Zopas plaatste Martin Kreekel, de uitbater van de koffiezaak op station Krommenie-Assendelft een blij berichtje in de Facebookgroep Krommeniërs.

Dit soort nieuws is de zuurstof in ons bestaan, de hoop waar we op vliegen.

Martin had vanochtend zijn krakkemikkige fietspomp uitgeleend aan een meneer van middelbare leeftijd, met grijzend haar. Het ging om een stationsgast die met enige regelmaat voorbijkomt, maar de deur bij Martin niet platloopt. Tot zijn verrassing kwam de man vanmiddag terug:

‘Vanmiddag kwam deze meneer met een hele nieuwe aanzetten zodat ik jullie weer en beter van dienst kan zijn.
Supergevoel en dank
Martin’

Wij belden Martin terstond, en die vertelde dat hij door het gebaar werd overvallen, en dat hij nog had aangeboden om voor de pomp te betalen. Dat weigerde de gulle gever omdat hij vond dat Martin genoeg doet voor het station qua veiligheid en schoonmaken.

Natuurlijk vroegen we door omdat we de weldoener best even zouden willen spreken, maar Martin meldde:

‘Het zou best om een vouwfiets kunnen zijn gegaan, maar verder weet ik niet welk geurtje en welke crème hij gebruikt.’

Weinig aanknopingspunten die kunnen leiden naar onze mysterieuze held, maar de wetenschap dat hij bestaat is mooi genoeg.