Ik las gisteren dat de Tamarindeschool weer alle dagen van de week les kan geven, omdat het personeelsprobleem is opgelost.
Dit is goed nieuws voor de schoolkinderen en vooral de ouders, die oppasmoeilijkheden kregen door het vierdaagse rooster van het afgelopen schooljaar.
Door Anneke van Dok
Het lerarentekort is structureel echter nog niet opgelost en er zullen forse maatregelen nodig zijn om het beroep weer populair te maken onder jongeren… En ouderen. Ik denk dan aan de groep 50-plussers die het onderwijs verlieten, omdat ze het er niet meer zagen zitten.
Die vervroegd met pensioen gingen, een burn out kregen of dat met hun vertrek juist wilden voorkomen, maar ik denk ook aan kwieke pensionado’s.
Tijdens een bijeenkomst van Afterworknet, waar jong – gepensioneerden zich aanmelden om nog van enige nut te zijn voor de maatschappij, stelde ik de volgende vraag:
“Wie beschikt er over een onderwijsakte? Wie heeft er zin om zich te laten bijscholen en nog een paar jaar voor de klas te staan? Of op andere wijze behulpzaam te zijn in het onderwijs?”
Verscheidene aanwezigen hadden nog een oude akte, maar weinigen waren bereid om zich te laten bijscholen. Na doorvragen achteraf, reageerde er niemand positief op mijn voorstel om in het onderwijs terug te keren.
Mijn zusje Marianne wordt in januari zeventig jaar, maar ze geeft nog steeds met veel plezier les aan kinderen met een leerproblemen. Niet klassikaal en niet fulltime, maar wel als een zeer gewaardeerde juf. In een televisie-uitzending van vorige week zag ik eveneens een kwieke zeventiger voor de klas staan.
Ik kan mij voorstellen, dat het lesgeven, het ondersteunen van leerkrachten, of het invallen nu dan, aantrekkelijker kan worden gemaakt voor ouderen. Voor niets gaat immers de zon op? Geachte minister: Laat het voor de toekomst van Nederland zo belangrijke werk niet over aan de markt, maar zorg voor een aantrekkelijke aanvulling op het pensioen of een andere, of een andere, door het rijk verstrekte vergoeding. Dan wordt de animo onder ouderen wellicht wat groter dan ik in mijn omgeving heb moeten ervaren.
Foto: leerlingen, ouders en leerkrachten voeren actie tegen de vierdaagse schoolweek (De Orkaan)
De strekking van mijn verhaal is (dat was in ieder geval mijn bedoeling) dat door deeltijdwerken de onrust en stress in een klas toeneemt en dat dat niet bijdraagt aan het welbevinden van een kind. Natuurlijk weet ik dat er veel taken verricht moeten worden die er eerder niet waren en dat er maatschappelijke ontwikkelingen zijn die aandacht vragen.
Maar misschien zijn er andere oplossingen voor al die extra's. Elke keer als er weer een taak of maatschappelijk ontwikkeling is wordt die nu ingepast in het huidige stramien van denken en doen.
(zo ontstaat een ontzettende grote lappendeken van aan elkaar genaaide onderdelen. Iedere eigenaar van een los deeltje heeft die na uitvoerig overleggen met ziel en zaligheid aan de deken toegevoegd. Maar het geheel wordt rommeliger en onoverzichtelijker).
Misschien moet je wel eens alles inzichten en uitgangspunten van tafel vegen en met een nieuwe blauwdruk van onderwijs komen. Met de leerling als middelpunt.
Het begint zo langzamerhand wel een beetje op de buschauffeur te lijken die reizigers bij de halte laat staan om zijn dienstregeling te halen.
Vroeger..... toen was het inderdaad mogelijk om fulltime voor de klas te staan. Lesgeven, maar geen leerlingvolgsystemen, passend onderwijs, smartphones en kritische ouders/kinderen. Geen extra taken en maatschappelijke items die behandeld moeten worden op school. Geen mantelzorgtaken door de participatie maatschappij.
Onderwijs 2019 is niet te vergelijken met vroeger . Krijgen de docenten dan ook de BAPO, de VUT en de pre pensioen regelingen terug ? Kunnen er dan weer meer kinderen naar het speciaal onderwijs ?
Wat een reactie van iemand die niets, maar dan ook niets van het “moderne” onderwijs weet.
Onderwijzer zijn is geen bijbaan.
Ik volg de discussie over het lerarentekort met belangstelling. Wat mij opvalt is dat één ding behoorlijk onderbelicht blijft.
Namelijk de verantwoordelijkheid van de leerkracht als het gaat om ritme, regelmaat en welzijn voor de kinderen. De leerkrachten die maar een paar dagen in de week werken, verstoren het nodige ritme en regelmaat dat een kind nodig heet.
Er was een tijd dat een juf of meester gewoon vijf dagen voor de klas stond. De kindertjes wisten precies waar ze aan toe waren en bouwden een goede band op met de leerkacht (en andersom).
Door vijf dagen in de week met elkaar op te trekken kon de juf of meester de lesmethodes gemakkelijker verdelen over de week en goed in de gaten houden hoe het met leerlingen gaat als het gaat om leervorderingen en gedrag.
Af en toe moest een leerkacht natuurlijk even weg, dan werd de deur open gezet en een leerkacht uit een andere klas hield dan een oogje in het zeil. Bij ziekte waren fulltime krachten op afroep beschikbaar.
Voor alle kinderen (en leerkrachten en ouders) een zeer overzichtelijke, vertrouwde situatie zoals we die als ouder allemaal graag voor onze kinderen willen.
Op een gegeven moment deed het partime werken en duobanen zijn intrede. Er moest veel, veel geregeld worden om al die parttimers in te roosteren en er ontstonden ingewikkelde planningen. En zodra er iemand uitvalt begint de ellende pas goed (en is een stevige stressfactor bij alle betrokkenen).
Opeens hadden leerlingen meerdere juffen of meesters. Werd er eentje ziek, dan moest er weer een ander komen. Dat is geen fijne situatie en werkt zeker niet leerbevorderend. Daarbij opgeteld maakt de ellende van de grote klassen het er voor de kinderen niet beter op.
Juffen en meesters pak jullie verantwoordelijkheid en stop met partime werken. Dat kan domweg niet in een beroep als onderwijzer.
Heb je het geld nodig voor je hypotheek? Zoek dan een ander baantje en laat de kinderen niet de dupe zijn van jouw economische belangen.