Vanmorgen werd in het Zaantheater de Februaristaking uit 1941 herdacht en weer leek het drukker dan vorig jaar.
De kranslegging kon dit jaar niet bij het monumentje op de Wilhelminabrug plaatsvinden door het werk aan de sluis. Er werd uitgeweken naar het plein voor het theater.
Maarten Peters zong drie liedjes die de oorlog en verzet als thema hadden, leerlingen van De Dijk Oost lazen gedichten voor, en er werden toespraken gehouden. De toespraak van burgemeester Rob Meerhof van Oostzaan plaatsen we 1:1 na het filmpje. Frank Maas las delen voor uit het verslag van zijn vader Gerard Maas, één van de organisatoren van de Zaanse staking, een groot deel van zijn verhaal hebben we helemaal onderaan opgenomen.
Na de toespraak van de burgemeester vind je de film die we met Monumenten Spreken over de staking maakten.
Februaristaking burgemeester Rob Meerhof 2020
Staakt! Staakt! Staakt…
We herdenken vandaag een gebeurtenis die een boodschap in zich draagt die zelfs na 79 jaar niet aan kracht heeft ingeboet.
Het is een moment in de geschiedenis waarbij mensen, zonder te denken aan eventuele consequenties, besloten te gaan staan voor hun medemens. Zij deden dit zonder zich te laten weerhouden door eventuele consequenties van hun handelen. Het werd het enige openlijke protest tegen de vervolging van Joden in bezet Europa.
De directe aanleiding, was de razzia op het Jonas Daniël Meijerplein, waarbij 427 mannen werden samengebracht en weggevoerd. U allen kent de beelden van de keurige man in lange jas die wordt opgejaagd door lachende nazi’s met glimmend gepoetste schoenen. De foto’s van de mannen die op de knieën zitten met de handen omhoog. De gezichten van hen die werden weggevoerd om nooit meer terug te keren.
Met de Februaristaking werd een enorm statement gemaakt. Terwijl al die stakers ook hadden kunnen denken aan de risico’s die zij zouden lopen. Toch lieten ze zich hierdoor niet weerhouden. Het wegvoeren van de Joodse Nederlanders ging zo ver voorbij een morele grens dat velen hebben gevonden dat hiertegen opstaan en handelen een plicht was. Niet doordacht, niet als heldendaad, maar vanuit je hart. Vanuit het besef dat wikken, wegen en nadenken kan vertroebelen wat volkomen helder is: je verzetten tegen een groot onrecht, nog veel groter dan men in februari 1941 zal hebben voorzien.
Bij morele ontworteling, in geval van het zo flagrant schenden van mensenrechten, is er geen plaats voor grijs. Dan moet je gewoon zeggen wat je vindt en doen wat voor de hand ligt, ook al kan dat hele grote consequenties hebben.
Cor Brak en Dirk May, Zaanse stakers, ontmoetten elkaar toen zij voor de camera van Monumenten Spreken hun verhaal deden. Dat was in 2012 hier in de kelder van het Zaantheater. Ik las hun getuigenissen en zag dat zij op geen enkele manier claimden dat ze iets heldhaftigs deden die dag dat ook zij hun werk neerlegden.
Sterker nog: Cor Brak, stalen ramen-monteur uit Wormer, gaf toe dat hij het al erg spannend vond om in colonne de Zaanbrug over te steken zonder de tol van twee cent te betalen. Hij vertelt: ‘Dat is me zó bijgebleven! De brugwachter zag het niet meer zitten, en ik ging voor het eerst zonder te betalen de brug over naar Wormerveer.’
Dirk May werkte bij het gemeentelijke lichtbedrijf op de afdeling elektriciteit, hier bij de Grote sluis. Ook hij vond zichzelf geen held. Hij vertelt: ‘Ik deed de kluis op slot. En ik stak die sleutels in mijn zak.’ Bij het zien van de Grüne Polizei besloot hij dat het veiliger was om thuis te gaan staken.
De propaganda waaraan de bevolking werd blootgesteld, de indringende boodschappen die de bezetter via het bioscoopjournaal, de radio en de kranten stuurde om Joden van hun menselijkheid te ontdoen, werkten niet bij stakers als Brak en May. De motivatie om te staken kwam van te dichtbij: May had een chef die getrouwd was met een Joodse vrouw. De chef werd ontslagen. ‘Een prima man die zomaar ontslagen, de straat op gestuurd, werd.’
