want zoals je aan mijn accent hoort kom ik uit Duitsland,’ lacht ze. Haar ouders zijn beide Duits, maar werken jarenlang in Afrika. ‘Ik kan niet zeggen dat ik me daar echt thuis voel, het was een tijdelijk verblijf.’ Als Ute zeven jaar oud is verhuist ze terug naar Duitsland, dat is een grote cultuurshock voor het jonge meisje:

‘We maakte een tussenstop in Libanon, waar we een nachtje bleven slapen. In het hotel zag ik mijn ouders in een glazen hok stappen en ineens verdwenen ze naar boven. Ik schrok me wild, ik had nog nooit een lift gezien.’

Zodra Ute haar school in Duitsland afrondt besluit ze naar het buurland te vertrekken. ‘Ik wilde graag een jaar naar het buitenland en ik had een Nederlandse vriend.’ Ze wordt lid van een Duitse vredesorganisatie die jonge vrijwilligers voor anderhalf jaar naar landen uitzendt die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder Duitse bezetting leden. Ute gaat in Groningen aan de slag. Na het verstrijken van de periode heeft ze geen genoeg van Nederland en besluit ze te blijven. ‘Mijn vriend en ik zijn samen naar Amsterdam verhuisd, daar hebben wij acht jaar gewoond.’ In de zoektocht naar een rustigere omgeving voor de kinderen om in op te groeien belandt Ute in Zaandam. 

‘Wij zijn enorm blij met dit uitzicht,’ Ute kijkt door het keukenraam uit op het Westerwindpad, ‘de koeien en schapen grazen voor de deur en toch wonen we midden in de randstad.’ Nederland is een paradijs voor fietsers volgens Ute, en dat komt goed uit:

‘ik ben dol op fietsen. Hier kan ik langs prachtige velden rijden en ondertussen een industrieterrein vanuit mijn ooghoek zien. Dat vind ik tekenend voor de Zaanstreek.’

Een echt thuisgevoel, zoals Ute dat bij haar ouders in Duitsland heeft, heeft ze hier niet. ‘Ik heb het naar mijn zin, toch heb ik ook regelmatig heimwee.’ Ze sluit terugkeren naar haar vaderland niet uit, ‘maar mijn leven is nu hier.’ Toch noemt Ute zichzelf geen Zaankanter:

‘ik ben een bewoner van de Zaanstreek, maar absoluut geen Zaankanter. Ik ben en blijf Duitser.’ 

Dat Ute in het buitenland woont wordt vooral benadrukt tijdens het Europees kampioenschap (EK) voetbal. ‘Als je mij vraagt of ik voor Nederland of Duitsland juich, dan klopt mijn hart voor Duitsland toch nog altijd sneller.’ Dit jaar vindt het EK plaats in Duitsland, dat was in 1988 ook zo. Ute woonde krap een halfjaar in Nederland toen Oranje Duitsland versloeg in de halve finale.:

‘Een Duitse vriend belde op om mij te feliciteren met de winst, maar het voelde helemaal niet alsof ik gewonnen had. Rondom voetbal borrelt de rivaliteit tussen de twee landen op, al is dat met de jaren gelukkig minder geworden.’

Volgens Ute heeft die vijandigheid te maken met de finale van het Wereld Kampioenschap voetbal in 1974. ‘Nederland verloor en Duitsland werd wereldkampioen, dat was een historische wedstrijd.’ Daarnaast denkt ze dat er sinds de Tweede Wereldoorlog nog altijd een slecht beeld over Duitsland onder sommige Nederlanders heerst:

‘Laatst zei een oud-collega -die is geboren tijdens de oorlog- dat ik haar beeld over Duisters positief heb veranderd.’

Ondanks dat de vooroordelen met de jaren minder wordt, ligt het Ute nog gevoelig:

‘Mijn dochter is weleens uitgescholden voor mof, dat blijft lastig. Ik zeg altijd dat het mijn lot is dat ik als Duitser in Nederland woon en jarig ben op dodenherdenking. Jarenlang was ik blij dat 4 mei in de vakantie valt. Wij gingen altijd een weekje naar mijn familie in Duitsland, zo vermeed ik alle vlaggen die hier op halfstok hangen. Dit jaar heb ik de herdenking voor het eerst bewust wel bijgewoond. Ik heb kortgeleden een opleiding in het kader van persoonlijkheidsvorming afgerond, daardoor heb ik me los kunnen maken van het collectieve schuld- en schaamtegevoel als Duitser tegenover Nederlanders. Nu besef ik dat de oorlog niet mijn schuld is, ik was nog niet eens geboren.”

Ute is -inmiddels als begeleider- nog altijd verbonden aan de Duitse vredesorganisatie. Ze ondersteunt jonge Duitse vrijwilligers die naar Nederland komen. 

Zaanse schatten volgens Ute

  1. Ik kom graag buiten. Twee dagen per jaar, tijdens Pinksteren, is het Zaanse moeras en natuurgebied Guisveld toegankelijk voor publiek. De wandelroute gaat door rietlanden en langs weilanden met bloemen en slootjes. Onderweg kan je verschillende vogelsoorten tegenkomen. Buiten de pinksterdagen om wandel en fiets ik graag naar het Twiske. Het Westerwindpad ligt voor de deur, iedere ochtend loop ik een stukje hard. Aan het begin van het pad ligt de Fronik Buurtboerderij, een bruisende trekpleister met grote maatschappelijke betekenis.’

2. ‘De Dam tot Dam loop is een groot, typisch Zaans evenement. Kinderen worden van jongs af aan gestimuleerd om mee te doen. Ik heb er zelf twee keer aan meegedaan, dat vond ik heel gaaf.’ 

3. ‘De Tweede Wereldoorlog is een belangrijk thema in mijn leven. In de Zaanstreek staan 28 oorlogsmonumenten, waar 28 korte documentaires over zijn gemaakt voor het lesproject Monumenten Spreken. Ooggetuigen vertellen over de gebeurtenissen in hun buurt tijdens de oorlog. Ik vind het spannend, maar -zeker in deze tijd- is het ontzettend belangrijk dat mensen vreedzaam met elkaar omgaan en dat kinderen daarover leren.’ 

Door: Mila Lange