‘Een situatie waarbij iemand gedurende een langere tijd niet de middelen heeft om te kunnen beschikken over de goederen en voorzieningen die in zijn samenleving als minimaal noodzakelijk gelden.’ Zo definieert het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) armoede.

De nieuwste cijfers voor de Zaanstreek laten een wisselend beeld zien. In Zaanstad blijft het percentage inwoners in armoede boven het landelijke gemiddelde, terwijl Oostzaan en Wormerland daar nog steeds onder liggen.

Zaanstad zag in 2023 een lichte daling naar 3,7 procent, ten opzichte van 4,0 procent in 2022, maar blijft boven het landelijke gemiddelde van 3,1 procent zo blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS, CPB en NIBUD.

Landelijk komt die 3,1 procent neer op 540.000 mensen. In Zaanstad betekent de 3,7 procent dat het om bijna 6.000 mensen gaat.

Oostzaan steeg van 1,8 procent naar 2,1 procent, terwijl Wormerland een toename kende van 2,0 procent naar 2,2 procent. Beide gemeenten blijven hiermee wel onder het landelijk gemiddelde (zie grafiek hieronder).

Hoewel er in Zaanstad een daling te zien is, blijven de armoedecijfers in de Zaanstreek een punt van zorg. De stijgingen in Oostzaan en Wormerland gaan tegen de landelijke trend in.

De cijfers voor het minimale benodigde maandinkomen zijn aangepast met een nieuwe meetmethode die rekening houdt met de werkelijke kosten voor wonen en energie. Volgens de nieuwe cijfers heeft een alleenstaande minstens € 1.510 per maand nodig om rond te komen, inclusief huur en energiekosten. Voor een gezin met twee pubers ligt dit bedrag hoger, namelijk rond de € 2.910 per maand.

Door Nick Boeske. Info: Cijfers CBS, SCP en Nibud. Foto: De Orkaan. Grafiek: ChatGPT.