Ja maar…
Deze twee woorden liggen ons van kinds af aan voor in de mond. Daarom is elke overheidsmaatregel, hoe redelijk ook, meteen onderwerp van discussie. In de huiskamers, voor de buis, worden tig alternatieven bedacht, en daarna doen we lekker wat ons zelf het beste uitkomt.
Door Anneke van Dok
De winkelsluiting die Mark Rutte vorige week met een doodgraversgezicht afkondigde, leidde tot allerlei interpretaties. Die werden uitgelokt door de alternatieve uitleg van het begrip ‘essentieel’ van het ministerie van Economische Zaken. Sommige warenhuizen bleven gewoon open, terwijl ze meer artikelen verkochten dan de essentiële waar zoals voedsel voor mens en dier. Ik vond het opmerkelijk, dat die winkels ook nog druk werden bezocht. Hoe roekeloos moet je zijn om na de sombere toespraak van de premier nog de straat op te gaan voor hebbedingetjes. Dan ben je net zo dom als mensen die toch nog maar een vliegticket kochten. “Ja maar, ik moest er echt een weekje tussenuit.”
Anderzijds zijn de corona-maatregelen zo tegenstrijdig of onlogisch, dat een reactie niet mag uitblijven. Het onduidelijk pakketten-afhaalsysteem, waarover De Orkaan gisteren over schreef, is daar een voorbeeld van.
Zelf heb ik nu en dan ook een ‘Ja maar-reflex’. Niet om mezelf in gevaar te brengen door eigenwijs gedrag, maar omdat ik de logica van minister Hugo de Jonge niet altijd begrijp. Zo snap ik niet waarom de scholengemeenschappen voor voortgezet en hoger onderwijs nu niet als priklocaties voor eigen leerlingen worden gebruikt. De nieuwe besmettingsgolf was mede het gevolg van leerlingen die na de zomervakantie weer naar het voortgezet onderwijs gingen.
De scholen beschikken over een digitale leerlingenregistratie, een adequate organisatie en voldoende ruimte om onmiddellijk te gaan inenten. Bovendien zijn ze goed verspreid over het hele land. “Ja maar, de hulpverleners gaan voor,” hoor ik al protesteren. Dat is waar, maar die moeten wachten tot na 8 januari. In de tussentijd zouden duizenden leerlingen al kunnen worden ingeënt, waardoor verdere besmetting sneller wordt voorkomen.
Dan zal het voor docenten en grootouders van deze leerlingen een stuk veiliger worden. Er zal ongetwijfeld wel een argument tegen mijn stelling bestaan, maar ik heb alle reden om aan de onfeilbaarheid van de huidige politicí te twijfelen. De toeslagenaffaire heeft mijn scepsis zeker niet weggenomen. Ongelooflijk hoe onbetrouwbaar en hardvochtig zij zich tegenover duizenden ouders hebben gedragen.
Om je diep voor schamen.
Foto boven: Bas Sommeijer (halflege schappen bij de Hema)