Als ambteloos burger beleefde ik de stormen van de afgelopen net als ieder ander: je treft voorzorgmaatregelen en zorgt voor voldoende proviand in huis. Je werpt nu en dan een blik op de barometer, die een onheilspellende luchtdruk laat zien.
Door Anneke van Dok
De storm die ik me nog als de dag van gisteren herinner was die van 23 november 1972, in de net afgebouwde Perim, waar de grote ruiten rammelden en nu en dan bol leken te staan terwijl het flatgebouw zelf meebewoog op windvlagen, die als heftige weeën op en af kwamen. Tijdens deze storm werd het Chinese vrachtschip Wan Chin op het strand van Castricum geworpen en daar bleef het twee jaar lang als een toeristische attractie liggen tot het werd gesloopt en naar de Hoogovens afgevoerd. In Drenthe en op de Veluwe sneuvelden miljoenen bomen.
Als burgemeester en als coördinerend crisisleider bij grensoverschrijdende rampen, betekent een stormwaarschuwing, dat je naar het stadhuis moet om daar maatregelen te nemen ter voorkoming van slachtoffers. Zo herinner ik mij de storm van 25 januari 1990, toen in Diemen de goten van de brandweerkazerne waaiden en de locoburgemeester door een vlaag werd opgetild en meters verderop neergesmakt. Gekneusde ribben en nare verwondingen waren het gevolg.
Een maand later raasde er een storm over Velsen, waar ik toen net begonnen was als burgemeester. Het bekende IJmondrestaurant in IJmuiden stond niet meer op het droge, maar was omringd door een woeste zee.
In Vlissingen probeerde ik twintig jaar later de bevolking weg te houden van het strand, waar stalen wandplaten als guillotinemessen over de boulevard woeien. De dag erna stond er een foto in de krant, waar twee mannen een peuter bij de beentjes vasthielden om te voorkomen dat het kind wegwaaide. De drang om de ziedende zee te zien was sterker dan mijn verbod.
Altijd waren er slachtoffers: waaghalzen die toch met de caravan over de dammen naar huis reden, maltentige lieden die hun dakpannen moesten recht leggen en levensmoede vaders die met hun zoontje over de pier van IJmuiden liepen. De sensatie van zo’n levensgevaarlijke wandeling schijnt onmisbaar te zijn. De avonturiers blijken er nooit bij stil te staan, dat jongens van de reddingsbrigade hun eigen leven moeten wagen om te redden wat er nog te redden valt
Foto Tjeerd Pietersma: Fluitstraat, Zaandam
Anneke zal ook aantreden bij het allereerste OrkaanCafé (in de Oostzijderkerk!)
Beste Anneke, Ook bij u blijft, zo te lezen, een onuitwisbare indruk het ongeval op de Zuidpier waarbij een vader en zijn zoontje het leven lieten. Nogmaals dank voor uw steun in de dagen daarna
Wat mooi, dat woord maltentig! Dank daarvoor, Anneke!