Oostzaan is al ruim een miljoen euro misgelopen omdat het innen van boetes voor het negeren van het inrijverbod in het dorp niet volgens de regels is gegaan. Nu lijkt het erop dat mensen die in het verleden zo’n boete hebben gehad alsnog hun geld terug kunnen krijgen. Dat zou de gemeente tonnen en misschien wel miljoenen kunnen kosten.

Oostzaan heeft altijd volgehouden dat automobilisten die een boete hadden gehad en daar niet tegen in beroep waren gegaan naar hun centen konden fluiten. Tot in november van vorig jaar wethouder Martin Wörsdörfer (VVD) de raad moet vertellen dat Oostzaan: ‘in het allerslechtste geval’ boetes zou moeten terugbetalen.

Herzieningsverzoek

Dat allerslechtste geval lijkt nu erg dichtbij te komen. De beroepstermijn tegen de boetes was wel verstreken maar omdat zich nieuwe feiten hebben voorgedaan (de rechter vond dat de bestuurlijke boetes geen wettelijke grondslag hadden) kunnen gedupeerden een ‘herzieningsverzoek’ indienen.

En daarmee kan Oostzaan tot terugbetaling worden gedwongen. Bovendien gaan deze procedures gepaard met extra juridische kosten voor de gemeente.

Oostzaan had zich een deel van de problemen kunnen besparen door tijdig op de herzieningsverzoeken te reageren maar heeft dat niet gedaan:

‘Vanwege de complexiteit van de zaak heeft het college extra juridisch advies ingewonnen en heeft besluitvorming langer op zich laten wachten dan gewenst. Hierdoor is de termijn op de herzieningsverzoeken helaas overschreden.’

Geheim

Dat juridisch advies is wel naar de raad gestuurd maar blijft voor anderen geheim. In dat advies kreeg Oostzaan de keuze uit verschillende ‘strategieën’. Oostzaan zou voet bij stuk kunnen houden en kunnen volhouden dat de ‘overtredingen in kwestie zijn begaan en bestraft zouden moeten worden.’

Maar dat doet de gemeente toch maar niet – waarom wordt niet precies uitgelegd, maar het lijkt een strategie met grote financiële risico’s aldus de brief de aan de raad werd gestuurd.

Daarom heeft de gemeente gekozen voor plan B: de ‘juridisch meest kansrijke optie die voor de gemeente niet onverantwoord grote risico’s met zich meebrengt’. Het college schrijft:

‘De minimale kosten van deze optie bedragen € 300,-. Daarnaast kan het risico voor de gemeente nog oplopen tot maximaal € 210.400 wanneer de strategie standhoudt bij de rechter.’

€ 2,2 miljoen

Die laatste zinsnede is duister, maar omdat het bijbehorende advies ontbreekt, valt daar verder weinig over te zeggen. Maar die € 201.400 kan veel meer worden als Plan B niet slaagt:

‘Wanneer de strategie van de gemeente succesvol bij de rechter wordt aangevochten kan het risico nog oplopen tot ongeveer € 2,2 miljoen, als iedereen die een boete heeft gekregen inclusief degenen die geen tijdig bezwaar hebben ingediend, een verzoek tot herziening indient.’

Ook de onderbouwing van dat laatste bedrag ontbreekt in de stukken. B&W van Oostzaan gaf met deze brief antwoord op vragen van D66, GL, CDA en ON.

Door Piet Bakker op basis van Raadsbericht Bestuurlijke Boetes van de gemeente Oostzaan. Foto: Orkaan-archief (college van Oostzaan in oktober 2024 toen ze door het stof moesten vanwege dit dossier).