De hartekreet van vogelwachtbeheerder Kirsten Visser, vorige week in De Orkaan, riep bij mij een herinnering aan het vroege voorjaar op toen ik vanuit de serre naar mijn tuingasten keek.
Mijn tuin leek veranderd in een driesterrenrestaurant, die door de vogels werd bezocht in een voor mij onbegrijpelijke hiërarchie, waarin lichaamsgrootte niet altijd bepalend was. Zo toonden de merel en de duif diep respect voor het roodborstje en als de kauw kwam dineren, verliet zelfs de ekster zijn veroverde plaats bij het zaadzakje.
Het was een komen en gaan tot iedereen was voldaan en twee duifjes achterbleven om beurtelings in het voederhuisje een graantje mee te pikken terwijl de ander op het dakje waakte. Op dat moment zag ik de rode vlerk van de bonte specht achter de stam van de catalpa. (Daar loert hij eerst naar mij, omdat hij inmiddels weet dat ik achter het glas zit. Als ik doodstil blijf zitten, waagt hij zich aan de pindakaas).
Ik wierp even een blik in de Volkskrant tot ik een hevige plof hoorde. Ik zag de rooie rotkater van de buren en rende naar buiten. Paul was mij voor en redde de specht uit de klauwen van het monster, wat hem op een snavelpik en een klodder stront van de specht kwam te staan. Stank voor dank De vogel fladderde daarna van schrik naar binnen en viel roerloos op een radiator. We deden hem in een schoenendoos en belden met tranen in de ogen de vogelwacht. Toen ik vertelde wat er was gebeurd, legde men mij uit dat de specht waarschijnlijk van schrik voor de kater tegen het serreraam was gevlogen en nu niet meer kon navigeren omdat hij een hersenschudding had. “Houdt hem in de doos met de deksel er losjes op, zet hem buiten in de kou neer, dan vliegt hij over een paar uur vanzelf weer weg.” Aldus gebeurde en na een week zagen we opeens weer een bonte specht achter de catalpa.
Terwijl ik naar hem keek realiseerde ik mij dat het onderwerp vogels in al mijn bestuurlijke jaren nooit op de politieke agenda stond. Behalve wanneer duiven of ganzen overlast gaven.
Ik hoop dat Kirsten van De vogelwacht de hersens van bestuurders heeft wakker geschud, maar ook die van de Zaanse bevolking. Zelfs als je geen riante tuin maar alleen een balkon met een paar koolmezen bezit, kun je vast wel een kleine bijdrage missen.
(Afbeelding ‘vogeltje in spagaat’ van Gerda, uit de cursus van Anne-Marie Corman)