Oké, de ins en de outs zijn ons niet bekend (we hebben het persbericht gemist), maar wel kregen we burgemeester Marvin Polak van Oostzaan in ’t vizier met een geheel nieuw juweel om z’n nek.
Is het omdat de oude oud is? Versleten? Gedragen werd door NSB-burgemeesters? Dat het traditie wordt dat elke nieuwe raadsperiode om een nieuwe keten vraagt? En zijn het tranen? Druppels? Vanwaar die twee open schakels in het midden? Wat gebeurt er met het oude exemplaar?
Zodra we antwoorden hebben melden we ons!
Volgens ons is dit de oude:
Dank aan Pim Beukeker!
Mr. P.B.J Reeling B. antwoordde in 1972 op een vraag mijnerzijds op de hem bekende minzame wijze dat zijn persoonlijkheid voldoende was om hem de uitstraling te geven die wellicht zwakkere persoonlijkheden dan hij uit hun ambtsketen haalden.
Reden waarom hij in de 16 jaar dat hij burgemeester was de ambtsketen nooit en te nimmer heeft gedragen……
Het ambtsketen van de burgemeester
Afgelopen woensdag verscheen de burgemeester van Oostzaan met een nieuw ambtsketen bij de installatie van de nieuwe raad. Dat deed hij overigens zonder enige inleiding.
Het ambtsketen is ingevoerd bij Koninklijk Besluit op 16 november 1852 door Koning Willem III op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, dhr. Thorbecke. Het dient gedragen te worden bij Raadsvergaderingen, oproer of onrust en bij representatieve taken voor de Gemeente of het Rijk door de burgemeester of zijn/haar vervanger.
Maar zijn er protocollen omtrent het vervangen van een ambtsketen?
Bij een rondgang door diverse gemeenten is het te doen gebruikelijk dat bij vervanging van een ambtsketen er een raadscommissie wordt ingesteld die, naar aanleiding van een ontwerp offertes uitvraagt, het ontwerp aan het college voorlegt, de vervanging in een raadsvergadering vaststelt en vervolgens de burgemeester tijdens een speciaal daarvoor belegde vergadering het keten overhandigd, dan wel omhangt.
Het is eigenlijk eenzelfde protocol als bij het installeren van een burgemeester. De oude burgemeester overhandigd het ambtsketen aan de loco-burgemeester, die het vervolgens weer overhandigd aan de nieuwe burgemeester na zijn installatie tijdens een speciaal daarvoor belegde vergadering.
Het ambtsketen hoort bij de gemeente en niet bij de burgemeester, die immers altijd een passant is voor kortere of langere duur en benoemd door de Kroon, niet door gekozen volksvertegenwoordigers. Vandaar dus ook dat de gekozen volksvertegenwoordigers over het ambtsketen gaan en niet de burgemeester of collegeleden.
Dat het keten in het verleden gedragen zou zijn door een foute burgemeester is een drogreden om het keten te vervangen. De burgemeester mag dan fout zijn geweest (bijvoorbeeld in de 2e Wereldoorlog), de gemeente en haar ingezetenen waren dat (grotendeels) niet.
Het keten van Oostzaan stamt uit begin vorige eeuw en heeft de schouders gesierd van vele goede burgemeesters. Het is derhalve nooit een issue geweest om het keten te vervangen omdat in de relatief korte periode 40-45 NSB-burgemeesters het keten gedragen zouden hebben. In historisch perspectief heeft het keten zeer veel goede daden meegemaakt, zoals tijdens het bezoek van Wilhelmina, Koningin der Nederlanden tijdens de watersnood.
De vorige burgemeester, Rob Meerhof, neemt dan ook met klem afstand van de bewering dat de reden voor het vervangen van het keten ligt in het feit dat het gedragen is door een NSB-burgemeester. Feit is wel dat het keten na al die jaren voor ‘’renovatie’’ in aanmerking kwam. Ook voor eerdere burgemeesters als Möhlmann, Moens, Groen en Reeling Brouwer is het keten nooit een issue geweest en is daar nooit gewag van gemaakt.
Naar het zich laat aanzien heeft burgemeester Polak, geheel op eigen initiatief, zonder overleg met de Raad en het College, noch met het Hoofd der Communicatie, zich een nieuw ambtsketen aangemeten. Het is als een Keizer die zichzelf kroont en anno 2022 ongepast, ondemocratisch en zeker onnadenkend. Het zou hem dan ook sieren zijn excuses te maken naar College, Raad en alle ingezetenen voor dit ongepaste handelen, openheid van zaken te geven en het kostenplaatje en de dekking daarvan duidelijk te maken in een schriftelijke verklaring.
Jack Woestenberg-van Dalen