Tegen onmenselijkheid moet je handelen rationeel, maar vooral ook uit het hart.
Soms is dat wel moeilijk. Via de moderne media kom je heel wat onmenselijkheid tegen. Van de video’s van IS tot de berichtgeving over de vervolging van de Oeigoeren in China. Het lijkt via de media zo dichtbij, maar tegelijkertijd is het ook weer zo ver weg dat je eigenlijk niet zou weten wat je hieraan moet doen.
In handen van extremistische groepen als neonazi’s en IS-terroristen is de digitale media een machtig stuk gereedschap waarmee, vrij anoniem, een wig kan worden gedreven tussen mensen en een volk kan worden ontwricht. Individuen worden aangezet tot terroristische acties die ze zelf dan ook nog graag via sociale media willen laten zien.
Soms komen bedreigingen dichterbij. Recent nog de aanslag in Hanau. Of de berichtgeving over het toenemend antisemitisme.
In het verhaal van Cor Brak en Dirk May ligt een mogelijke sleutel.
Deze mannen waren eigenlijk rivalen.
Brak voetbalde bij Blauw-Wit, de club zit tegenwoordig in West-Knollendam, en May was ZCFC’er in hart en nieren. Hij was, zo heb ik mij laten vertellen, zelfs één van de oprichters van deze oranje club.
De rivaliteit tussen deze twee, van oorsprong gereformeerde clubs, is moet flink geweest zijn. De wedstrijden waren een ware ‘derby’: beladen en fel. Vandaag de dag is het iets rustiger, maar dat komt misschien doordat ZCFC nu in de derde klasse uitkomt en Blauw-Wit in de vierde klasse…
Brak en May vonden elkaar, hier in de kelder, terwijl zij spraken over hun sportieve broederstrijd en hun broederlijke eendracht 79 jaar geleden toen het aankwam op gevoel boven verstand.
Ondanks hun rivaliteit waren ze hier één. In het contact op menselijk niveau. In de persoonlijke vraag waar je staat als er onrecht dreigt.
Het verhaal van de vele duizenden stakers, individuen, mannen en vrouwen, die in eenheid opstonden, moet worden verteld en herdacht. In het jaar dat we kunnen vieren dat we 75 jaar geleden bevrijd zijn, maar ook volgend jaar en het jaar erna…
Bij morele ontworteling, als mensenrechten geschonden worden, is er geen plaats voor grijs. Dan is eendrachtig handelen vereist. Vanuit het hart.
Gerard Maas: “De Grote Stille Knecht”
Frans Maas las een deel uit ‘De Grote Stille Knecht’ voor, een verslag dat zijn vader Gerard voor eigen gebruik had geschreven in 1947. Gerard Maas werd werd in 1913 in Zaandam geboren en groeide daar ook op. In augustus 1940 werd hij lid van de CPN. In oktober 1940 weigerde hij de Ariërverklaring in te leveren. En vanaf november 1940 typte hij vlugschriften en de stencils voor een nieuwe illegale krant, ‘De Waarheid’. Gerard schrijft in zijn Grote Stille Knecht het verhaal van zijn belevenissen bij de staking in Zaandam.
“Op 25 februari 1941 staakt heel Amsterdam tegen de joden pogroms.
