Toen ik de gidsen over het Hembrugterrein volgde voelde ik me een spionne. Ik wist vanaf het begin van de rondleiding al dat ik er een column over ging schrijven. Ik had er namelijk als Typhoon-journaliste, ten tijde van de koude oorlog, al graag mijn licht op gestoken.
Een pijnlijke confrontatie tussen fotograaf Derk Peeters en de portiers, ontnam mij echter de moed. De uitleg van de voormalige medewerkers van de Artillerie Inrichting, maakte mij zaterdag duidelijk, dat mijn toenadering weinig succes zou hebben gehad.
Door Anneke van Dok
Toen ik de poort door kwam, werd mijn nieuwsgierigheid onmiddellijk gewekt door de architectonische schoonheid van talloze gebouwen. Ik zag ook bouwvallen, maar die illustreerden juist dat de tot rijksmonument verklaarde panden in hun recht staan. Het hoofdkantoor, waar vroeger de loonzakjes werden gevuld en uitgedeeld en waar de afdeling personeelszaken achtduizend werknemers in de gaten hield, ziet er na een restauratie uit als een toekomstig museum voor moderne kunst.
Terwijl ik de route vervolgde besefte ik dat er op dit terrein tientallen jaren een werkgemeenschap heeft bestaan, die met alle noodzakelijke voorzieningen, de poorten potdicht kon houden.
Het deed mij een beetje denken aan de Russische stad Taganrog aan de Zwarte Zee die ik als burgemeester bezocht. Het was de ooit geboortestad van Tsjechov, maar in de Sovjettijd werd het een tegen buitenstaanders beschermde vesting. Daar maakte men in het diepste geheim wapens, waartegen schuilbunkers op het Hembrug terrein werden opgericht. Ik bezocht de stad na de val van het ijzeren gordijn toen Vlissingen en Taganrog, zustersteden werden. Er waren weinig overeenkomsten tussen beide gemeenten, en de armoede was in de Russische stad zichtbaar en voelbaar. Toen ik thuis kwam was van mijn missie kreeg ik het bericht, dat mijn collega en zijn chauffeur waren doodgeschoten. De zusterlijke relatie bekoelde toen enigszins.
Gelukkig staan de poorten van het Hembrugterrein nu wagenwijd open voor nieuwe ontwikkelingen: wonen, werken en cultuur. Wat een mooie uitdaging voor Zaanstad! Zaterdag waren er al interessante voorbeelden van werk en (foto)kunst zichtbaar. Met de vestiging van Flinders, waar je beroemde lampen en designmeubelen kan kopen, wordt de durf van jonge ondernemers aangetoond. In het bos rondom de gebouwen zal de bodem nog grondig op explosieven en andere verrassingen moeten worden onderzocht, maar kansen liggen er voor het rapen. Nu maar hopen, dat de ambities financieel ook haalbaar zijn.
De eerste stad werd gesticht door Kaïn, een notoire deugniet, vandaar dat elke stad (of staat) nog altijd het karakter van deze stichter draagt. Tubal-Kaïn, een duistere nazaat van Kaïn was de eerste wapensmid. Merkwaardig dat deze figuur bij de Vrijmetselaars in hoog aanzien staat. Elke stad, en elke stedeling, heeft wel zo zijn duistere plekken. Goed dat de Artillerie Inrichting verdwenen is. Jammer dat er vele andere plaatsen des onheils voor terug kwamen.
Wat een mooie analyse Ton
Wat heb ik veel aan Derk te danken. Voor eeuwig in mijn hart.
Niet alleen rondom het terrein was een ondoordringbaar hekwerk, ook binnen het terrein was een afscheiding waar je uitsluitend met een speciale pas naar binnen mocht.