Twee berichten in De Orkaan van vorige week gaven mij een gevoel van trots: het bericht dat het 10.000e bericht was gehaald en het mooie artikel over de hachelijke positie van de vleermuis in Zaanstad, dat zo kenmerkend is voor onze digitale krant.
Met het eerste nieuwsfeit feliciteer ik al mijn collega’s en vooral de lezers van De Orkaan, die zelf een grote bijdrage leveren aan het dagelijkse nieuws.
Alom zie je de aandacht voor lokaal nieuws teruglopen en naar het midden-katern van een streekblad verdwijnen. De Orkaan biedt de Zaanstreek doorlopend nieuws en interessante achtergrondartikelen, zoals over de Oostzaanse OFC-affaire. Zonder CEO’s, managementstructuren, commerciële bijlagen en marketingstrategieën. Maar wel met grote empathie en interactie voor en met de lezers. Dat motiveert mij om iedere week een stukkie te schrijven.
Behalve als columnist ben ik ook als lezer groos op De Orkaan. Vooral als ik de mooie verhalen lees; zoals over het cacaoverleden van de Zaanstreek. Of als ik mee mijmer met Martins Zaanse jeugdherinneringen, of in de lach schiet van Merels guitige sketches. Activiteiten als de Geschiedenisquiz geven eveneens blijk van een grote betrokkenheid bij de talrijke verenigingen in de regio. En dit alles verricht door vrijwilligers.
Soms denk ik bij het lezen van de De Orkaan terug aan de tijd dat ik nog bij De Typhoon werkte en de journalisten zich inspanden om elk nieuwtje op te pikken en de binding met onze abonnees te versterken. We organiseerden busreizen, modeshows en sportieve evenementen. En dat deden we met veel plezier en collegialiteit. Ook buiten werktijden. Een streekkrant komt niet tot stand vanaf een ivoren toren, maar op straat, in de snackbar en overal waar het echte leven zich afspeelt en waar het nieuws voor het oprapen ligt.
Foto: Op de dag van het 10.000 artikel fotografeerden wij deze ballon bij de Prins Bernhardbrug in Zaandam. Het nieuws ligt niet altijd op straat maar deze felicitatie dus wel.
Beste Anneke,
Ga vooral door met je stukkies zoals je ze noemt. Het is een genot om ze te lezen.
Hetzelfde geldt voor je collega Merel Kan.
Wim Schaap