De meeste uitspraken over onderwijs zijn niet nieuw, maar niet iedereen kent de oude ideeën. Deze wijsheid komt niet van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, maar van Euclides; de wiskundige, die zo’n drie eeuwen voor Christus geboren werd, bekendheid kreeg door zijn wiskundige boeken De elementen en zelf ook les gaf.
Minister Arie Slob van Onderwijs stond zelf ook voor de klas en dat is goed te merken aan zijn werkwijze. Ik wil hem, als oud-wethouder van onderwijs graag bedanken voor een besluit, dat vele jonge mensen vooruit helpt: een officieel erkend einddiploma voor leerlingen van het praktijkonderwijs.
Door Anneke van Dok
Ik heb in mijn bestuurlijke leven veel praktijkscholen bezocht en was onder de indruk van zowel de leerkrachten als de leerlingen. Dat hun prestaties niet werden beloond met de kroon die op het noeste werk van elke school prijkt, heeft mij altijd verbaasd en geërgerd. De leerlingen kregen aan het eind van hun opleiding slechts een certificaat dat door de praktijkschool zelf werd verleend.
Het geuzenbesluit van Arie raakte deze maand meteen weer bekneld tussen grote kwesties als het mislukte pensioenakkoord, het klimaatgestuntel en de schandalen van Trump. Toch wil ik het uit al dat oudpapier naar boven halen.
De oude ideeën over onderwijs zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat ieder mens talenten heeft, die op school ontwikkeld kunnen worden: sommigen zijn goed in wiskunde en anderen passen die in de praktijk toe, als timmerman, metselaar of in de keuken. Toch wordt de tweede categorie minder beloond, minder gehoord en minder gewaardeerd. En dat terwijl onze economie een beetje minder floreert door het gebrek aan handen, met name in de bouw.
Ik hoop dat de leerlingen van De Brug in Assendelft en De Faam in Zaandam straks hun tassen aan de vlaggenstok kunnen hangen, in de wetenschap dat ze gediplomeerd en erkend zijn. En voor Arie mag van mij de wimpel erbij!
Foto: Arenda Oomen (website ministerie)