Ik heb de griep te pakken: ik snif en proest, met een hoofd vol watten, waarin geen grote ideeën kunnen ontstaan.
Toen ik versuft naar de televisie staarde, en vernam hoe ziekenhuizen de juridische strijd aanbinden tegen de tabaksindustrie, kwam bij mij de volgende vraag op: Waar en wanneer rookte ik mijn eerste sigaret? En wanneer en waar de laatste?
Door Anneke van Dok
Gezegend zijn degenen die beide vragen niet kunnen beantwoorden omdat ze er nooit aan zijn begonnen. Dat was vroeger niet stoer, omdat de sigaret net zo vanzelfsprekend was als een polshorloge of oorknopjes. Als je nu naar een film of een serie uit de jaren zeventig kijkt, valt pas op hoe ontstellend veel er werd gerookt. Decennialang werd de smerige lucht van tabaksrook als een fact of life getolereerd.
Dokter Meinsma, die als eerste de strijd tegen de rookverslaving aanbond, werd gezien als een goedaardige goeroe: hij had gelijk, maar werd overstemd door de tabaksreclame. In een halve eeuw kan veel veranderen. Toch worden jonge mensen nog steeds verleid tot die dodelijke parasiet.
Om zelf antwoord te geven op de in de eerste alinea genoemde vraag, moet ik terug naar de Westzijde, naar Kremertje: het snoep- en tabakswinkeltje bij de Doopsgezinde Vermaning, waar je nog Miss Blanche in een verpakking van vijf sigaretten kon kopen. Mijn vriendinnetje en ik kochten daar zo’n pakje om in de schoolpauze een sigaret te roken. We vonden het niet lekker, maar wel interessant.
Op mijn zevenendertigste stopte ik met de sigaret, om tien jaar later in een stressperiode weer te bezwijken voor de sigaar. Eigenlijk lukte het mij pas tien jaar geleden om mezelf rookvrij te verklaren.
Stoppen is niet onmogelijk, maar wel heel erg moeilijk. Daarom vind ik het gerechtvaardigd dat de ziekenhuizen hun preventietaak keihard oppakken. Gesputter over vrijheidsbeperking en het recht van eigen keuzes, smoor ik in het rookgordijn dat er daardoor wordt opgeworpen. Een verslaving heeft niets met vrijheid te maken, en de verkoop van dodelijke wapens is in Nederland bij wet verboden.
Ik heb nog niets vernomen van het Zaans Medisch Centrum. Het zou niet gek zijn als de Zaanstreek zich bij het tegenoffensief aansloot, gezien zijn historische strijd voor een schone lucht.
De foto boven komt uit het fotoalbum van Alexandra Blaes, haar vader nam de foto ergens in de jaren zeventig. Links de Vivo-winkel van Kremer, rechts de sigarenzaak van Buntsma. Lees hier het hele verhaal over Westzijde 84.
Je moet toch wel stok en stokoud zijn wil je niet weten dat roken ongezond voor jou is en degenen die dankzij jou mogen meeroken. Dat je zoiets dan toch wilt uitproberen is natuurlijk aan je zelf. Doch als je daar vervolgens niet meer afkomt dan wel niet meer wilt afkomen dan is dat ook je eigen zaak. Vind het best wel hypocriet om naar die sigarettenindustrie te wijzen. Want ondanks alle waarschuwingen gaan -vaak jonge- mensen toch weer aan de sigaret. Kom dan niet aan met "ik heb het niet geweten".
Heb gerookt als een schoorsteen, tijdje gestopt maar door gerook van anderen de smaak weer te pakken gekregen en weer begonnen. Na een hartinfarct akkuut besloten te stoppen wat mij tot nu toe is gelukt. Hoop ook dat het ZMC, AMC, VUmc en overige ziekenhuizen zich bij de aktie aansluiten en de cigarettenfabrikanten aanklagen.
Beterschap, het is een nare griep. Ook ik viel voor de charme van de reclames van die stinkstokken als puber, ik wist niks van al die troep die er in zit, die ik niet eens in mijn eigen huishouden wil gebruiken omdat het zo giftig is. Ik groeide op met de geruststelling dat het nog goed voor je was, rustgevend. Ik ben ontsnapt aan deze verslaving, maar omdat ik stopte voor vele anderen, zijn mijn longen toch behoorlijk aangetast, schurken zijn het die fabrikanten, arme jeugd die rookt, ik denk dat het nu nog moeilijker is om te stoppen. Het ziekenhuis ligt vol met rokers en ex-rokers, maar het staat niet op hun voorhoofd, arme mensen. Ja, laat ons ziekenhuis zich ook aansluiten!