Het was in de morgen van deze dag, dat Wim Mans bij mij thuiskwam. Hij vertelde mij het nieuws uit de hoofdstad en stelde voor dat wij direct vlugschriften zouden schrijven om de Zaanse bevolking op te roepen de Amsterdamse staking te ondersteunen. Het leek mij twijfelachtig toe dat dit enige kans van slagen zou hebben. Maar Wim Mans toonde zich overtuigd dat het zou lukken. Hij toonde een grote mate van doorzettingskracht. Wij gingen aan het werk en tegen de avond waren duizenden vlugschriften en aanplakbiljetjes gestencild. Het gehele apparaat van werkers werd gemobiliseerd. Het waren er een kleine twintig in Zaandam. De volgende morgen hadden wij echter kans gezien om de stad met kleine fel geschreven biljetjes vol te plakken. Op de weg en voor de bedrijven dwarrelden de vlugschriften. Wij waren al vroeg op pad. Ik stond bij de poorten van Verkade’s fabrieken en sprak voor het eerst in m’n leven met de arbeiders, die voor de poort samendromden. Al dadelijk had ik de jonge mensen, vooral de meisjes en jongens, die uit Amsterdam waren gekomen, op mijn hand. Een groot gedeelte van het personeel, vooral de vaste kern ging echter de fabriekspoort binnen. Voor het eerst voelde ik de zware taak om de arbeidersklasse in beweging te brengen. Later in de morgen, toen de staking algemeen werd, zijn nog vele arbeiders van Verkade naar buiten gekomen. In de morgen echter gingen wij met een grote groep jeugdige personen door de hoofdstaat van Zaandam. Wij gingen andere fabrieken af, o.a. Simon de Wit en poogden de arbeiders naar buiten te krijgen.
Wij schilderden de toestanden in Amsterdam en vele bewuste arbeiders volgden ons. Het was echter een hele onderneming om de arbeiders te bewegen hun werk te verlaten. In de hoofdstraat liep het jonge fabrieksproletariaat. Zij zongen de Internationale. Een groep scholieren van H.B.S. en Lyceum sloot zich bij hen aan en zong “Oranje Boven”. In de loop van de dag werd de staking algemeen. In de middag leek het een zondag in Zaandam. In de Westzijde schuifelden de mensen voetje voor voetje verder. Zij hadden het zondagspak aangetrokken. De jeugd hield zich bezig met een algemeen voetbalspel. Er was een uitgelaten vrolijke stemming. Wij brachten vlugschriften in deze massa en betoogden daarin de ernst van de toestand.
Mijn werk bestond in het typen der vlugschriften op stencils. Ik bracht ze dan naar Cees Prins op de Harenmakerstraat, waar Gerrit Bakker de scepter zwaaide. Op deze dag maakte de Zaandamse bevolking voor het eerst kennis met de Nazi-terrreur. Omstreeks 5 uur in de middag kwamen ze. ‘De Groenen’. Ze zaten stram op banken op open vrachtauto’s. Het geweer tussen de knieën. Zij reden de hoofdstraat door. De menigte keek nieuwsgierig maar rustig toe. Eén auto stopte. De Groene naast de chauffeur riep een jongen aan. Deze droeg een rood-wit-blauw speldje. De jongen stapte uitdagend naar de auto. Woest rukte de “Scharfürer” hem het speldje van de borst. De menigte schrok en er werden enkele dreigende woorden naar de op de auto zittenden geroepen. Een kort commando en de Groenen vlogen van de auto, het geweer in de aanslag.
Door deze beweging ontstond er een ware paniek in de massa. Zij vluchtte, de straten waren voor de Groenen. Zij joegen de menigte op. Op de Dam werd geschoten. Een man werd dodelijk getroffen.
Zo maakte Zaandam kennis met de Nazi-terreur. Deze Februari-staking betekende een ommekeer in de mening van de mensen tov de Duitse bezetting.”
Maas kreeg na de staking de leiding over de illegale CPN in de Zaanstreek. In augustus 1943 werd hij door verraad gearresteerd In mei 1944 werd hij met 4 van zijn kameraden ter dood veroordeeld. In juli 1944 kreeg Gerard samen met de Zaanse Piet van Breemen gratie. Hun straf werd omgezet in 10 jaar tuchthuisstraf in Duitsland. Bij hun kameraden Ab Huisman, Sjef Swolfs en Jan Postma werd het doodvonnis wel uitgevoerd. Maas:
“Nooit, nooit van m’n leven zal ik meer kunnen vergeten wat er in die momenten door mij is heengegaan. Er was geen vreugde in me, dat ik zou blijven leven. Ik hoorde bij m’n kameraden, die nu de donkere dood ingingen. Ik leed een verschrikkelijke smart, ik kon het nauwelijks allemaal meer verwerken.”
Op de foto boven staat Wim Nieuwehuijse. Zonder Wim Blank, maar met zijn dochter.
Gerard Maas , bijzonder MANS .